Uiteindelijk deelden bijna alle fracties de inspiratie en droom van Dijksma. Maar iedere fractie doet dat met eigen bedenkingen, vraagtekens en eisen. Alleen GroenLinks zag liever dat het geld voor de invoering van Passend onderwijs geïnvesteerd zou worden in een versterking van het speciaal onderwijs.
Na een stortvloed van vragen en kritische kanttekeningen van de Vaste Kamercommissie Onderwijs, stelde Dijksma in een betoog dat het traject Passend onderwijs is gebaseerd op een aantal duidelijke keuzes die zich echter niet altijd verdragen met de wensen en vragen van de Tweede Kamerleden. Haar keuze voor een lerende aanpak, een aanpak van onderop en ruimte voor ontwikkeling, staat op gespannen voet met de indringende wens van de Kamer om een precieze planning, een strak tijdpad en scherpe criteria te handhaven. Dijksma zet in op een ontwikkeling van onderop via experimenten en regionale initiatieven met een lichte ondersteuningsstructuur. Via een kleine commissie onder voorzitterschap van Ursie Lambrechts (D66) zal het hele proces bewaakt en gevolgd worden. Deze commissie brengt ook advies uit over de komende wet- en regelgeving. Najaar 2009 start de ontwikkeling van deze wetgeving.
Op korte termijn
Voorjaar 2008 komt Dijksma met een voorzet waarin de werkzaamheden van de evaluatie- en adviescommissie Passend onderwijs (Commissie Lambrechts) nader zullen worden beschreven en hoe er gemonitord gaat worden. Voor de juiste inrichting van het wetgevingstraject (`lerende aanpak´) vindt Dijksma het van belang in 2008 in ieder geval dertig startsubsidies, vijf experimenten en tien veldinitiatieven te honoreren. Vóór 1 maart 2008 wordt gesproken over een op te leveren overzicht van de komende experimenten en welke succescriteria worden gehanteerd (wanneer is een experiment geslaagd en wanneer niet).
Enkele andere actiepunten:
o In de monitor wordt onderzocht hoe de inzet van de rugzakmiddelen plaatsvindt en de Commissie Lambrechts zal adviseren over de bekostiging en verschuiving naar meer preventieve mogelijkheden in ambulante begeleiding.
o In 2008 komt er een aparte notitie budgetfinanciering.
o In 2008 wordt een bestandsopname gemaakt van sbo/(v)so scholen. De `zwakke scholen´ worden zo in kaart gebracht.
o Voorstel buitenschoolse opvang speciaal onderwijs na onderzoek.
o Onderzoek naar zorgvraag van allochtone doelgroepen.
De AVS is blij met de voortgang van het traject en de gekozen richting. De insteek voor ontwikkeling van onderop wordt nu echt waargemaakt. De AVS roept schoolleiders op tot en ondersteunt hen bij het oppakken van de uitdaging die hierin ligt. De AVS blijft wijzen op de sleutelrol die de schoolleiding in dit proces heeft en dringt aan op voldoende middelen voor toerusting en professionalisering