Niet alleen je boekencollectie moet op orde zijn, het liefst vul je de schoolbieb ook met zitzakken, waarop leerlingen heerlijk onderuitgezakt in een spannend verhaal kunnen verdwijnen. Hoe richt je de bibliotheek zo in dat het leesniveau op jouw school verbetert?
“Wij willen dat onze leerlingen zich in hun latere leven goed kunnen redden in onze maatschappij”, zegt directeur Marike Venema van de Brederoschool, een basisschool met zo’n 500 leerlingen in de stad Groningen. Daarvoor is het van groot belang dat je goed kunt lezen, zowel technisch als begrijpend. Om goed te leren lezen moet je het veel en vaak doen: in kranten, stripboeken en leesboeken.”
De meeste schooldirecteuren in Nederland streven dit na met hun team. Toch scoren Nederlandse jongeren niet goed. Het Programma for International Student Assessment (PISA) meet de leesvaardigheid van 15-jarigen wereldwijd. Uit dit internationale onderzoek blijkt dat een kwart van
de Nederlandse jongeren onvoldoende geletterd is.. Een verklaring kan misschien gevonden worden in hetzelfde onderzoek, waaruit blijkt dat de leesmotivatie van Nederlandse jongeren te wensen overlaat. Twee derde van de jongeren geeft aan alleen te lezen als het moet en 42 procent vindt lezen tijdverspilling.
Bij de Brederoschool in Groningen doen ze er alles aan om leerlingen aan het lezen te krijgen. Een schoolbibliotheek met een collectie die is afgestemd op de doelgroep en die up-to-date gehouden wordt, zien ze daarbij als een basisvoorwaarde.
Venema: “Tot twee jaar geleden hadden we hier wel een bibliotheek, maar die was gedateerd en niet afgestemd op onze leerlingen. Daarom hebben we Leesvink ingeschakeld, een bedrijf dat daarin gespecialiseerd is.”
Merel de Vink, eigenaar van Leesvink, heeft sinds 2013 voor tientallen basisscholen een bibliotheek opgezet. “Voordat ik een collectie samenstel, kijk ik eerst naar de parameters van de school, de demografische kenmerken, of er thuis wordt gelezen, welke methode gebruikt wordt en of de school vakoverstijgend wil werken. Op al die punten probeer ik met de collectie aan te sluiten.”
De Vink merkt dat steeds meer scholen veel waarde hechten aan een goede bibliotheek. Alhoewel ze ook nog weleens schooldirecteuren ontmoet die met de mond belijden dat ze lezen belangrijk vinden, maar die als het erop aankomt liever investeren in shirtjes voor de sportdag. “En dan heb je nog scholen die met een sponsorloop een bedrag bij elkaar willen lopen voor de schoolbibliotheek. Op zich is daar niets mis mee, maar ik vind dat de aanschaf van nieuwe boeken jaarlijks op de begroting moet staan. Dan neem je het serieus en loop je niet het risico dat je collectie na een paar jaar gedateerd is.”
Behalve een bibliotheekcollectie in eigen beheer kunnen scholen ook kiezen voor de Bibliotheek op school. Dit is het landelijk programma waarin onderwijs, bibliotheek en gemeente de handen ineenslaan om dagelijks op school aandacht te besteden aan leesplezier en mediawijsheid.
“De Bibliotheek op school is meer dan een collectie boeken”, zegt programmaspecialist Bart Droogers van Stichting Lezen. “Vooral onze leesconsulenten maken het verschil. Je hoort vaak het adagium in leesbevorderingsland dat een kind dat niet van lezen houdt nog niet het juiste boek gevonden heeft. De leesconsulenten hebben de expertise en kennis om in dat streven een centrale rol te spelen. Door leerkrachten te leren hoe ze leerlingen warm kunnen maken voor lezen, door voorleestips te geven, door samen te grasduinen in de collectie en te bepalen welke boeken voor welke leerlingen geschikt zijn. Ook zorgen de leesconsulenten ervoor dat de collectie jaarlijks een update krijgt.”
Droogers benadrukt dat scholen in dat streven dezelfde inspanning moeten leveren als de bibliotheken. “Sowieso is de leescoördinator – vaak een leerkracht die daar taakuren voor krijgt – vanuit de school de spin in het web. De leescoördinator wordt door ons met behulp van de cursus Open Boek opgeleid in leesbevordering en literatuureducatie en trekt samen met de leesconsulent op.”
Voor scholen is dat een behoorlijke tijdsinvestering, erkent Droogers. “Vooral de laatste tijd merken we dat dat weleens lastig is, omdat de werkdruk in het onderwijs toeneemt en het lerarentekort oploopt.”
Bijna de helft van de basisscholen en een kwart van de scholen in het voortgezet onderwijs werken met de Bibliotheek op school. Zo ook Parmant Scholen, een samenwerkingsorganisatie van zes middelbare scholen – van vmbo tot vwo – in Eindhoven.
Rector Corinne Sebregts: “We werken graag samen met de bibliotheek om de leesmotivatie en het leesplezier te bevorderen. Bovendien is het een partner die wil ondersteunen en meedenkt over onze ambities. Samen proberen we onze leerlingen de weg naar de bibliotheek te laten vinden. Als ze die eenmaal gevonden hebben, weten ze die waarschijnlijk na school nog steeds te vinden.”
