Ron Bruijn bespreekt  ‘De mooiste weg’, een boek over leiderschap van Johan Spitteler en Reinoud Buijs, beiden verbonden aan de leiderschapsopleiding van het Centrum voor Nascholing. De ondertitel geeft de kern van het boek goed weer: leiders met lerende teams op weg naar duurzame kwaliteit.

Het boek is bij uitstek bestemd voor schoolleiders die af willen van blauwdrukken, van alle dikke, uitgeschreven plannen en die met hun team willen werken aan een professionele leergemeenschap om een heel goede school neer te zetten. Schoolleiders die de moed hebben om samen met hun team op zoek te gaan naar manieren om hun onderwijs te verbeteren in de wetenschap dat zij zelf ook het nodige te leren hebben bij het leidinggeven aan die speurtocht. Schoolleiders die onderweg fouten durven maken, omdat leren niet gaat zonder fouten, kunnen aan deze publicatie veel hebben. Het boek geeft goede ‘reisverhalen’, alleen noodzakelijke theorie en bevat veel praktische handreikingen en hulpmiddelen.

Die ontdekkingsreis begint met het formuleren van de ambitie, het antwoord geven op de vraag waar de school heen wil. Met andere woorden: welke (hoge) verwachtingen heeft de school van de kinderen en van zichzelf? Waar wil de school het beste in worden? Waar krijgt het team energie van? Waar zit de diepe passie?

Vervolgens bespreken de auteurs hoe je kunt werken aan een professionele leergemeenschap en verschaffen ze steun met praktische aanwijzingen rond de vier kenmerken van zo’n leergemeenschap: het ontdekken van nieuwe aanpakken, het werken aan een betere inhoudelijke communicatie, het verbeteren van het leren van de leraren en het combineren van eigenaarschap met een grotere collectieve intelligentie van het team. Leidend zijn begrippen als gedeelde overtuigingen, waarden en visie, vertrouwen van zowel de schoolleiding in het team en in zichzelf als van de teamleden in zichzelf, elkaar en de leiding. Dat leidt tot steun in plaats van afrekenen en controle, en daardoor tot ontwikkeling en groei. Bij dit alles staat het leren van de kinderen centraal. Vier vragen worden voortdurend van een nieuw antwoord voorzien: Wat willen we dat onze kinderen kennen en kunnen? Hoe zorgen we dat we weten wat ze geleerd hebben? Wat doen we als ze het niet hebben geleerd? Hoe verrijken we voor kinderen die het al hebben geleerd?

Natuurlijk is de weg niet de rechte lijn en niet de kortste weg. Dat kan niet en eigenlijk weten we dat allemaal wel. Bovendien is de weg rijk voorzien van valkuilen, zoals gebrek aan vertrouwen, angst voor boosheid en conflicten, gebrek aan betrokkenheid, weerstand, sjoemelen met verantwoordelijkheid, enzovoort. Het kost dus moeite en inspanning, maar geeft een grote beloning in de vorm van kinderen die echt aan hun trekken komen, inclusief hun leraren.

De rol van de schoolleider komt ruim aan bod in het boek. Hij of zij gaat immers ook op weg, weet wel welke kant op, maar niet precies waar de aankomst is. Onderweg moet de schoolleider het team leiden, leraren ondersteunen, de mensen met de visie verbinden en met elkaar en het onderwijs, soms moeilijke gesprekken voeren met ouders en teamleden die even de weg kwijt zijn, klassen bezoeken, voor aandacht zorgen en nogmaals verbinden, verbinden en verbinden. Al deze inspanningen kunnen zorgen voor een duurzame kwaliteitsontwikkeling, waarvan de kinderen en de leraren volop profiteren.

De mooiste weg, leiders met lerende teams op weg naar duurzame kwaliteit, J. Spitteler en R. Buijs, Centrum voor Nascholing, 2012, ISBN 9789080898936. Het boek wordt momenteel (2013) in een tweede, herziene druk (met ondertitel ‘Naar leren en leiderschap in het onderwijs’) uitgegeven door Onderwijs maak je samen/ Stichting de Brink, zie www.onderwijsmaakjesamen.nl/magento, ISBN 9789081748452.

 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws