De uitval van pabo-studenten die in 2006 begonnen zijn met hun studie bedroeg in het eerste jaar 38,7 procent, waarvan 12 procent de taal- en/of rekentoets niet haalde. Het uitvalpercentage ligt dit jaar 7,5 procent hoger dan in 2006, blijkt uit cijfers van het Cito en de HBO-raad. De HBO-raad slaat dan ook alarm.

In een reactie op de cijfers wijst voorzitter Doekle Terpstra op de noodzaak om op korte termijn maatregelen te nemen om de reken- en taalvaardigheid te verbeteren van scholieren die willen doorstuderen in het hoger onderwijs. “Wij staan voor een lastig dilemma. Aan de ene kant dreigt binnen enkele jaren een tekort te ontstaan aan leerkrachten in het basisonderwijs. Aan de andere kant blijkt dat van alle scholieren die zich melden aan de poorten van de pabo´s een aanzienlijk deel niet kan rekenen op het niveau van groep 8. Wij zijn niet bereid om concessies te doen aan de kwaliteit. Er zijn daarom dringend maatregelen nodig om de beheersing van cruciale basisvaardigheden op een hoger niveau te brengen.” Slechts weinig pabo-studenten met een vwo-vooropleiding blijken te struikelen over de rekentoets. 95 procent van hen slaagde. Onder havisten ligt dit percentage lager: 84 procent. Van alle studenten die tot de pabo werden toegelaten op basis van een mbodiploma slaagde uiteindelijk 61 procent voor de rekentoets. In tegenstelling tot de rekentoets is de landelijke adviesnorm die het Cito opstelde voor de taaltoets nog niet bindend voor alle pabo-opleidingen. Van alle pabostudenten die de toets maakten, voldeed ongeveer 50 procent aan de adviesnorm. De resultaten van voormalig havo-scholieren kwamen ongeveer overeen met dit landelijk gemiddelde. Onder studenten met een vwo-diploma lag dat percentage aanzienlijk hoger: 85 procent. De score van studenten die afkomstig zijn uit het mbo was lager: 34 procent.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws