Wat kan Nederland daarvan leren?

De Ierse stad Carrick-on-Shannon telt slechts vierduizend inwoners en één school: The Community School.
Alle kinderen uit de wijde omgeving gaan naar deze school die er, zoals de naam al aangeeft, is voor de héle gemeenschap inclusief kinderen met leerstoornissen, handicaps of mentale problemen. Sinds 2017 is inclusief onderwijs in Ierland de standaard. En, bevalt dat?

Schoolleider Adrian Jackson heeft net de surveillance tijdens de middagpauze achter de rug. Een belangrijk moment voor check and connect noemt hij de pauze. “Leerlingen willen aandacht en tijd van ons. Ze willen ervaren dat we ze zien. In de gangen informeren leraren hoe het gaat. Eén-op-één geven leerlingen aan wat ze in de groep nog wel eens maskeren. Dat voorkomt gedragsproblemen in de klas. Wat doe je als je boos bent? Dat probleem wordt vaak opgelost buiten de klas.”
Zijn Community School telt ruim zeshonderd, zeer diverse leerlingen. Net als in Nederland gaan Ierse kinderen op twaalfjarige leeftijd naar de middelbare school: post-primary ofwel secondary education genoemd. Secondary education kent een driejarig junior cycle. Het programma is afhankelijk van de ondersteuning die kinderen nodig hebben. Na de junior cycle kunnen kinderen kiezen voor een tussenjaar (transition year) of voor de senior cycle. Het tussenjaar vindt plaats op school en is optioneel. Het programma bevat veel sport en creatieve vakken. Leerlingen kunnen ook direct doorstromen naar de senior cycle. Die heeft drie leerwegen, waaronder een beroepsgerichte.
Jackson vindt het heel gewoon dat alle kinderen uit de omgeving op dezelfde school zitten. In het verleden bepaalden Ierse scholen zelf welke ondersteuning ze boden, maar vanaf 2017 schrijft het ministerie inclusief onderwijs voor.

Extra hulp, ook buiten de klas

Jackson zelf heeft nooit in een ander type onderwijs gewerkt. “We hebben hier al lang ervaring met inclusief onderwijs, maar dat wil niet zeggen dat we altijd het goede doen,” zegt hij bescheiden. “We leren nog iedere dag. Zo kijken we nu of we de lessen van veertig minuten kunnen verlengen naar zestig minuten. Daarmee heb je meer ruimte voor actief leren en is niet uitsluitend de leraar aan het woord. Covid en digitaal onderwijs hebben die actievere rol van de leerling overigens niet gemakkelijk gemaakt.”
Een gemiddelde klas op de Community School heeft 24 leerlingen en leraren geven 22 uur les. Ook in Ierland is er een tekort aan leraren en dat maakt het niet eenvoudig om het onderwijs in te richten zoals Jackson dat het liefst heeft: met veel ondersteuning, ook buiten de les. Leerlingen worden in de klas ondersteund door hun eigen leraar, die binnen de les ruimte krijgt voor extra begeleiding. Als dat niet voldoende is, dan is er buiten het klaslokaal extra hulp (School Support en School Support +) mogelijk.

De ondersteuningspiramide

Ierland noemt deze manier van werken: de ondersteuningspiramide. De piramide heeft een brede basis met support for all, die in de punt toeloopt van support for some naar support for few. De special educational needs-coördinator (sen) regelt de ondersteuning. De hulp kan variëren van extra lessen wiskunde, het leren strikken van veters, tot ondersteuning bij sociale vaardigheden. Jackson: “Neem als voorbeeld een leerling die alleen maar antwoordt met ‘ja’ en ‘nee’. Leraren kunnen daar extra ondersteuning voor aanvragen als ze er zelf niet uitkomen. De sen-coördinator belt met ouders, overlegt en geeft tips . De extra begeleiding duurt in eerste instantie zes weken. Daarna evalueren we, samen met de leerling, of het nodig is om hiermee door te gaan.”
Extra ondersteuning is er niet alleen op cognitief of sociaal vlak. De school heeft ook leerlingen met fysieke handicaps. Daarvoor hebben ze special needs assistants (SNA). Zij geven geen les maar helpen in praktische zin. Ze nemen met kinderen in de ochtend de lestabel door. In welke lokalen zit je vandaag? Ze kijken welke apparatuur in die lokalen nodig is voor bijvoorbeeld slechthorende of slechtziende kinderen en zorgen dat die aanwezig is. Ze begeleiden kinderen naar een ander lokaal als ze dat niet zelf kunnen en zorgen dat de roostermaker weet dat die leerling beter de hele dag op dezelfde verdieping les kan krijgen.

Nodig: tijd & geld

Jackson: “Extra ondersteuning is op de Community School heel gewoon. Niemand kijkt er raar van op als een leerling apart wordt genomen of in een groepje wordt bijgeschoold. Of je nu hoogbegaafd bent of juist het tegenovergestelde: de ondersteuning is er voor iedereen.” Onderwijs krijgen samen met gehandicapte kinderen, of met leerlingen die moeilijk leren of sociale vaardigheden missen, heeft volgens Jackson zijn voordelen. “Leerlingen zijn beter toegerust voor de maatschappij. Ze weten dat iedereen anders is en zijn gewend om met allerlei kinderen om te gaan. Ze zorgen meer voor elkaar.”
“Om zo te kunnen werken heb je vooral mensen met een hart nodig, mensen met een human touch, mensen die van kinderen houden”, zegt Jackson. “Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Je moet ook goed samenwerken met ouders en je hebt financiële ondersteuning nodig. Uren voor leraren, de juiste uitrusting voor leerlingen en geld om special needs assistants aan te stellen. Ook voor professionele ontwikkeling van leraren moet aandacht zijn. Dat zijn bij ons nog uitdagingen.”

Interessant?
Dit artikel stond in Kader, het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden maandelijks ontvangen. De AVS komt op voor de belangen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs. Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan iedere maand een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.

Gerelateerd nieuws