Lerarentekorten en leerachterstanden dwingen het onderwijs creatief te worden. Rector Jean Wiertz van het Sint-Janlyceum in Den Bosch weet daar alles van. Hij zet zijn bovenbouwleerlingen in om de leerachterstanden op basisscholen uit de buurt aan te pakken.
De leerachterstanden door corona waren in groep 6, 7 en 8 van de basisschool dusdanig, dat de bestuurder van Signum (waar veel basisscholen uit Den Bosch onder vallen) bij rector Jean Wiertz aanklopte. Het verzoek was of scholieren van zijn Sint-Janlyceum getraind konden worden door pabo-studenten om vervolgens basisschoolleerlingen te begeleiden. Het heeft geleid tot een allesbehalve alledaagse samenwerking: Talent2Teach. Hierbij slaan het funderend onderwijs en het hoger beroepsonderwijs de handen ineen.
Wiertz zei volmondig ‘ja’ tegen deze bijzondere samenwerking. Waarom? “Het is een manier om kansenongelijkheid tegen te gaan. “Het gaat om kinderen die in een omgeving opgroeien die wat minder kansrijk is. Zij krijgen op deze manier extra aandacht en voelen zich gezien zónder dat er een commercieel instituut bij betrokken is. De groepsleerkracht bepaalt welke kinderen in aanmerking komen voor de kennisclub, zoals we het noemen.”
Negen leerlingen uit het voortgezet onderwijs begeleiden ieder een groepje van drie kinderen. Daarvoor hebben deze jongeren eerst een pedagogisch-didactische cursus van drie dagdelen gevolgd. De scholieren krijgen vervolgens begeleiding van pabo-studenten, die zo praktijkervaring opdoen. Alle partners doen mee met hun eigen personele inzet. Het salaris van de middelbare scholieren wordt betaald door Stichting Leergeld. Deze tieners zijn puur uitvoerend bezig en verbinden zich voor minimaal een half jaar aan het project. De groepsleerkracht is eindverantwoordelijk.
Wiertz: “Drie uur in de week begeleiden de scholieren op een basisschool een groepje kinderen. Daarnaast geven ze online nog eens zeven uur begeleiding. Het gaat veelal om taal, rekenen en begrijpend lezen.”
Deze manier van werken slaat aan, vertelt Wiertz. “Scholieren staan vanwege hun leeftijd dichterbij de basisschoolleerlingen en kunnen de lesstof goed laten aansluiten op hun belevingswereld. De kinderen hebben succes op school en krijgen aantoonbaar veel extra aandacht.”
Is iedere scholier geschikt voor het geven van deze begeleiding? “Nee! We hebben streng geselecteerd. Op onze school zitten veel getalenteerde leerlingen, die iets extra’s aankunnen. Het gaat om slimme jonge mensen met overcapaciteit, die sociaal en slagvaardig zijn en zich willen inzetten voor het maatschappelijk belang. Veel scholieren vinden het erg leuk om kinderen te helpen. Dat is een belangrijke motivatie.”
En, er zitten nog andere voordelen aan deze samenwerking? Wiertz: “Scholieren kunnen zo verkennen of ze later misschien in het onderwijs willen werken. De meesten van hen zijn heel enthousiast over lesgeven. Ze gaan nadenken of het onderwijs iets voor hen is. Er zijn ook leerlingen die dankzij dit traject weten dat ze geen leraar willen worden, ook dat is waardevol.”
Obstakels? “Ik kan er geen noemen. Je moet je als school flexibel opstellen en het niet erg vinden dat een leerling eens een les mist. Je hebt immers met veel roosters te maken. Daarom is het goed als getalenteerde leerlingen hieraan meedoen, die weleens uitleg kunnen missen. Ik was meteen enthousiast over het idee. Het mes snijdt echt aan alle kanten. Ook ouders zijn enthousiast. Het moet dan ook voor iedereen een succeservaring zijn.”
Interessant?
Dit artikel stond in KADER , het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden exclusief ontvangen. Wil jij KADER ook op de deurmat hebben? Word lid of abonnee, ontvang voortaan een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.