Begin 2009 is de landelijke stichting Jeugdcultuurfonds van start gegaan. Het fonds zet zich in om kinderen in achterstandssituaties mee te laten doen aan culturele of kunstzinnige activiteiten, zoals muziek- dans of toneellessen. Onder meer het onderwijs speelt een rol in de aanvraagprocedure.
Een lokaal of regionaal Jeugdcultuurfonds betaalt het lesgeld voor kinderen die graag actief kunst willen beoefenen (tot een maximum van 450 euro per kind per jaar), maar van wie de ouders te weinig geld hebben. De aanvraag voor het geld vindt plaats via professionals in het onderwijs, de jeugdhulpverlening en welzijnsinstellingen. Ouders kunnen zelf geen aanvraag indienen. Volgens schattingen zijn er in Nederland ongeveer 300.000 kinderen die om financiële redenen niet mee kunnen doen. Hun ouders hebben te weinig geld voor de sportclub, een keertje naar de film, nieuwe kleren en voor muziek- of toneelles.
Het Jeugdcultuurfonds wil dat alle kinderen in Nederland zich kunnen ontwikkelen in minstens één kunstdiscipline. Het fonds stimuleert daarmee de persoonlijke ontwikkeling en creëert kansen voor kinderen. Zo vormt participatie een middel tegen armoede en sociale uitsluiting.
De landelijke stichting Jeugdcultuurfonds wordt gefinancierd door het ministerie van OCW en het Fonds voor Cultuurparticipatie en werkt aan het verspreiden van lokale Jeugdcultuurfondsen in heel Nederland. Het streven is om in 2012 landelijk dekkend te zijn. Alle provincies en de vier grote steden beschikken dan over een lokaal of regionaal Jeugdcultuurfonds. Het landelijke Jeugdcultuurfonds werkt nauw samen met het Jeugdsportfonds. Het eerste lokale Jeugdcultuurfonds wordt opgericht in de gemeente Venlo. De gemeenten Rotterdam, Eindhoven en Den Bosch treffen ook voorbereidingen