Minder individueel, meer collectief

Scholen benaderen ouders vooral individueel voor gesprekken over hun kind en allerhande klusjes. Terwijl ouders volgens ouderorganisatie Ouders & Onderwijs ook behoefte hebben aan een collectiever educatief partnerschap en inzet op basis van hun expertise. De Valentijnschool en het Leidsche Rijn College timmeren met hun aanpak van educatief partnerschap voortvarend aan de weg.

Het Leidsche Rijn (LRC) in Utrecht gebruikt de betrokken­heid van ouders om educatief partnerschap vorm te geven. “Onze nieuwe manier van toetsen (meer formatief, red.) roept veel vragen op bij ouders. We nodigen hen daarom regelmatig uit voor klankbordbijeenkomsten, waarin ze elkaar vaak ook goede tips geven. Deze bijeenkomsten waarderen ouders zeer”, merkt rector Peter van Dijk. Dat sluit aan bij het beeld uit de Staat van de Ouder van Ouders & Onderwijs (voorjaar 2017). “Die bracht boven tafel dat school en ouders steeds meer individueel contact hebben. Scholen zijn erg gericht op zenden, terwijl informeren alleen niet volstaat. Ouders willen weten hoe het gaat: vindt mijn kind het moeilijk, hoe gaat het huiswerk maken en hoe kunnen we het samen goed door het schooljaar helpen”, vertelt Peter Hulsen, directeur van Ouders & Onderwijs. Bestaande vormen als de klassieke ouderavond, klassenouders, ouder- en medezeggen­schapsraad zijn niet voldoende voor het collectieve gesprek. “Ouders willen bijvoorbeeld met andere ouders en de school in gesprek over onderwerpen die voor iedereen van belang zijn, zoals ieders rol bij pesten. Wat doet de school als kinderen een vervelend bericht delen op Whatsapp of Snapchat en wat kunnen ouders onderling doen?”, zegt Hulsen.

Daarnaast worden ouders vaak gevraagd voor luizenpluizen en het begeleiden van excursies, terwijl ze (ook) graag op hun expertise ingezet willen worden. “Er zijn ouders die luizen kammen prima vinden, maar voor andere ouders is het leuker en zinvoller ingezet te worden voor zaken waar ze goed in zijn”, zegt Marieke Boon, adviseur beleid en communicatie bij Ouders & Onderwijs. Dat kan bijvoorbeeld in ouderverbanden en verbeter­teams. “Nodig ouders die in de ict werken rechtstreeks uit voor een ouderverband over digitalisering.”

Rector Van Dijk van het LRC herkent de behoefte aan collectiviteit en inzet op expertise. “Andere ouders zijn de beste ervaringsdeskundigen, waar je herkenning tegenkomt. En ik krijg voor klusjes veel moeilijker mensen dan voor onze beroepenavond. Het is ook heel leuk als er vijf kinderen aan je lippen hangen als je over je werk vertelt.” Het LRC heeft dan ook een uitgebreid activiteitenaanbod voor educatief partnerschap. Van Dijk somt op: “We hebben gastlessen door ouders en talentprogramma’s waarin leerlingen met ouders bijvoorbeeld een ondernemersclubje starten. Er is een ouderraad die aangeeft waar ouders tegenaan lopen en die twee thema-avonden organiseert. Altijd over leren leren en bijvoorbeeld praten met je puber over drugs of het gebruik van sociale media. Omdat het dichterbij hun eigen kind staat vinden ouders de themabijeenkomsten veel interessanter dan deelname aan de MR die het examenreglement controleert.” Er is zelfs een ‘veteravond’ voor (toekomstige) leerlingen en ouders voordat de brugklassers op school starten. “Ze krijgen groene LRC-veters als teken van verbondenheid. Kinderen die bij ons op school komen zijn al onderdeel van onze cultuur. We vieren met elkaar de ondertekening van een contract door leerling, ouders en school waarin onder meer staat dat we niet pesten en elkaar volledig informeren.” De reden van dit alles: “Ouders en school voeden samen een kind op. Ouders zijn kritischer naar school toe, maar we knokken samen voor hun kind”, zegt Van Dijk.

