Even uit je eigen organisatie stappen, zien hoe het anders kan. Maar ook: je eigen werk zien door de ogen van een buitenstaander. Schoolleiders worden enorm geïnspireerd door bezoeken aan en contacten met buitenlandse collega’s.
“Wil je mijn uitzicht zien?” Ingileif Astvaldsdottir, schoolleider van de Pelamerkurskoli in het IJslandse Akureyri, zwenkt haar mobiel tijdens het facetimen naar het raam. Ik zie bossen en daarachter deels besneeuwde bergtoppen. “Het zwembad hier beneden wordt gevoed met warm geiserwater”, vertelt ze. Dat is nog eens wat anders dan de rijtjeswoningen en coniferenhagen die onze straten domineren. “Ja, Nederland ziet er heel anders uit, maar daar ben ik ook zeer op gesteld”, zegt Astvaldsdottir. “Ik ben erg onder de indruk van hoe alles daar op de scholen is geregeld.”
Haar basisschool, voor zes- tot zestienjarigen, wil de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen bevorderen vanuit een positief zelfbeeld en respect voor medemensen. Om tegemoet te komen aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften, zet de Pelamerkurskoli veel bewegingsonderwijs en buitenactiviteiten in. Hiervoor zijn zij in 2009 onderscheiden.
In 2016 was schoolleider Astvaldsdottir op de conferentie van de European School Heads Association (ESHA) in Maastricht en bezocht toen twee scholen in Venlo. Monique Hopman, locatieleider van De Wijnberg (so/vso), hoorde toen van de IJslandse delegatie hoe zij veel buiten werken met leerlingen. “Wij hebben misschien nog wel meer buitenterrein dan zij, en toch hoorden we heel inspirerende dingen. Wij doen onze buitenactiviteiten binnen de kaders van de Gezonde School en wat we ‘de groene lijn’ noemen. Maar zij integreren het buiten werken in veel andere vakgebieden, zoals taal, rekenen en spelling. Wij hebben leerlingen die baat hebben bij veel structuur, maar ook veel kinderen die het fijn vinden om weg te zijn van hun tafeltje en stoeltje en in een andere omgeving te verkeren. Daar kunnen wij echt nog stappen in zetten. We gaan kijken hoe we dat passend kunnen maken binnen een leerlijn.”
Wat indruk maakte op Angelica van Gastel, directeur ontwikkeling bij de Talentencampus in Venlo: “De Pelamerkurskoli gaat alle dagen van het schooljaar een flinke periode naar buiten, ongeacht het weer. Ze staan dicht bij de natuur. Leerlingen worden via allerlei vakken betrokken bij flora en fauna. Dankzij de relatie van de school met de boeren in de regio maken leerlingen kennis met het boerenleven en het bedrijfsmatig omgaan met de natuur.” Ook Van Gastel vond het bijzonder om te horen hoe de IJslanders beweging laten terugkomen in allerlei educatieve activiteiten. “Dat zou voor ons ook wel wat zijn. Bewegen en erop uitgaan past heel mooi bij onderzoekend leren. Zij hebben dat verder doorgetrokken en ik denk dat wij daarvan kunnen leren.”
Op het punt van schoolleiderschap zag Hopman van De Wijnberg vooral overeenkomsten. “Net als wij, wil de Pelamerkurskoli niet in de hiërarchie gaan zitten, maar samen optrekken. Je kan allerlei mooie plannen bedenken, maar die gaan pas werken als ze worden ondersteund door je medewerkers.” Hopman: “De Pelamerkurskoli werkt vanuit de talenten van medewerkers. Zij hebben bijvoorbeeld een leidinggevende (teamlid van Astvaldsdottir, red.), te vergelijken met een gedragswetenschapper bij ons, die ook veel buiten in het groen met leerlingen werkt. Hij heeft veel affiniteit met groen en voldoende onderwijs- en pedagogische achtergrond om daar goed mee aan de slag te kunnen. Daar hoef je dus niet per se een vakleerkracht of praktijkbegeleider groen voor te zijn.”
