Kabinet gaat strenger toezien op fusies

Leerlingen, leerkrachten en ouders voelen zich niet altijd meer gezien en gehoord door de schaalvergroting die vanaf het midden van de jaren tachtig in alle onderwijssectoren nadrukkelijk is gestimuleerd door de overheid. Die schaalvergroting heeft de menselijke maat echter onder druk gezet. Daarom wil het kabinet – op advies van de Onderwijsraad – een fusietoets invoeren.

Daarnaast komt er een verkenning naar de wenselijkheid en de juridische en financiële gevolgen van het vergemakkelijken van uittreden uit een instelling. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van onder andere minister Plasterk. Vanaf het midden van de jaren tachtig zijn veel besturen, soms tegen wil en dank, gaan fuseren om beter maatwerk te kunnen leveren, de doorstroming van leerlingen te vergemakkelijken en de bestuurskracht van instellingen (zowel qua financiën als personeelsbeleid) te vergroten. De schaalgrootte van schoolbesturen en scholen is al enkele jaren onderwerp van discussie. Een onderwijsinstelling zou overzichtelijk moeten zijn, zodat de betrokkenen en belanghebbenden zeggenschap en keuzevrijheid hebben en zich samen verantwoordelijk weten voor de school en de lijnen van besluitvorming kort zijn. Te grote schoolbesturen of scholen kunnen leiden tot een gebrek aan keuzevrijheid en het maatschappelijk draagvlak (legitimatie) bij leerlingen, ouders en leerkrachten aantasten. De inzet van het kabinet is in eerste instantie dat instellingen een mogelijke fusie zelf zorgvuldig wegen en waarborgen dat alle direct betrokkenen daarin worden gehoord. Zo komt er een verplichting voor besturen om zich vooraf en achteraf nadrukkelijk te verantwoorden aan de direct betrokkenen in en rondom de school. Daarnaast wordt de rol van ouders en personeel bij het interne toezicht versterkt en komt er een professioneel statuut om de positie van leerkrachten te versterken. Verder komt er binnen een à twee jaar ook een fusietoets in het onderwijs. De criteria voor het al dan niet toestaan van een fusie kunnen onder meer betrekking hebben op het marktaandeel en monopolievorming of op variëteit van het onderwijsaanbod binnen een bepaalde regio. Bovendien wordt overwogen kleine schoolbesturen een ruimere vergoeding te geven voor professionele ondersteuning. Om de medezeggenschap te versterken, overweegt het kabinet ouders in het primair en voortgezet onderwijs een initiatiefrecht te geven om het bestuur te verzoeken om als school uit het bestuurlijk verband te treden en dus zelfstandig verder te kunnen gaan. De Onderwijsraad is gevraagd hierover te adviseren.

Advies
De plannen van het kabinet voor onder meer de fusietoets zijn gebaseerd op het advies `De bestuurlijke ontwikkeling van het Nederlandse onderwijs´ dat de Onderwijsraad onlangs publiceerde. De raad is van mening dat ook wanneer het aantal aanbieders in een regio afneemt doordat schoolbesturen fuseren, er voor ouders wat te kiezen moet blijven. Op dit moment is daarvoor geen garantie. De raad: “Verscheidenheid van voorzieningen en van besturen is een belangrijk kenmerk van onderwijs; diversiteit in levensbeschouwelijke richtingen en pedagogisch-didactische concepten is noodzakelijk. Daarvoor zijn minimaal twee aanbieders ter plekke nodig.”

Niet alle fusies hoeven getoetst, vindt de Onderwijsraad. De toetsingsdrempel varieert per sector: de raad denkt aan een orde van grootte van 2.500 voor het basisonderwijs. Om de fusie goed te keuren geldt de eis dat er voldoende bestuurlijke variëteit blijft als twee besturen in één regio willen fuseren. Voor het basisonderwijs is hierbij sprake van een kleiner relevant geografisch gebied dan voor het voortgezet onderwijs of mbo en hbo. De Onderwijsraad pleit voor de inrichting van een Onderwijskamer bij de NMa voor de uitvoering van de fusietoets. De minister van Onderwijs moet uiteindelijk bepalen welke criteria definitief in de fusietoets worden gehanteerd, zoals de hoogte van de toetsingsdrempel en de inhoudelijke criteria waarop een fusie beoordeeld wordt.

Meer informatie: www.onderwijsraad.nl en www.minocw.nl

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.