“Investeren in de professionalisering van schoolleiders loont”, aldus AVS-voorzitter Petra van Haren in reactie op het inspectierapport over de kwaliteit van schoolleiders in basis-, speciaal en voortgezet onderwijs. “Nadere stappen dienen te worden verankerd in de cao’s van po en vo.” Voor beter onderwijs zijn betere schoolleiders nodig. Er is een groot verschil in kwaliteit van schoolleiders en hoe sterker besturen de kwaliteit van scholen bewaken en stimuleren, hoe beter de schoolleiders zijn. Dit zijn de bevindingen van de inspectie. Het rapport bevestigt een aantal uitgangspunten die de AVS al geruime tijd onder de aandacht brengt.
“Het is in het belang van de kwaliteit van het onderwijs om te investeren in de kwaliteit van schoolleiders”, aldus Van Haren. Het vak van schoolleider is de afgelopen jaren sterk veranderd. Van ‘primus inter pares’ , een hoofdmeester die wat extra taken in de schoolorganisatie vervulde, naar de schoolleider (m/v) in de huidige tijd. “De schoolleider van nu is een doorslaggevende factor bij het realiseren van goed onderwijs.” In het onderzoek van de inspectie is aangetoond dat de kwaliteit van de schoolleider direct samenhangt met de kwaliteit van lessen op hun scholen. Hoe beter de schoolleiders, hoe beter de lessen zijn.
De effecten van schoolleiders op prestaties van leerlingen zijn indirect. De invloed op het onderwijsleerproces wordt uitgeoefend via de leraren, die op hun beurt directe invloed kunnen uitoefenen op de prestaties van hun leerlingen. Er is een groot verschil in kwaliteit van schoolleiders. Een aantal scoort bovengemiddeld en een aantal ondergemiddeld. Een aanbeveling van de inspectie is dan ook nader inzicht te verkrijgen in het functioneren van schoolleiders op goede scholen. Dit zou een goede insteek zijn om te leren van een bewezen aanpak hoe leiderschap, activiteiten en kwaliteitszorg worden vorm gegeven. Het rapport verwijst onder andere naar eerder onderzoek waarin is aangetoond dat schoolverbetering alleen mogelijk is onder leiding van een krachtige leider.
Van Haren: “De AVS maakt zich al jaren hard voor de positieverbetering van de schoolleider en vraagt daarbij nadrukkelijk om faciliteiten voor professionalisering.” Een eerste stap is al gezet via een professionaliseringsbudget: in het po minimaal 2000 euro per jaar per schoolleider. “Nadere stappen dienen te worden verankerd in de cao’s van po en vo ten behoeve van goed onderwijs, voor onze kinderen en onze toekomst.”
Ontwikkelpunten
In het inspectierapport wordt een aantal duidelijke conclusies getrokken. Nederland beschikt in de basis over professionele schoolleiders. Het opleidingsniveau en contextfactoren zoals grootte van het bestuur, grootte van de school, regio, denominatie, verstedelijking of percentage gewogen leerlingen, hangen niet samen met de kwaliteit van de schoolleider. Schoolleiders in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs zijn vooral goed in het opbouwen van vertrouwen, betrouwbaar en geloofwaardig handelen en het bevorderen van de professionalisering van leraren. Dit laatste is natuurlijk van groot belang om het proces voor het vergroten van de professionele ruimte van leraren te versterken. Ook hebben schoolleiders voldoende zicht op wat er in de school en de bredere omgeving van de school gebeurt. In het voortgezet onderwijs zijn bekendheid met en inzetten van regelgeving sterke punten van schoolleiders.
Er is ook een aantal ontwikkelpunten benoemd. Deze hebben te maken met hogere orde- denken en vaardigheden zoals analyseren en interpreteren van beschikbare gegevens, nodig voor het onderzoeksmatig leidinggeven. Dit is van belang voor een goede schoolontwikkeling, die doelgericht en opbrengstgericht is. Goede kwaliteitszorg hangt hier direct mee samen. Ook blijkt er te weinig zicht op de kwaliteit van leraren, de scholing is niet altijd gericht op geconstateerde hiaten en de evaluatie en follow up van scholing ontbreken nogal eens. In alle onderwijssectoren hebben de schoolleiders voldoende draagvlak binnen hun teams.