Kansenongelijkheid
Niet elke school heeft zulke betrokken ouders als het LRC en dan dreigt kansenongelijkheid. “Kansenongelijkheid kun je voorkomen door ook met ouders in gesprek te gaan die niet zelf aan de bel trekken, benader hen actief”, oppert Boon van Ouders & Onderwijs. Juist om die reden heeft de Valentijnschool in Rotterdam een uitgebreid programma met ouderactiviteiten. “We willen ouders zo goed mogelijk opleiden tot loopbaanbegeleiders van hun kind. Het doel van educatief partnerschap is er samen voor zorgen dat de voorwaarden om te kunnen leren zo goed mogelijk zijn”, zegt locatieleider Martin Krijgsman.

De school in de wijk Delfshaven heeft te maken met 100 procent ‘nieuwe Nederlanders’. De ochtend begint met een koffie-inloop waar soms zestig ouders aan de koffie zitten. “Zo leren ze de weg in school kennen en weten ze waar ze vragen kunnen stellen”, vertelt medewerker ouderbetrokkenheid Sahila El Barkany. Ook biedt de school taalcursussen. “Ouders leerden soms in vijf jaar geen Nederlands”, weet schoolleider Krijgsman. De directie overlegt maandelijks met ouders tijdens de directie-inloop. “Vragen variëren van Citotoetsen tot veiligheid op school. Ouders hebben verschillende meningen en soms is het lastig een standpunt in te nemen waarmee iedereen tevreden is, maar over het algemeen creëert het meer een wij-gevoel dan wij-tegen-zij.”

Leerkrachten geven regelmatig presentaties over wat kinderen gaan leren, en tips en oefeningen hoe ouders daarbij kunnen ondersteunen. Ook is er de taal- en rekentassenuitleen. “Daarin zit een boek en een rekenspelletje dat ouders thuis spelenderwijs kunnen oefenen. Dat werkt heel goed”, merkt El Barkany. Daarnaast heeft de Valentijnschool een groep hoger opgeleide ouders die getraind zijn in bijles geven over begrijpend lezen. “Het is een pilot voor twintig kinderen die niet door hun eigen ouders begeleid kunnen worden. Enerzijds om de kinderen te helpen die zwak scoren en anderzijds om het geleerde thuis toe te passen op hun eigen kind, een ­win-winsituatie. Het is leuk om ouders met begrijpend lezen bezig te zien. En ouders die zich zorgen maken over onze soms lagere resultaten voor begrijpend lezen krijgen inzicht in hoe moeilijk dat te verbeteren is”, legt Krijgsman uit.

Zouden alle scholen meer de nadruk moeten leggen op didactische begeleiding van (zorg)leerlingen door ouders in plaats van ze te vragen voor allerhande klusjes? “Een school moet aansluiten bij de wensen en behoeften van ouders”, vindt Boon van Ouders & Onderwijs. “Dat betekent dat een school hiervoor kan kiezen. Bij sommige kinderen werkt het wellicht beter als een onbevangen buitenstaander hen begeleidt”, vult ­collega Hulsen aan.

Toegang tot dossier
Ouders willen beter geïnformeerd worden over de overgang po-vo en door toegang tot het complete leerlingdossier te krijgen, blijkt uit de Staat van de Ouder. Boon: “Ouders willen weten waar hun kind staat en hoe het met het welbevinden gaat.” Hulsen vindt het goed op enkele kernpunten regelmatig informatie te geven. “Het hele leerlingdossier hoeft niet open, maar ik ken een IKC waar de leerkracht elke zes weken met ouders en kind bespreekt of de doelen gehaald zijn. Dat is een mooie manier.” Bij toegang tot het complete dossier trekt schoolleider Krijgsman van de Valentijnschool ook een grens. “Het knelpunt is tijd. Als ouders inzicht krijgen in het hele dossier roept dat vragen op. Zeker in het basisonderwijs, waar kinderen uitstromen van praktijkonderwijs tot gymnasium, moet je Mohammed niet met Ibrahim vergelijken. Het ontbreekt leerkrachten aan tijd om alle vragen te beantwoorden.” Daarom mogen leerlingen van de Valentijnschool zelf hun cijferlijst bijhouden. “Ze mogen die voor de les begint aan hun vader en moeder laten zien. Dat valt heel goed bij ouders en voor ons is het een manier die wel werkt”, vult El Barkany aan (zie ook pagina 25).

