Er is veel te doen geweest rondom veilig gebruik van internet door leerlingen en leerkrachten. Het Ministerie heeft daar in het verleden op aandringen van de Tweede Kamer zelfs extra geld voor beschikbaar gesteld. Toch vragen veel scholen zich af: Heeft het eigenlijk wel zin dat beveiligen? Dat antwoord zult u zelf moeten geven. Er zijn verschillende manieren van filteren, maar u kunt natuurlijk ook kiezen voor het schrijven van een protocol voor Internetgebruik.
Beveiligen kan op verschillende manieren. Een van de meest bekende manieren is het filteren op kenwoorden, bijvoorbeeld alle woorden die in relatie staan met seks, drugs, discriminatie en geweld. Maar ja, wie kan er nog verkeersexamen doen of opzoeken wat een sextant is wanneer wij het woord sex uitfilteren? Schermt het filteren op kenwoorden ook alles af? Nee, dat is een illusie. Een kind dat op zoek gaat naar gegevens voor een werkstuk over konijntjes loopt een grote kans op een of andere poezelige pornografische website terecht te komen. Een tweede manier is het afschermen van gekende websites. De evangelische omroep geeft een CD-rom uit die door vrijwilligers is samengesteld en steeds wordt geactualiseerd. U kunt zich afvragen of die filtering aansluit op de onderwijsvisie van de school. Er zijn nog meer manieren van filteren, maar u kunt natuurlijk ook kiezen voor het schrijven van een protocol rondom het gebruik van Internet. Dit protocol kunt u met de ouders communiceren en opnemen in de schoolgids. Hiernaast vindt u een voorbeeldprotocol. Een website die u informeert over het veilig gebruik van internet, waaronder ‘Kinderen, ouders en internet’ is www.surfopsafe.nl.
Niet alleen het totaal gemiddeld gebruik van internet neemt toe, ook het gemiddeld gebruik per school is sterk toegenomen. Uit een onafhankelijke telefonische enquête onder 373 scholen (zowel primair als voortgezet onderwijs) blijkt dat inmiddels 86% van de scholen gebruik maakt van het internet tijdens één of meerdere lessen door één of meerdere docenten. Uit een onderzoek van NIPO, (november 2002) onder ICT-coördinatoren in het primair en voortgezet onderwijs blijkt dat een sterke groei van het computergebruik verwacht wordt. ICT-coördinatoren verwachten dat over 3 jaar 93% van de leerkrachten gebruik zullen maken van computers in de klas.
De kinderen van onze school kunnen gebruik maken van Internet. Wij hebben ervoor gekozen de kinderen vanaf groep 5 die mogelijkheid te bieden. Wij maken hiervoor gebruik van Kennisnet. Kennisnet heeft een eigen Nederlandstalige zoekmachine die kinderen in principe leidt naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken. Elk kind vanaf groep 5 krijgt een eigen e-mail adres, waarmee met andere kinderen gecommuniceerd kan worden.
Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan in de toekomst door kinderen ook via internet benaderd worden.
Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal afspraken gemaakt:
Gedragsafspraken met de kinderen
Afspraken met de leerkrachten