Internetconsultatie over wetsvoorstel burgerschapsonderwijs

Minister Slob vindt dat het voor veel scholen niet helder is wat ze met burgerschapsonderwijs moeten doen. De huidige wet is te onduidelijk. Slob wil de wet aanpassen, zodat scholen er beter mee uit de voeten kunnen. Over zijn nieuwe wetsvoorstel kan iedereen tot begin juli meepraten via een internetconsultatie. AVS-voorzitter Petra van Haren: ”Het onderwijsveld is ook net bezig met een curriculumherziening via Curriculum.nu. Burgerschap is één van de thema’s. Het wetsvoorstel loopt daar dwars doorheen en is dus erg voorbarig. Het veld zou eerst aan zet moeten zijn.”

Slob wil met zijn wetsvoorstel de algemene burgerschapsopdracht aan scholen verduidelijken. Het burgerschapsonderwijs aan leerlingen moet voortaan in ieder geval gaan om: respect voor elkaar, voor de democratie en de rechtstaat, en voor de vrijheden en mensenrechten die iedereen heeft. Het gaat om het bijbrengen van de sociale en maatschappelijke competenties die leerlingen in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de samenleving.
In de nieuwe wet wordt vastgelegd dat de school een plek is waar leerlingen het goede voorbeeld horen te krijgen en waar hen kennis en respect worden bijgebracht over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. AVS-voorzitter Van Haren: “Dit hoeft niet in een wet te worden vastgelegd. Scholen kunnen hier prima zelf vorm aan geven. Vaak wordt burgerschap al verankerd via methoden voor sociaal-emotionele vorming of maakt het deel uit van de invulling van de levensbeschouwelijke visie van een school.”

’Weinig richting’
Volgens Slob vinden scholen het moeilijk om goed burgerschapsonderwijs te geven, omdat de huidige wet zo weinig richting geeft. Ook geven scholen er verschillend invulling aan. “Sommige doen het perfect en hebben burgerschap echt in het DNA van de school verweven. Bij andere wordt burgerschap met één les per jaar afgedaan. Met deze wetswijziging kan dat niet meer.” Het wetsvoorstel maakt duidelijker waar burgerschapsonderwijs minimaal over moet gaan, zodat leerlingen meer kennis en vaardigheden op dit gebied verwerven. Daarnaast houden scholen de vrijheid om hun (burgerschaps)onderwijs zelf vorm te geven, aldus de minister. AVS-voorzitter Van Haren vindt het goed dat dit extra geagendeerd wordt, “maar nieuwe wetgeving is een erg zwaar instrument.”
Met de wetswijziging krijgt de onderwijsinspectie ook de mogelijkheid om met scholen in gesprek te gaan over hun burgerschapsonderwijs. “Nu is het zo dat een school alleen maar aangesproken kan worden als er helemaal niets aan burgerschap wordt gedaan. Dat is te mager voor zo’n belangrijke taak”, meent Slob. Van Haren: “De inspectie kan vanuit haar stimulerende rol scholen ook nu al hierop aanspreken.”

In het kader van de curriculumherziening is een (van de negen) ontwikkelteams met onder andere leraren en schoolleiders bezig met het ontwikkelen van leerdoelen voor burgerschapsonderwijs. Het advies hierover wordt in het voorjaar van 2019 aan minister Slob overhandigd. Op dit moment vindt de AVS het daarom te vroeg om de wet aan te passen. Van Haren: “Het veld is eerst zelf aan het kijken wat leerlingen moeten kennen en kunnen op dit gebied. Een wet kan juist de vrijheid en ruimte van scholen beperken.”

 

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.