Wie optimistisch dacht dat we in het voorjaar van 2021 wel van het coronavirus af zouden zijn, komt bedrogen uit. Covid-19 waart nog altijd rond en er zijn mogelijk nog besmettelijkere varianten bijgekomen. Goed ventileren, afstand houden en goede hygiëne vormen het mantra, als de schooldeuren überhaupt open zijn. Veel scholen kijken kritisch naar hun binnenklimaat en naar de genomen coronamaatregelen. Vier schoolleiders vertellen over hun ervaringen en zorgen.
Als de CO2-meter in het klaslokaal ook maar even oranje uitslaat geven zijn leerlingen al een seintje, vertelt Ronald Duijs, schoolleider van de rkbs Maria Bernadette (275 leerlingen) in Leidschendam. “Als de meter boven de 1.200 parts per million (ppm) komt, moet er meer geventileerd worden of de kinderen moeten naar buiten.”
Duijs is een van de schoolleiders die in een AVS-peiling aangaven de ventilatie voldoende op orde te hebben. Najaar 2020 peilde de AVS onder 453 schoolleiders hun zorgen omtrent ventilatie en luchtkwaliteit: 15 procent had veel zorgen, 12 procent maakte zich helemaal geen zorgen en 73 procent zat daar tussenin. De basisschool van Duijs heeft geen mechanische ventilatie. “Elke ochtend zetten we alle ramen open. Gelukkig hebben we boven- en onderramen, dat is het voordeel van een oud gebouw.” Het verzoek aan de ouders is om hun kinderen warm aan te kleden. En een dekentje of kleedje meenemen naar school is toegestaan als ze het daar te koud vinden. “Het is niet zo duurzaam, maar ik zet de verwarming wel een graadje hoger”, bekent Duijs. Ook ziet de schoolleider dat het ‘bewegen in de klas’ goed wordt toegepast: hij ziet leerlingen zingen en tafelsommen oefenen met beweging. De schoonmaker heeft extra instructies gekregen en komt in de pauze terug om extra schoon te maken, zoals de wc’s en de deurknoppen. Iedere leerkracht maakt regelmatig in zijn lokaal alle tafeltjes en stoelen schoon met desinfectiemiddel. Volwassenen die in de school binnenkomen zetten een mondkapje op in de gang en de lerarenkamer. De desinfectiepompjes worden royaal gebruikt. “Team, leerlingen en ouders houden zich goed aan de maatregelen. We hebben veel gedaan en blijven veel doen om het coronavirus het hoofd te bieden.”
Marleen de Kleijn, directeur van obs Het Startpunt in Den Haag (142 leerlingen), zit rillend in haar kantoor op school. “Als mijn collega er ook is, moeten we de ramen en de deur open doen. En ik ben een koukleum. Ik heb soms drie truien aan en draag handschoenen met van die afgeknipte vingers, maar heb het nog steeds koud.” De schoolleider is niet gerust op het binnenklimaat. Haar school in de Schilderswijk is gevestigd in een gebouw van meer dan 130 jaar oud, met een kleine, nieuwe vleugel. In het nieuwe gedeelte zijn CO2-melders geplaatst, in de oude lokalen – twaalf van de zestien – niet. “We hebben het daar wel getest, het leek net goed te zijn.” Maar in het oude gedeelte aan de straatkant zijn de ramen ooit dicht geschilderd. “Die kunnen dus niet open, daar baal ik nu van.” De oplossing is dat deuren openstaan en er zoveel mogelijk andere ramen worden open gezet. “Het is overal in school echt onbehaaglijk, en er komen vast nog wel meer koude dagen aan. Maar we moeten deze maatregelen blijven volhouden.”
De school telt vier verschillende ingangen, een voordeel in coronatijd: “We hebben de in- en uitgaande stromen heel erg kunnen beperken.” De Kleijn zou wel extra schoonmakers willen inhuren, maar de school zit helaas financieel krap. Dus wordt het met kunst- en vliegwerk opgelost: “We hebben een enorme bestelling schoonmaakdoekjes, groene zeep en desinfectiemiddel gedaan en leerkrachten en leerlingen maken extra schoon.” De Kleijn wil de coronasubsidie voor meer ondersteuning op scholen inzetten voor een tijdelijke conciërge, want daar beschikt de school nu niet over. “Die zou dan ook extra schoonmaakwerkzaamheden kunnen doen.”