IJsland kent nauwelijks speciaal onderwijs; vrijwel alle scholen werken inclusief. Astvaldsdottir en haar collega’s toonden veel interesse in het pedagogisch concept van de Talentencampus, een school met (speciaal) basisonderwijs, speciaal onderwijs met als expertise gedrag en zml, een onderwijszorggroep en onderwijs voor hoogbegaafden. Directeur ontwikkeling Van Gastel: “Wij komen tegemoet aan al die verschillende ondersteuningsbehoeften met ons concept van dorp, stad en metropool. Naast verschillen in leerstofaanbod doen deze verschillende milieus elk een ander beroep op zelfsturing en bieden ze andere maten van ondersteuning. Dat sprak de IJslanders aan. Zij vonden onze leerlingen goedgemanierd en de school rustig. Dat komt doordat wij onze structuur hebben ingericht op de verschillende verwachtingen die we van kinderen hebben. Die zijn daardoor duidelijk voor de leerlingen en iedereen die met hen omgaat. Daar hadden de IJslanders veel vragen over.”
De Wijnberg verzorgt integrale onderwijs- en zorgarrangementen, in nauwe samenwerking met de Mutsaersstichting. Schoolleider Astvaldsdottir uit IJsland was onder de indruk van hoe men daarbij samenwerkt met de gezinnen van de leerlingen. “Zij formuleren hun plannen eenvoudig, zodat iedereen ze begrijpt. Ze zetten de kinderen centraal, gaan professioneel met ze om en meten hun vooruitgang.” Ze kwam speciaal een tweede keer terug uit IJsland om deze werkwijze beter te bestuderen. De Wijnberg stemt haar aanpak af op de ontwikkelingsfase van elk kind en ontwikkelt eigen normen voor didactische en sociaal-emotionele groei. Astvaldsdottir: “Dit voorbeeld heeft ertoe geleid dat wij een project hebben opgezet met twee andere IJslandse scholen. We hebben net subsidie gekregen voor een pilot, waarin we de kinderen beter gaan volgen. We hebben het systeem van De Wijnberg een beetje aangepast, zodat het bij onze scholen past. Zo zie je dat een internationale uitwisseling van een paar uur kan leiden tot een project dat er hopelijk toe leidt dat wij leerlingen met extra onderwijsbehoeften beter gaan bedienen.”
Mooi, die inspiratie. Maar zo’n buitenlands bezoek kan je eigen opvattingen ook aardig op de proef stellen. Het IJslandse onderwijs wordt grotendeels door de overheid bestuurd. Astvaldsdottir: “Wij zien het bieden van onderwijs als een overheidstaak. In Nederland staan veel onderwijsinstellingen losser van de overheid en dat pakt veel beter uit dan ik ooit had gedacht. Mijn beeld was dat zulke scholen vooral geld willen verdienen. Maar dat is niet het geval. Op de Talentencampus en De Wijnberg zag ik gepassioneerde professionals die nauw samenwerken en goed weten wat ze doen. Het kan dus, goed onderwijs los van de overheid. Ik heb mijn hele beeld moeten bijstellen.”
De schoolleider vervolgt: “IJsland scoort bij PISA als hoogste op het punt van gelijkheid. Maar wij kunnen van Nederland leren hoe jullie de private sector vertrouwen om goed onderwijs neer te zetten. Dat gaat helemaal in tegen mijn overtuiging en het zit ook niet in onze cultuur, maar ik zie bij jullie dat het werkt. Ons onderwijs is nogal eenvormig; bij jullie zijn er veel meer onderlinge verschillen in hoe scholen zijn opgezet. Ik denk dat wij veel kunnen leren van hoe jullie denken over het onderwijssysteem.”