Sebregts vertelt dat een schoolbibliotheek en samenwerking met bibliotheken de kansenongelijkheid in het onderwijs verkleint. “Ik maak me bijvoorbeeld geen zorgen om kinderen van hoogopgeleide ouders. Vaak wordt lezen in die gezinnen wel gestimuleerd, maar dat geldt niet voor kinderen van ouders die zelf niet met lezen zijn opgegroeid. Die leerlingen moet je echt naar de bibliotheek zien te trekken.” Dat doe je volgens Sebregts met enthousiaste docenten en bibliotheekmedewerkers en met een mooi ingerichte mediatheek met een comfortabele leesbank en zitzakken.
Ook onderbouwcoördinator Balou Kiljan, groep 3-leerkracht van basisschool Buutplaats in Den Haag, heeft gemerkt dat dat belangrijk is. “Wij hebben afgelopen jaar, samen met Leesvink, een compleet nieuwe bibliotheek opgezet. Uit een enquête onder leerlingen kwam naar voren dat ze graag een comfortabele plek willen om te lezen. Daarop hebben wij een heel lokaal vrijgemaakt en ingericht, waar nu bijvoorbeeld verschillende zitzakken liggen.” Volgens Kiljan is de bibliotheek bij haar op school een succes. “Hoe we dat merken? Tot vorig jaar liepen leerlingen uit groep 8 nog met Donald Duckjes rond, de afgelopen maanden zag je veel groep 8-leerlingen Harry Potter-boeken lezen. Op zich leren kinderen ook van het lezen van Donald Duck, maar met de boeken van J.K. Rowling gaat de leesontwikkeling toch wat sneller.”
Ook de Buutplaats, gelegen in de Haagse Schilderswijk, gebruikt de bibliotheek om kinderen aan het lezen te krijgen. Daarvoor heeft de school diep in de buidel getast, vertelt Kiljan. “Uiteindelijk heeft de collectie, een aantal boekenkasten en de inrichting van het leeslokaal zo’n 30.000 euro gekost.”
Venema denkt dat je ook een mooie basiscollectie hebt voor zo’n 10.000 euro. “Op zich is dat nog een behoorlijk bedrag voor een gemiddelde basisschool, maar als je dat afschrijft over tien jaar is het goed te doen.”
Volgens programmaspecialist Droogers moeten scholen die met de Bibliotheek op school werken, rekenen op zo’n 50 euro per leerling per jaar. “Maar die kosten hoeven ze niet alleen te dragen. Meestal betaalt een school 10 tot 20 euro en wordt de rest gesubsidieerd door de bibliotheek of door de gemeente.” Hij raadt scholen aan om eerst contact te leggen met een van deze partijen en om samen met de scholen binnen de stichting op te trekken.
Kunnen scholen de NP Onderwijsgelden gebruiken om een bibliotheek op te zetten of om deel te nemen aan de Bibliotheek op school? Droogers: “Ja, uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ons programma een positief effect heeft op de leesvaardigheid en -frequentie van jongens en meisjes. Dus als je de NPO-gelden daarvoor inzet, voldoe je aan de eisen.”
Ook De Vink ziet de schoolbibliotheek als een instrument om achterstanden op taalgebied van het afgelopen jaar in te lopen. Bij de Buutplaats in Den Haag hebben ze besloten om 4.000 euro van de NPO-gelden te gebruiken voor het up-to-date houden van de boekencollectie. Leescoördinator Kiljan: “Als onze leerlingen meer en beter gaan lezen, heeft dat ook een effect op de resultaten bij rekenen en de zaakvakken, want die zijn heel talig.”
Tot slot blijkt voor scholen de bibliotheek ook een visitekaartje. Venema maakt met nieuwe ouders vaak een rondje door de school. “Ik vertel altijd hoe belangrijk wij lezen vinden en dat we veel moeite doen om het lezen onder kinderen te bevorderen. Als we dan langs onze bibliotheek komen en we zien daar leerlingen snuffelen in boeken of gewoon lekker zitten lezen, dan ben ik altijd trots. En dat merken de ouders.”
Ontlezing bij pabo-studenten
Leesbevordering staat of valt met het enthousiasme van leraren. Uit recente onderzoeken blijkt dat 40 procent van de huidige pabo-studenten nooit een boek leest en dat twee derde van de pabo-docenten hun afgestudeerden onvoldoende competent acht om lezen te bevorderen. Hoe zorgelijk is dat? Droogers: “Het is niet per definitie zo dat een leraar die zelf niet leest, het lezen onder zijn leerlingen niet kan bevorderen, maar je mist wel die eigen ervaring die zo inspirerend kan werken. Iemand met passie voor lezen kan dat ook overbrengen op leerlingen.” Ook rector Sebregts kan zich niet voorstellen dat die (lees)vonk overspringt als een leraar niets met lezen heeft. “Daarom krijgen de docenten bij ons ook allemaal een abonnement op de bibliotheek vergoed en bespreken we hun voorbeeldgedrag.” Columniste Aleid Truijens wond zich in de Volkskrant van 15 maart jl. behoorlijk op toen ze de onthutsende resultaten uit de betreffende onderzoeken las. Daarbij maakte ze een treffende vergelijking: “Een basisschoolleraar die niet leest, is als een dierenarts die een hekel heeft aan dieren of een piloot die niet graag vliegt. Lezen is het belangrijkste vak op school, geen keuzemodule.”
Interessant?
Dit artikel stond in Kader, het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden maandelijks ontvangen. AVS komt op voor de belangen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs. Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan iedere maand een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.