Leerlingen in het primair onderwijs in Nederland volgen vergeleken met andere landen relatief veel lesuren. In opdracht van het ministerie van OCW onderzocht het CAOP wat de mogelijke effecten zijn als de urennorm wordt verlaagd of als de onderwijstijd anders wordt ingericht. De uitkomsten van het onderzoeksrapport ‘Onderwijstijd: meer of minder?’ geven geen aanleiding om de urennorm aan te passen.
Nederland scoort internationaal inderdaad hoog wat betreft de onderwijstijd. Van de veertien onderzochte landen met een hoge onderwijskwaliteit is de gerapporteerde onderwijstijd nergens hoger dan in Nederland. Wat is het effect van een verlaging van de urennorm of een andere inrichting van de onderwijstijd op de leerresultaten van leerlingen en de werkdruk van leraren?De belangrijkste conclusie: het aantal lesuren is niet allesbepalend. De leerresultaten van leerlingen worden niet altijd beter bij meer onderwijstijd. Ook is er geen bewijs dat verlaging van de urennorm bijdraagt aan minder werkdruk en meer ontwikkeltijd voor leraren. Deze uitkomsten zijn belangrijk voor het politieke en maatschappelijke debat.
De internationale vergelijking laat al zien dat meer onderwijstijd niet altijd betekent dat de leerresultaten van leerlingen beter worden. Dit blijkt ook uit eerdere onderzoeken. In veel studies wordt wel een positief effect van onderwijstijd op leeropbrengsten gevonden. Maar er zijn ook studies die geen of zelfs een negatief verband vinden tussen onderwijstijd en de leeropbrengsten van leerlingen. In alle gevallen is het effect beperkt. Er zijn namelijk nog veel meer factoren die invloed hebben op de leerresultaten.
Vooral een effectieve invulling van de onderwijstijd is belangrijk. Verder spelen bijvoorbeeld ook de klassengrootte, de kwaliteit van de leraar, en het gedrag en de motivatie van de leerlingen mee. Meer onderwijstijd zorgt vooral voor betere leesprestaties bij leerlingen die onder het gemiddelde presteren en voor langzaam lerende leerlingen. Ook achterstandsleerlingen en leerlingen uit economisch minder welgestelde gezinnen hebben meer profijt van meer onderwijstijd.
In het onderzoek is geen bewijs gevonden dat minder onderwijstijd positieve effecten kan hebben voor leraren. Nederlandse leraren besteden in vergelijking met hun collega’s in andere landen al relatief veel tijd aan hun professionele ontwikkeling. En voor de werkdruk die leraren ervaren, is niet het aantal lesuren bepalend, maar wat er van hen wordt gevraagd. Dat wordt steeds meer, zoals de toegenomen administratieve lasten, het curriculum dat is uitgebreid, Passend onderwijs en de eisen die de (meer diverse) samenleving aan het onderwijs stelt.
Nederland staat bijna bovenaan als het gaat om de tijd die leraren in het primair onderwijs besteden aan administratieve taken. Een van de adviezen in het onderzoek is dan ook om te verkennen hoe de administratieve lasten van leraren kunnen worden verminderd. Daarbij kan gekeken worden naar de inrichting van het onderwijs in het buitenland.
In het politieke en maatschappelijke debat speelt de vraag of de urennorm in het primair onderwijs aangepast moet worden. De uitkomsten van het CAOP-onderzoek geven daar geen aanleiding voor. De lesgevende taak van leraren lijkt juist sterk bij te dragen aan hun werktevredenheid en daarom adviseren de onderzoekers om in de discussie niet alleen te focussen op de onderwijstijd.
Het is wenselijk om breder te kijken naar alle taken binnen de volledige werkweek van de leraar en te verkennen hoe die werktijd anders kan worden ingevuld. Ook is het belangrijk te investeren in de kwaliteit en effectiviteit van leraren om de leerresultaten van leerlingen te verbeteren.