Jenne Olijve, schoolleider van de VSO Margaretha Hardenbergschool (65 leerlingen) in Veendam neemt letterlijk ‘bij de voordeur’ al preventieve maatregelen: hij en zijn collega’s staan – als de school open is – op het schoolplein de leerlingen op te wachten. “We informeren hoe ze zich voelen en we filteren er toch altijd wel weer een paar uit die verkouden zijn en die we dus naar huis moesten sturen.” Geen overbodige maatregel: de school voor voortgezet speciaal onderwijs heeft leerlingen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen; kwetsbare groepen dus. En er zijn ook een paar kwetsbare collega’s die beschermd moeten worden. De ‘groepsdoorbrekende’ activiteiten zijn geschrapt: “Geen kruisbestuiving.” Er zijn duidelijke looproutes en een streng hygiënebeleid. De aanvankelijk aangeschafte doorzichtige gezichtsschermen bleken niet beschermend genoeg, ze stapten over op wasbare mondkapjes voor personeel en leerlingen. Tijdens de lockdown is de school overgestapt op een buddysysteem waarbij de leerlingen van huis uit werken.
Over de ventilatie maakt Olijve zich wel zorgen. “Zogenaamd voldoen we aan het Bouwbesluit en zitten we binnen de normen, maar het is niet optimaal,” zegt hij. In de gemeenschappelijke ruimte is wel een mechanisch ventilatiesysteem en al vrij snel gebruikten ze CO2-meters. “Ook om iedereen bewust te maken van het belang van goede ventilatie. We zitten in een oud gebouw: bij de zes groepen zetten we regelmatig deuren en ramen open. Er wordt weleens geklaagd over de kou en iedereen draagt dikkere kleding. Het tocht hier soms als de neten.”
De anderhalvemetermaatregel (weer terug van weggeweest, mogelijk ook geldend na de heropening) in het voortgezet onderwijs is lastig te handhaven, zegt rector-bestuurder Jan-Mattijs Heinemeijer van het Mendelcollege in Haarlem. Tijdens de tweede schoolsluiting mogen alleen de eindexamenleerlingen naar binnen. Dat zijn 350 van de in totaal 1.800 leerlingen die het Mendelcollege telt. “Dat is te doen op anderhalve meter afstand van elkaar. We hebben voldoende lokalen, we zetten de tafeltjes uit elkaar en we kunnen de leerlingen goed spreiden. Desnoods staan er twee stoeltjes op de gang.” Maar de leerlingen zitten onderweg naar school bij elkaar op de bagagedrager en zo gaan ze ook weer weg. En ook in de pauzes lukt het niet met die anderhalve meter. “Volwassenen lukt het al niet eens. Wat verwacht je dan van middelbare scholieren? Maar we doen ons best.” Met mondkapjes heeft de school meer succes. “Dat hebben we meteen na de zomer ingevoerd en toen het in december verplicht werd, was het bij ons al heel normaal.” Verwarming en ventilatie is nog wel een dingetje. Zoals veel schoolgebouwen kent ook het Mendelcollege oude en nieuwe gedeelten. “We hebben twee bedrijven over de vloer gehad om alles te meten. Met alle ramen open is het redelijk. We zitten niet altijd onder de 1.200 ppm, maar als je alles tegen elkaar openzet is het oké.”
Hebben de schoolleiders al aanspraak gemaakt op het extra budget om de ventilatie te verbeteren (100 miljoen van de 360 miljoen subsidie is in de eerste tranche ‘direct beschikbaar’ voor scholen)? Schoolleider Olijve heeft die vraag uitstaan bij het bestuur en dat laat nu onderzoek uitvoeren op alle scholen. Zijn wens: “Een eenvoudig afzuigsysteem dat in de winter warme lucht door de school blaast en in de zomer koele lucht, want met die warme zomers van de afgelopen jaren is het vaak niet te harden in de school.” Ook Heinemeijer gaat subsidie aanvragen: “We moeten ook met de ramen dicht frisse lucht kunnen hebben. Want nu vliegt de warmte de ramen uit.” Schoolleider De Kleijn heeft nog geen tijd gehad: “Het bestuur inventariseert nu de ventilatiesituatie in de scholen. Ik zou voelen voor een oplossing op korte termijn, bijvoorbeeld om een ventilatieschuif te plaatsen in de ramen die niet open kunnen. Een geheel nieuw ventilatiesysteem invoeren kost te veel tijd.” Ook schoolleider Duijs antwoordt ontkennend: “Nee, nu nog niet. Over een jaar of vier krijgen we waarschijnlijk nieuwbouw. Dan ga ik van tevoren goed met de gemeente nadenken over een nieuw ventilatiesysteem.”
