De werkingssfeer van de `Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte´ (Wgbh/cz) gaat ook gelden voor de terreinen basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Daar heeft de ministerraad begin november op voorstel van staatssecretaris Bussemaker van VWS mee > `Nederlands onderwijs doet te weinig aan ondernemerschap´ Het Nederlandse onderwijs zou te weinig aandacht besteden aan het stimuleren van ondernemerschap. De vereiste ondernemende houding om daadwerkelijk ook de kennis toe te passen die welvaart en welzijn moet verhogen, blijft achter bij andere landen. Dit blijkt uit de recente publicatie `Ondernemend Onderwijs´ van adviesbureau Strategy Consultants. De Wgbh/cz is een zogenaamde aanbouwwet: de wet is al van toepassing voor andere sectoren en wordt nu verder uitgebreid met basis- en voortgezet onderwijs. Hiermee wordt de rechtspositie van gehandicapte en chronisch zieke leerlingen vanaf het schooljaar 2009 versterkt. In het onderwijs is soms nog steeds sprake van ongelijke behandeling, waardoor deze kinderen op achterstand worden gezet in hun deelname aan het maatschappelijke verkeer. Door de uitgebreide Wgbh/cz krijgen zij straks de mogelijkheid de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) om een oordeel te vragen als zij vinden dat ze onterecht ongelijk behandeld worden op grond van hun handicap of chronische ziekte. Dit voorstel betekent een verbetering van de kansen op het volgen van geschikt onderwijs voor leerlingen die met aanpassingen gewoon mee kunnen. De uitbreiding betekent géén verplichting voor scholen om kinderen aan te nemen, maar wel om te kijken hoe het beste uit het kind gehaald kan worden. Kijk voor meer informatie op www.minvws.nl/actueel/kamerstukken.