Hanneke Blom is sinds twee jaar meerscholendirecteur van drie scholen voor speciaal onderwijs (cluster 4) in de regio Den Haag en een expertisecentrum voor gedrag dat scholen voor primair onderwijs ambulant begeleidt. Haar opdracht: zorg ervoor dat de scholen onderling niet langer met elkaar concurreren, maar dat ze samenwerken als één onderwijsgroep. Elkaar aanvullen vanuit hun eigen kracht en expertise. En dat allemaal tegen de achtergrond van Passend onderwijs.
Hoewel ze naar eigen zeggen nog in de beginfase zit, heeft Blom al veel werk verzet. Zo begeleidde ze de teams van de drie scholen bij het proces rondom het benoemen van hun locatieleiders en kreeg het expertisecentrum een coördinator. “Belangrijk hierbij was dat deze leidinggevenden achter dezelfde overkoepelende visie staan als ik. We komen een keer in de twee weken samen. Eerst om elkaar en onze organisaties te leren kennen en daarna om het kader van onze samenwerking vast te stellen. Hoe zien we eruit in 2020? Gelijktijdig organiseren we voor en met alle teams schooldoorbrekende, thematische studiedagen. Aanvankelijk over de expertise die we al hebben en nog willen ontwikkelingen. We bezitten namelijk een schat aan ervaring en kennis, waard om te delen met elkaar en bruikbaar op al onze scholen. Een ander thema is communicatie – onderling, met leerlingen, ouders en ook de MR- en OR-raden willen met elkaar in gesprek gaan. Maar ook het introduceren van een nieuwe leermethode onder leiding van een van de drie scholen, het ontwikkelen van een lesprogramma voor de onderbouw, het implementeren van een overkoepelend leerlingzorgsysteem en gezamenlijke gedragsmethodiek. Daarnaast voeren we samen overleg over leerlingen die een ander lesaanbod of andere onderwijsondersteuning nodig hebben dan de school waar ze ingeschreven staan kan bieden. Insteek is overplaatsing zoveel mogelijk te voorkomen en vanuit de zelfevaluaties kijken op welke school we eventueel aanvullende kennis halen om een kind zo optimaal mogelijk te onderwijzen.” Blom heeft de diverse leidinggevenden inmiddels zodanig in hun kracht gezet, dat ze er zelf als initiatiefnemer tussenuit stapt en meer de hoofdlijnen bewaakt. “Mijn volgende stap is de professionalisering en het uitwisselen van teamleden op de agenda zetten.” De drie so-scholen van Blom hebben elk hun eigen ‘DNA’, dat varieert van onderwijs voor zeer moeilijk (lerend en) opvoedbare kinderen tot leerlingen met internaliserende en externaliserende (gedrags)problemen. “Dat moet zo blijven, want die verschillende expertises hebben we allemaal nodig. Binnen het samenwerkingskader geef ik de scholen dan ook veel vrijheid en bewegingsruimte om zelfstandig te werken. Het gaat erom dat we elkaars kennis en kunde gebruiken om samen het beste onderwijsen ondersteuningsaanbod te bieden.”
Niet zwaarder, wel ingewikkelder
Blom ziet de veranderingen door Passend onderwijs eerder positief dan negatief. “Er wordt meer samengewerkt tussen regulier en speciaal (basis)onderwijs. Veel besturen faciliteren dat ook. En onderwijs en jeugdhulp proberen elkaar meer te vinden door samen te werken in onderwijszorgarrangementen en -projecten. Voor ons is het toeleidingstraject niet zwaarder geworden, maar de beleidsvrijheid van de samenwerkingsverbanden maakt het ingewikkelder voor een school en ambulante dienst met een regiofunctie. Toelaatbaarheidsverklaringen hebben een verschillende houdbaarheidsduur. En elk samenwerkingsverband heeft andere toeleidingsvoorwaarden. We proberen de ‘papieren werkdruk’ te verlagen door ons ict-systeem zo in te richten dat het leerkrachten ontzorgt.” Ondanks de komst van Passend onderwijs zijn de scholen van Blom op dit moment aan het groeien. “Dat komt onder andere doordat de jeugdhulpverlening korter behandelt. Maar ook het gewijzigde achterstandenbeleid, het eerder signaleren van ontwikkelingsproblemen op de basisschool en de instroom van leerlingen uit andere culturen en oorlogsgebieden spelen een rol.” Ze herkent het beeld uit de laatste voortgangsrapportage Passend onderwijs dat de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp beter moet. “Er ontbreekt nog het uitgangspunt dat een kind recht op onderwijs heeft, ook in periodes van behandeling. We moeten elkaar beter vinden in de balans tussen het kijken naar het individuele kind en de groepsdynamica op school.”
Samenwerken met basisonderwijs
De meerscholendirecteur hoopt in de toekomst (nog) meer te kunnen samenwerken met het basisonderwijs. En haar expertise anders in te zetten. Ze zoekt naar basisscholen die intensief willen optrekken met haar scholen, door onder andere het uitwisselen van kennis en personeel. “In andere regio’s zijn de eerste ervaringen positief.” Een andere wens van Blom is het gezamenlijk bouwen aan een kindcentrum, waar het so onderdeel van is. “Waarin we onder andere samen met de basisscholen onderwijs en ondersteuning vormgeven en leerlingen in hun eigen omgeving een passende onderwijsplek bieden. Liefst onder één dak. Met co-teaching en praktische ondersteuning bij het terugplaatsen van leerlingen. Zodat kinderen uit het speciaal onderwijs indien haalbaar makkelijk terug kunnen keren in het basisonderwijs, maar wel met onze nazorg. We moeten elkaar hierin steeds meenemen en dit duidelijk faciliteren, bijvoorbeeld door het inbouwen van uitwisselingsmomenten. Professionele leergemeenschappen vormen, ook met het sbo. Je hebt daarvoor wel een groep scholen om je heen nodig die hiervoor openstaat en dit kan en wil realiseren.”
Hanneke Blom is een van de schoolleiders van de ‘scholen die stralen’ uit de Staat van de Schoolleider 2017, zie www.avs.nl/ artikelen/inspirerendevoorbeeldencentraal indestaatvandeschoolleider2017
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.