Dankzij een rendement van 7,3 miljard euro in het derde kwartaal is het ABP-vermogen gestegen tot ruim 200 miljard. Tegelijk groeiden de verplichtingen aan de deelnemers tot 155,6 miljard euro. Per saldo daalde de dekkingsgraad van 133,0% eind juni naar 129,3% eind oktober.
ABP noemt het rendement in het derde kwartaal van 3,9% op het vermogend goed. Uitschieter in de beleggingen was onroerend goed met een rendement van ruim 22% over de eerste negen maanden van het jaar. Daarnaast daalde de olieprijs, waardoor beleggen in grondstoffen een negatief rendement opleverde van ruim 15%. Sinds 1993 meldt ABP een gemiddeld rendement van 8,3%. Dat is meer dan de lange termijn doelstelling van 7%.
De inkomsten uit beleggingen hebben niet geleid tot een verbetering van de financiële positie. Oorzaak is de lagere rente op de kapitaalmarkt. Die rente daalde sinds eind juni tot 4,1%. Het betekent dat ABP de pensioenverplichtingen aan de deelnemers met 9,9 miljard euro moest verhogen.
ABP wijst er op dat de financiële positie nog altijd beter is dan voorzien in het herstelplan van 2005. Dankzij de goede beleggingsresultaten voldoet het fonds op dit moment aan de solvabiliteitseisen van toezichthouder De Nederlandsche Bank. De eisen die ABP zelf aan zijn financiële positie stelt, zijn strenger omdat ABP de ambitie heeft dat de pensioenen de lonen van overheid en onderwijs volgen.
Directeur Vermogensbeheer Roderick Munsters toonde zich tevreden over de beleggingsresultaten van 2006: 'Het lange termijn perspectief blijft bepalend voor de strategie van ABP en we zijn ervan overtuigd dat de herstelkracht van het fonds zich uiteindelijk ook zal vertalen in volledig herstel van de financiële positie.'
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.