Hoe kijken deze schoolleiders naar de toekomst met als beangstigend vooruitzicht de nieuwe, meer besmettelijke coronavarianten? Bij alle vier de scholen vielen de aantallen ‘reguliere’ coronagevallen onder team en leerlingen tot nu toe erg mee. Duijs vreest wel voor de nieuwe varianten. Bij de heropening stuurt hij ouders een brief waarin hij hen met klem verzoekt om ook bij de minste klachten hun kind thuis te houden. “Wij hebben hier ook leerlingen met een handicap, je moet er niet aan denken dat die zwaar ziek worden of erger door corona. Voor de kinderen wil ik heel graag dat we open zijn, ook omdat daadwerkelijk onderwijs op school het fijnste is en het beste werkt. Voor alles en iedereen.” Het team van obs Het Startpunt in de Schilderwijk is ‘behoorlijk nuchter’, zegt De Kleijn. “De één maakt zich meer zorgen dan de ander over de coronavarianten, maar wat ze vooral willen is voor de klas staan. Onze leerlingen wonen veelal met grote gezinnen in kleine huisjes.” Olijve wil dat goed wordt uitgezocht wat de gevolgen zijn van de nieuwe coronavarianten. Hij is blij dat ‘zijn’ vso-leerlingen wat minder gestrest hoeven te zijn over eventueel opgelopen leerachterstanden. “Op mijn school mogen leerlingen wettelijk gezien tot hun 20e verblijven. Zo kunnen ze weer ‘bij’ komen met de stof. Dat gun ik de kinderen in het reguliere basis- en voortgezet onderwijs ook.” De grootste zorg van Heinemeijer is dat de schoolsluiting nog heel lang gaat duren. “Je kan het kinderen niet aandoen dit langer vol te houden, zeker in basisonderwijs is de schade groot. Maar als de scholen opengaan zullen wij met halve klassen gaan werken, die om de beurt naar school komen. De essentie van onderwijs is dat je contact hebt met kinderen.”
De meest gestelde vraag aan Kenniscentrum Ruimte-OK is: “Hoe weet ik nu of mijn gebouw voldoet aan de ventilatienormen?” Schoolbestuurders, schoolleiders, team, MR-leden en ouders bellen met het kenniscentrum. “We helpen ze graag op weg met het vinden van de juiste informatie”, zegt kennismanager Marco van Zandwijk. “En we leren ze hun gebouw te begrijpen: te zien wat de mogelijkheden zijn voor goede ventilatie.”
Scholen maken nog lang niet allemaal gebruik van de aanwezige expertise en subsidie die door de overheid beschikbaar is gesteld om gebouwen coronaproof te maken op het gebied van ventilatie. Van Zandwijk: “Er speelt op directieniveau zoveel. Denk aan het organiseren van online onderwijs en noodopvang. Na de eerste lockdown zagen wij dat scholen eerst keken naar gedragsmaatregelen die ze op korte termijn goed konden doorvoeren, zoals looproutes en ramen open zetten. Nu is het moment daar om daadwerkelijk te kijken wat nodig is voor optimaal ventileren.” Dat kan het beste samen met het school- of stichtingsbestuur. “Daar vallen vaak meerdere scholen onder en zij kunnen per school bekijken wat de situatie is en of ventilatiewerkzaamheden aangepakt kunnen worden tegelijkertijd met andere werkzaamheden, zoals onderhoud of energiebesparing.” Hij tipt schoolleiders om met een installateur en de voor huisvesting verantwoordelijke bestuurder door het gebouw te lopen en de ventilatiemogelijkheden te bekijken. “De praktijk leert dat er al veel te winnen is door de bestaande voorzieningen goed te gebruiken. Bij de projecten die wij bezochten, was dit nog lang niet altijd het geval.”
Interessant?
Dit artikel stond in KADER , het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden exclusief ontvangen. Wil jij KADER ook op de deurmat hebben? Word lid of abonnee, ontvang voortaan een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.