Heroverwegingsvoorstellen kleden onderwijs uit

Het op 1 april gepresenteerde rapport waarin de ambtelijke werkgroep aangeeft waarop binnen het onderwijs 20 procent bezuinigd zou kunnen worden, is met ongeloof en scepsis ontvangen. “De voorstellen ademen de sfeer uit van de botte bijl en leggen een groot deel van de rekening van een toekomstige gezonde overheidskas neer bij de leerlingen van nu. Het onderwijs wordt volledig uitgekleed, totaal onacceptabel”, aldus AVS-voorzitter Ton Duif.

Prinsjesdag 2009 gaf het kabinet de opdracht aan twintig ambtelijke werkgroepen om de overheidsuitgaven te heroverwegen. Dit in verband met de economische crisis. De werkgroepen hadden tot taak voorstellen te doen die per werkgroep een bezuiniging van 20 procent opleveren. Op 1 april 2010 hebben de werkgroepen hun rapporten – de Brede heroverwegingen – gepubliceerd. Het is aan het nieuwe kabinet om uit de ambtelijke voorstellen keuzes te maken.

Franje
Meest in het oog springend is dat het onderwijs zich bijna alleen nog maar zou moeten gaan richten op het basiscurriculum; taal, rekenen en een aantal andere kennisvakken zoals bijvoorbeeld getoetst in de Cito-toets. Op alles wat niet direct bijdraagt aan goede resultaten op het basiscurriculum kan bezuinigd worden, aldus de werkgroep. Al het overige wordt gezien als franje en kan vervallen of drastisch ingekort worden. Naast het feit dat hiermee ontkend wordt dat onderwijs meer is dan alleen kennisoverdracht – en juist ook leerlingen klaarstoomt voor een plek in de maatschappij – en dat hierdoor waarschijnlijk ook nog eens de rekening wordt gelegd bij jeugd- en welzijnszorg, trekt de overheid het onderwijs veel meer naar zich toe. De minister en de onderwijsinspectie gaan meer bepalen hoe het onderwijs ingericht moet worden. Volgens de werkgroep kunnen ook de klassen weer groter worden; in het primair onderwijs van 23 naar 26 leerlingen. Wel signaleert de werkgroep dat in de periode 1997-2003 29 procent van de groepen al groter was dan 31 leerlingen. Kleine scholen moeten vrezen voor hun voortbestaan. Omdat deze scholen relatief duur zijn, zouden 1.200 kleine scholen moeten opgaan in een grotere school. Tevens kan er bezuinigd worden door het inkorten van de onderwijstijd. Zowel het vmbo als het mbo zal in minder tijd het (nieuwe) basiscurriculum moeten afwerken. Over de hele linie wordt versnellen beloond en zitten blijven afgeremd. Leerlingen worden geacht sneller klaar te zijn voor de arbeidsmarkt en zo minder een `kostenpost´ voor het onderwijs te zijn.

Zorgleerlingen
Op de zorg voor zorgleerlingen zal flink beknibbeld gaan worden, als de plannen uitgevoerd worden. Grotere klassen in het speciaal onderwijs, korting op de reguliere zorgmiddelen en in het totaal een teruggang in het budget tot het niveau van 2003. Wat hiervan de gevolgen zijn kan de werkgroep niet aangeven, wel dat het aantal zorgleerlingen tussen 2003 en nu is toegenomen van 6,5 tot 9,5 procent. In ieder geval zal de druk op het reguliere onderwijs enorm toenemen, omdat kinderen niet meer doorverwezen kunnen worden.

Van tafel
Over de gehele linie dreigt dus een enorme kaalslag en verslechtering op te treden. Dit staat in schril contrast met de ambitie van het kabinet om internationaal tot de mondiale top 5 te gaan behoren. Momenteel staat het Nederlandse onderwijs op de tiende plek. Om dit doel te bereiken moeten de prestaties van de leerlingen, dus de kwaliteit van het hele onderwijs (personeel, huisvesting, organisatie, lerarenopleidingen, et cetera) verbeteren. Hiervoor is juist extra geld nodig. De AVS heeft ernstige bezwaren tegen de voorstellen van de heroverwegingswerkgroep. De rapporten zullen zeer waarschijnlijk centraal staan in de verkiezingscampagnes en bij de formatie van het nieuwe kabinet. Wat de AVS betreft moeten de voorstellen echter zo snel mogelijk van tafel. Het onderwijs legt de basis voor de toekomst. Het onderwijs uikleden betekent linea recta een verslechtering van de toekomst. En dat is, op z´n zachtst gezegd, zeer onwenselijk. Bovendien dreigen met de voorgestelde maatregelen enorm veel arbeidsplaatsen – voor directie, leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel – verloren te gaan

ZIe ook:Brede heroverwegingen
voor een uitgebreide samenvatting van de beleidsvoorstellen en het commentaar van de AVS.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.