Minister Wiersma van Onderwijs geeft SLO de ruimte om ook aan de slag te gaan met de kerndoelen voor de vakken die niet worden beschouwd als basisvaardigheid. Dat is goed nieuws, want de vrees bestond dat de ontwikkeling van die kerndoelen op de lange(re) baan geschoven zou worden.
Zoals de minister het voor zich ziet, gaan alle scholen in de loop van het schooljaar 2024-2025 met de vernieuwde kerndoelen aan de slag. Dat is dus iets waar je al rekening mee kunt houden bij het maken van de nieuwe schoolplannen.
In zijn brief d.d. 23 februari 2023 stelt de minister vast dat het ontwikkelproces van de kerndoelen voor de basisvaardigheden (taal, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid) op koers ligt en dat deze kerndoelen op tijd (= zomer ’23) en met voldoende kwaliteit worden opgeleverd. En dus concludeert hij dat “het verstandig en uitvoerbaar is om te starten met het ontwikkelen van kerndoelen voor de andere leergebieden.”
Wat de set kerndoelen voor de basisvaardigheden betreft: het schooljaar 2023-2024 zal gebruikt worden om een aantal pilots uit te voeren met als vraag: zijn de kerndoelen hanteerbaar? Aan de hand van die ervaringen wordt een plan uitgewerkt om deze kerndoelen te implementeren. Er wordt gekoerst op medio 2024 voor het wetgevende traject.
De kerndoelen voor de basisvaardigheden gaan de hoofdmoot van het onderwijs vormen en het is de wens van de minister dat ook vanuit de andere kerndoelen/vakgebieden de verbinding wordt gelegd met de basisvaardigheden, zoals de Onderwijsraad ook adviseert in zijn advies over Taal en Rekenen: dus bijvoorbeeld aandacht voor spelling bij het maken van opdrachten in de geschiedenisles, of aandacht voor het lezen van grafieken in de aardrijkskundeles.
De minister geeft aan de zorgen te horen over overladenheid van het curriculum, onder andere door de introductie van kerndoelen voor Burgerschap en Digitale Geletterdheid. Voorlopig echter houdt hij vast aan zijn voornemens. “Uiteindelijk draait het natuurlijk niet om de omvang, maar om de kwaliteit van het curriculum en de uitvoering daarvan,” voegt hij daaraan toe.
Er komen geen aparte kerndoelen voor persoonsvorming en socialisatie in het landelijke curriculum. Wel worden er kerndoelen opgenomen in leergebieden die kunnen bijdragen aan persoonsvorming en socialisatie, in leergebieden waar dat passend is en zonder afrekenbaar resultaat (ervaringsdoelen).
Ook wil de minister toewerken naar het periodiek onderhoud van het curriculum. De minister: “Dat vereist een modernisering van de curriculumketen en de betrokken partijen. Bij deze modernisering breng ik alle activiteiten omtrent het curriculum meer samen dan nu het geval is. Ik ben voornemens de Onderwijsraad als aanvullende taak te geven periodiek (eens in de tien jaar) een strategisch advies uit te laten brengen over het curriculum (waar moet het curriculum heen?). Op basis van zo’n strategisch advies van de Onderwijsraad vraag ik een permanent en onafhankelijk Curriculumcollege om op meer tactisch niveau een vertaalslag te maken naar wat dit concreet betekent voor het curriculum.”
Over het Curriculumcollege schrijft de minister het volgende: “Dit Curriculumcollege bestaat uit een balans van in de basis leraren van verschillende onderwijssectoren, vakverenigingen, wetenschappers en curriculum- en toetsexperts. Hierin nemen nadrukkelijk geen (overige) bestuurlijke partijen zitting om grote, slepende discussies over het curriculum te voorkomen.”
AVS volgt de ontwikkelingen rond de nieuwe kerndoelen en houdt je op de hoogte.