Grote uittocht van onderwijspersoneel voorspeld

Van de bijna één miljoen werkenden in het onderwijs en bij de overheid zijn in 2020 gemiddeld 7 op de 10 mensen vertrokken of van baan gewisseld. Hiermee staat de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs en van overheidsdiensten onder druk. Dit blijkt uit een toekomstverkenning van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK), werkgeversorganisaties en vakbonden.

Het wordt moeilijk om hier voldoende en geschikte mensen voor terug te krijgen. Omdat de arbeidsmarkt weer krap wordt, óf vanwege een tekort aan geld als gevolg van de economische crisis. Of allebei. Sociale partners in de publieke sector maken zich zorgen over het behoud en de kwaliteit van het onderwijs en de diensten van de overheid. Met maatregelen kan niet worden gewacht tot het huidige personeel vertrokken is. Zeker niet als de economie weer aantrekt. Door de economische crisis moeten overheids- en onderwijswerkgevers tegelijkertijd echter rekening houden met krappe budgetten, met als gevolg dat er een tijd lang geen ruimte is om nieuwe mensen aan te nemen. Dit komt neer op een verdere vergrijzing van het personeelsbestand, met als risico verstarring en gebrek aan vernieuwing. Bezuinigingen die leiden tot minder ruimte voor loonsverhogingen maken het lastiger voor publieke werkgevers concurrerend te blijven op de arbeidsmarkt. Werkenden in het onderwijs- en bij de overheid zien als belangrijkste ontwikkelingen (in volgorde van belangrijkheid): `er komt steeds minder geld beschikbaar voor mijn organisatie´, `de gemiddelde leeftijd van mijn collega´s wordt steeds hoger´ en `veel van mijn collega´s gaan de komende jaren met pensioen´. Innovatie en vernieuwing lijken voor de publieke sectoren de belangrijkste uitdaging.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.