Uit onderzoek naar de pedagogische kwaliteit van de buitenschoolse opvang (bso) door het Kohnstamm Instituut blijkt dat de bso’s in Nederland gemiddeld goed scoren, maar dat er op het gebied van communicatie tussen opvang en basisscholen nog heel wat te winnen valt.
Hoe veilig voelen kinderen zich op de bso en kunnen zij zich ontwikkelen, zowel als persoon als in de omgang met elkaar als met de pedagogisch medewerkers? Dat waren vragen waar het Kohnstamm Instituut antwoord op wilde krijgen. Over het algemeen scoren de bso’s een voldoende. Echter, de communicatie tussen de bso’s en basisscholen kan beter. Zo vindt onderzoekster Marianne Boogaard van het Kohnstamm Instituut dat de beide partijen elkaar op de hoogte moeten brengen bij problemen van het kind, bijvoorbeeld ruzie in de klas. En in praktisch opzicht het communiceren van de agenda van de school, bijvoorbeeld als een schooldag uitloopt door een geplande sinterklaasviering. Als laatste punt noemt Boogaard het uitwisselen van pedagogische opvattingen.
Op andere punten scoren de bso’s wel goed, zoals de inrichting van de ruimtes en de dagindeling met het activiteitenaanbod. Het Kohnstamm Instituut noemt het bemoedigend dat de pedagogische kwaliteit van de buitenschoolse opvang in Nederland over het algemeen in orde is. De vraag is of de branche tevreden is met de voldoende, of dat ze zich willen inzetten voor een hogere score.
Het Kohnstamm Instituut presenteerde de resultaten begin oktober aan de Tweede Kamer, inclusief een ‘Kwaliteitsmonitor BSO’, waarmee bso-aanbieders hun eigen pedagogische kwaliteit in beeld kunnen brengen. Meer informatie: www.sco-kohnstamminstituut.uva.nl.