Sociale partners in het primair onderwijs, waaronder de AVS, roepen politieke partijen op om ervoor zorg te dragen dat de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs kan worden gedicht in de komende regeerperiode. De AVS roept al jaren op tot het dichten van de loonkloof zeker ook voor schoolleiders, zoals de claim in 2017 en recente brieven. Het is – zeker nu – belangrijk! De organisaties zijn verheugd dat de loonkloof ook in de verkiezingsprogramma’s erkend wordt als een probleem. Structureel is 900 miljoen euro nodig om de loonkloof te dichten.
Werknemers in het primair onderwijs met gelijkwaardige taken en verantwoordelijkheden verdienen minder dan hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Het gaat daarbij om leraren, onderwijsassistenten, andere onderwijsondersteuners en schoolleiders. Over de hele linie is er een niet uit te leggen verschil in beloning. Dat staat in de weg bij oplossingen voor het leraren- en het schoolleiderstekort, zo meldt het manifest.
“Het enorme belang voor kwaliteit en continuïteit van onderwijs hangt samen met voldoende professionele schoolleider. Het enorme schoolleiderstekort begint eindelijk een vraagstuk te worden dat gezien en begrepen wordt. Dat geldt ook voor het belang van erkenning en waardering voor de schoolleider. Een eerlijk salaris dat past bij de verantwoordelijkheid hoort daarbij”, zegt AVS-voorzitter Petra van Haren.
Tijdens de Coronacrisis wordt eens te meer duidelijk hoe belangrijk het primair onderwijs is. In Coronatijden maar vooral ook daarna is onderwijs van het grootste belang voor de ontwikkeling van onze jeugd en in groter perspectief voor de kenniseconomie.
Voor het borgen van de onderwijskwaliteit en -continuïteit, het structureel aanpakken van kansengelijkheid, het ontwikkelen en innoveren van onderwijs en het inlopen van de huidige onderwijsvertragingen is het cruciaal dat de goede mensen voor het onderwijs behouden en aangetrokken kunnen worden.
Voor het realiseren van een aantrekkelijke en dynamische onderwijsarbeidsmarkt is het gelijkwaardig belonen in het funderend onderwijs een harde voorwaarde.
Het dichten van de loonkloof met VO betekent:
Deze punten vergen een structurele investering van 900 miljoen euro. De onderwijsorganisaties geven aan verheugd te zijn over de substantiële incidentele investering in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs voor herstel en het ondervangen van de gevolgen van de Coronacrisis. Maar het is volstrekt helder dat dat incidentele bedrag niet bedoeld is en ook niet kan worden ingezet om de beschreven loonkloof te dichten. Daarvoor is een structurele investering nodig.
Naast de AVS ondertekenen CNV Onderwijs, Federatie van Onderwijsvakorganisaties, AOb en de PO-Raad het manifest.