Ze hoopt dat het contact met de Nederlandse scholen in stand blijft. “We zouden het erg leuk vinden als ze een tegenbezoek komen brengen. Hier valt voor hen ook vast nog wat te leren. En we zouden graag met hen onze pilot bespreken.” Inmiddels heeft Astvaldsdottir de gedragswetenschapper van De Wijnberg, Annemarie Graus, uitgenodigd om te komen spreken op een congres in 2019 over de eerdergenoemde pilot. Locatieleider Hopman zegt, terugblikkend op het buitenlandse bezoek: “Het was voor ons bijzonder om complimenten van onze bezoekers te ontvangen. Zelf zie je niet altijd even scherp hoe je bezig bent. Maar het is ook heel waardevol om even uit je eigen organisatie te kunnen stappen en te zien wat er op andere plekken gebeurt. Vooral ook buiten Nederland, vanuit een andere wetgeving en in een ander systeem. Dat is ook nuttig als je niet direct uit bent op verandering. Je ziet dat het ook anders kan; gaat breder kijken wat er allemaal mogelijk is. Het bewijs dat dat inspireert, zie je aan initiatieven als het continurooster en 52 wekenrooster; daarin gingen andere landen ons voor.” Door een verandering binnen de organisatiestructuur van De Wijnberg is het contact met IJsland nog niet verder uitgewerkt. “Maar daar is zeker nog meer uit te halen. Ook voor de leerlingen; die kunnen misschien onderling contact hebben met behulp van ict. Ik denk dat dat een heel mooie leerervaring kan zijn, zeker op sociaal-emotioneel gebied.”
De Talentencampus heeft veel contacten met andere scholen, regionaal, landelijk en soms ook internationaal. Van Gastel: “Wij werken vanuit onze eigen visie en ontwikkelen door met een open vizier. Het is heel inspirerend om anderen te horen over hun ontwikkelingen en van hen feedback te krijgen.”
Astvaldsdottir: “Je kunt op bezoek gaan bij andere scholen, dingen zien en thuis weer verder gaan zoals je altijd deed. Maar dit keer is er echt iets gebeurd.” Ze is ook weer van de partij op het volgende ESHA-congres, van 17 tot en met 19 oktober aanstaande in Tallinn, Estland. “Met heel veel IJslandse collega’s; er heerst hier echt een ESHA-koorts.”
De brochure Educatieve reizen 2018-2019 van de AVS verschijnt in september (bijlage bij Kader Primair 1). Inclusief een avontuurlijke reis naar Lapland met een tweedaagse vol buitenactiviteiten in gezelschap van twee hoogleraren. Meer informatie: www.avs.nl/educatievereizen
ESHA, de European School Heads Association, is de belangenvereniging voor alle leidinggevenden in het onderwijs in Europa. Bijna alle Europese landen zijn binnen ESHA vertegenwoordigd door een of meerdere onderwijsorganisaties. In Nederland zijn de AVS en de VO-raad aangesloten bij ESHA. ESHA vertegenwoordigt leidinggevenden op Europees niveau en verbindt schoolleiders, onderzoekers en beleidsmakers met het gezamenlijke doel om van elkaar te leren en het onderwijs te verbeteren.
AVS-leden zijn automatisch ook lid van ESHA. Zij kunnen gebruik maken van de uitgebreide database met onderwijsinnovaties op www.esha.org, deelnemen aan internationale onderwijsconferenties zoals in oktober 2018 de ESHA Biennial Conferentie te Tallinn (www.esha2018.eu), en gratis het digitale ESHA-magazine ontvangen door zich te abonneren via www.eshamagazine.org
Kijk op www.esha2018.eu voor meer informatie en het programma (inclusief schoolbezoeken) van de ESHA Biennial Conference in Tallinn (Estland) van 17 tot en met 19 oktober 2018.
Erasmus+ biedt subsidies voor het opdoen van een buitenlandervaring en het meewerken aan innovatie en modernisering van het Europese onderwijs en jeugdactiviteiten. www.erasmusplus.nl/subsidiemogelijkheden