Alle ouderactiviteiten op de Valentijnschool dragen bij aan een hogere eindopbrengst in groep 8. “We scoorden de afgelopen drie jaar drie keer boven de bovengrens die de inspectie stelt voor vergelijkbare scholen”, zegt schoolleider Krijgsman. Medewerker ouderbetrokkenheid El Barkany: “Er waren ouders die amper Nederlands spraken. Zij gaan nu met mij in gesprek, stellen de directie vragen en maken met hun kind een werkstuk. Simpele dingen, die ik tien jaar geleden niet had verwacht.” _

Meer weten?

  • Onlangs verscheen een herziene versie van de AVS-publicatie ‘Goed onderwijs, goede MR’
  • Het jaarlijkse WMS-congres op 29 november 2017 heeft onder andere workshops voor ouders in de (G)MR. Ook AVS-adviseur Jan Stuijver verzorgt een lezing
  • Ouders & Onderwijs fungeert als vraagbaak voor ouders waar schoolleiders naar kunnen verwijzen. Elke werkdag telefonisch bereikbaar van 10 tot 15 uur
  • Staat van de Ouder 2017
  • Project Versterking medezeggenschap

‘Ouders in de mr zitten vaak op een eiland’
In de Staat van de Ouder 2017 geven ouders aan dat zij zich niet herkennen in de huidige, formele vorm van medezeggenschap. Hoe kan dit beter?

Peter Hulsen, directeur Ouders & Onderwijs: “Ouders in de MR zitten vaak op een eiland. Door als school en ouders onderling in gesprek te gaan over bijvoorbeeld pesten – hoe ga je daarmee om, wie kun je erover aanspreken – kun je de MR voeden. Die kan dan beter het gesprek aangaan als het door school een pestprotocol krijgt voorgelegd. Ook kun je deskundige ouders betrekken, iemand in de financiële wereld als het over financiën gaat en bij digitalisering een ouder in de ict.”

Claudia Beemster, ouder en MR-voorzitter van basisschool Oostelijke Eilanden in Amsterdam: “We wilden een paar jaar geleden proactiever zijn als MR en niet afwachten tot er een document ligt waarmee je instemt of niet. We werken nu bijvoorbeeld samen met de directie aan een beleidsplan voor de tussenschoolse opvang, zodat je invloed hebt en er een plan ligt waar de MR achterstaat. Dit is de rol die van een MR verwacht wordt. Communicatie blijft een aandachtspunt. Op ouderportaal Schoudercom kondigen we aan dat de vergaderagenda en jaarplanning er zijn. We krijgen altijd input, dat is heel prettig.”

Paul van Lent, AVS-adviseur en betrokken bij het project Versterking medezeggenschap in het onderwijs: “Neem je klant, de ouder, mee in de meningsvorming. Dat begint bij de aanmelding op school: leg uit wat medezeggenschap is, wat het betekent voor ouders en welke rol je in de MR kunt spelen. Daaraan draagt het project en het begeleidingstraject met de MR zeker bij. We gaan na of en hoe men het gesprek aangaat met de achterban, of er een jaarplan is en nieuwe ouders worden geïnformeerd en hoe verkiezingen verlopen. Op veel plekken neemt het schoolbestuur de MR serieus, maar we zien soms ook dat het lastiger is en dat de MR én de directie bijvoorbeeld geen jaarplanning maken of stukken te laat aanleveren.”

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.