In gesprek over werkgeluk met de minister

Tien schoolleiders gingen vandaag op initiatief van Klassewerkplek met Onderwijsminister Dennis Wiersma in gesprek over goed werkgeverschap. Directeuren Anke van der Lee, Frank Koelen en Ferdinand ter Haar waren er namens AVS bij. Wat kun je in tijden van grote lerarentekorten doen om te voorkomen dat mensen (langdurig) ziek worden of elders solliciteren? De schooldirecteur heeft nogal een impact op het werkgeluk van zijn team en daarmee op het behoud van personeel.

In tijden van grote lerarentekorten is goed werkgeverschap belangrijker dan ooit. Immers, je wilt geen leerkrachten kwijtraken, omdat ze (langdurig) ziek worden of elders solliciteren. Een goed werkklimaat vraagt om een slim personeelsbeleid. Als directeur heb je daarin een sleutelrol. “Op initiatief van de Alan Turingschool Amsterdam (de school van Eva Naaijkens en Martin Bootsma) en Klassewerkplek (Paul Baan) kwamen we in gesprek met elkaar over de kernpositie van de schoolleider,” vertelt Ferdinand ter Haar van de AVS Ledenraad. “Iedereen was het daarover eens: de schoolleider is bepalend voor de kwaliteit van de school, het team en het onderwijs.”

“Dat we daar een tekort aan schoolleiders hebben, kan herleid worden tot een aantal bekende factoren: facilitering, ruimte en positie. Tegelijkertijd hebben we de afgelopen jaren ook erg meegedaan aan het verkrijgen van negatieve beeldvorming,” stelt Ter Haar. Het vak van schooldirecteur verdient een veel positiever geluid, vindt hij. “We zitten in een kanteling, ook dat werd erkend door de gesprekpartners. We hebben steeds beter toegeruste mensen op de juiste posities. Maar we zullen de gesprekken, waar dan ook in den lande, meer moeten insteken vanuit een positief zelfbewustzijn en aanstekelijk optimisme.”

Gelukkige leraren zijn de beste leraren

Schooldirecteur Anke van der Lee deed namens de AVS uitgebreid onderzoek naar werkgeluk in het onderwijs en sprak daarover met de minister. “We hebben het gehad over het belang van werkgeluk binnen teams,” vertelt ze. “De overtuiging dat gelukkige leraren de beste leraren zijn en dat dit een groot effect heeft op onze leerlingen. Hoe voeren we het gesprek over werkgeluk binnen ons team en met het bestuur? De minister was daar geïnteresseerd naar en stelde kritische vragen. Mooi om te zien dat hij telkens onze behoeften terugkoppelde naar zijn rol en zijn invloed.”

Ook Ter Haar is positief. “Het was een aangenaam gesprek met een aangenaam mens. De minister vroeg echt uit én door, wilde weten en begrijpen. We hebben met deze minister een gedreven man die graag van betekenis wil zijn voor het onderwijs. Hij vertelde ook van het dilemma ‘wat schrijft de wet voor en wat moet er vooral aan de mensen worden overgelaten’ en ‘hoe pas ik mijn beleidsvoering daarop aan’. Ik vond dat eerlijk en heel mooi.” 

AVS als expertisecentrum

Gespard werd onder andere over hoe je als directeur kunt zorgen voor een goed georganiseerde school en een fijne werkplek, vertelt Frank Koelen, voorzitter van AVS Ledenraad. “De minister heeft adviezen meegekregen over het belang van een kwalitatief goede schoolleider. De vraag is vervolgens: wat maakt een schooldirecteur goed? Een gedegen opleiding is uiteraard onmisbaar. Tijdens zo’n studie moeten onderwerpen belicht worden, die er in de praktijk toe doen. Je moet dus niet alleen maar inzoomen op algemene leiderschapskwaliteiten.”

Hoe houden we de kwaliteit van schoolleiders hoog? Die vraag vindt ook Van der Lee essentieel wil je goed werkgeverschap in de praktijk kunnen brengen. “Met de minister spraken we over de kwaliteit van het schoolleiderschap, hoe het daarmee staat en wat er nodig is. Kunnen schoolleiders waar het wel goed gaat collega-directeuren binnen hun bestuur helpen? Kunnen we van én met elkaar leren?

“Naar mijn mening is dit een gat waar AVS in kan springen,” vult Koelen aan. “Het liefst zie ik dat AVS als expertisecentrum ‘dé opleiding voor schoolleiders’ op poten gaat zetten. Want  die kennis en kunde hebben we met elkaar in huis.”