Vrouwelijke schoolleiders beter
Vrouwelijke schoolleiders zijn in het algemeen kwalitatief beter dan hun mannelijke collega’s. Met name in het po en ook het s(b)o is de feminisering van het onderwijs aan de orde. Voor de schoolleiding blijkt dit een positieve ontwikkeling. De AVS is van mening dat, in het belang van de schoolcultuur en de ontwikkeling van kinderen, zowel mannelijke als vrouwelijk leraren alle sectoren van het onderwijs bevolken. “Kinderen hebben belang bij goede en diverse rolmodellen”, aldus de AVS-voorzitter.
De inspectie gaat er vanuit dat schoolleiders alle basiscompetenties, die overigens door de sectoren zelf worden vastgesteld, op ten minste voldoende niveau zouden moeten bezitten, ongeacht de precieze leidinggevende functie die ze uitoefenen. Het is daarbij van belang dat binnen de sectoren de generieke basiscompetenties worden omgevormd voor gebruik in de specifieke functie en het niveau van de betrokken leidinggevende. De AVS ziet dit graag nader uitgewerkt binnen de sectoren en vastgelegd in de onderwijscao’s.
Rol bestuurders
Van Haren: “De schoolleider is de spil voor het bereiken van goed onderwijs en de rol van het bestuur is vooral faciliterend, inspirerend en ondersteunend.” In het onderzoek staat een aantal kritische noten met betrekking tot bestuurders. Ook interne toezichthouders moeten zich deze aantrekken. Besturen zijn goed in het scheppen van randvoorwaarden voor scholen, het waarborgen van de continuïteit in het personeelsbestand en het stimuleren van deskundigheid van het personeel. Maar zij blijken de kwaliteit van de scholen en van hun schoolleiders vooral globaal te volgen. Zwakke punten zijn het stellen van meetbare doelen voor scholen, het maken van heldere prestatieafspraken en deze controleren. Ook het evalueren en analyseren van behaalde prestaties van scholen in een breder verband is zwak. De AVS vind het ronduit zorgelijk dat er in veel gevallen geen jaarlijkse functioneringsgesprekken met schoolleiders worden gehouden en dat er geen afspraken over professionalisering worden gemaakt. In veel gevallen ontbreekt het persoonlijk ontwikkelingsplan. Van Haren: “Elementaire vormen van kwaliteitscontrole en eventuele bijsturing van tekortkoming ontbreken daarmee dus. Daar waar schoolleiders uitvallen op één of meer competenties, dienen zij de kans te hebben zich te ontwikkelen. Ook is het wenselijk dat schoolleiders vanuit hun basiscompetentie door kunnen groeien naar goed of zelfs excellent. Besturen moeten professionalisering van schoolleiders serieus nemen. Dit vraagt om investeren in schoolleiders, met alle voorwaarden en faciliteiten die daarbij horen. “
Sterke en zwakke punten van besturen lijken veel op sterke en zwakke punten van schoolleiders, blijkt uit het inspectierapport. Dit impliceert dat ook voor bestuurders verdere professionalisering onder meer op het gebied van onderzoekmatig leidinggeven nodig is. Schoolleiders blijken zelf niet altijd voldoende kritisch over hun eigen functioneren. De AVS doet de suggestie dat ook besturen en toezichthouders hier voor zichzelf goed bij stil moeten staan.
De overheid koerst al een aantal jaren op de registratie in een schoolleidersregister, met een aantal kwaliteitscriteria – waaronder professionalisering – om geregistreerd te kunnen zijn en blijven. De AVS wil graag aansluiting en verbinding houden met het Schoolleidersregister PO (SRPO) en de VO-academie om gezamenlijk op te trekken in het versterken van het schoolleiderschap. De effecten van een register zijn in Nederland nog niet bewezen.
Het volledige inspectierapport 'De kwaliteit van schoolleiders in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs' is te downloaden via de AVS-website.