* Voor 2006 zijn voorlopige cijfers beschikbaar. Aanbevelingen
“Vooral in cluster 4-scholen liegen de statistieken er niet om”, aldus Van Eijck tijdens de presentatie van het sturingsadvies. Binnen cluster 4 (scholen voor leerlingen met ernstige gedrags- of psychiatrische problemen – waaronder zmok-scholen -, pedologische instituten, scholen voor langdurig zieken met een psychiatrische handicap en jeugdjustitiële inrichtingen) is de toename van het aantal plaatsingen behoorlijk, zie onderstaande tabel:
2005 2006 Plaatsing speciaal onderwijs 8.690 12.082 Plaatsing voortgezet speciaal onderwijs 7.127 14.348 Ambulante Begeleiding basisonderwijs 457 7.268 Ambulante Begeleiding voortgezet Onderwijs 562 6.133
Deze cijfers gelden alleen voor cluster 4. Er is echter in het hele speciaal onderwijs (cluster 1-4) sprake van toename: sinds 2000 zijn de plaatsingen binnen het so met bijna 40 procent toegenomen, in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) zelfs met 50 procent.
In het sturingsadvies komt Van Eijck met 26 aanbevelingen voor zowel de korte als de lange termijn. De totale kosten worden voor 2007 op 207 miljoen euro geraamd.
Voor de daarop volgende vier jaar liggen de kosten in dezelfde orde van grootte. Een greep uit de aanbevelingen voor de minister:
o Stel de leerling centraal en pas het (onderwijs)aanbod hierop aan;
o Geef duidelijkheid over de zorg die het regulier onderwijs moet kunnen bieden;
o Zorg voor vroegtijdige signalering van gedragsproblemen in het regulier onderwijs;
o Geef de REC´s bij inzet van financiële middelen meer flexibiliteit: structureel in plaats van conjunctureel;
o Zorg voor versnelde scholing en opleiding van nieuw personeel voor het so;
o Doorbreek de scheiding tussen de verschillende clusters binnen het so. Zorg voor één loket voor scholen, ouders en kinderen.
Verder moet de negatieve indicatie waarop Ambulante Begeleiding en zorgaanbod gerealiseerd wordt, stoppen. Positieve indicatie, die zich richt op ontwikkelingsmogelijkheden bij leerlingen, verdient aanbeveling.
Minister Van der Hoeven onderkent de geschetste problemen. Ze zijn niet alleen op te lossen met geld. De minister wil oppakken wat meteen gerealiseerd kan worden. Wat volgens haar expliciete aandacht verdient, is de samenhang tussen regulier en speciaal onderwijs. Ook de uitstroom van jongeren zonder diploma uit het vso is een speerpunt, inclusief de specifieke problematiek van allochtone leerlingen. “In overleg met de WEC-raad zal uitgewerkt moeten worden hoe examens of deelcertificaten behaald kunnen worden binnen die groep”, aldus Van der Hoeven. Verder wil de minister de versnelde scholing van personeel in het so stimuleren, dient het aanbieden van een minor `speciale onderwijszorg´ op pabo´s in het regulier onderwijs expertisevergroting teweeg te brengen en moet door investeringen in de komende jaren veel verbeterd worden. Deze financiële prikkel is nodig, maar verdient zich ook terug, meent de minister. “Ook op het departement van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het gebied van jeugdzorg zullen de investeringen hun effect hebben. Dit vraagt een integrale aanpak.” En naar verwachting blijft het aantal zorgleerlingen toenemen, wat een lange termijn investering noodzakelijk maakt. Het oppakken en invoeren van de aanbevelingen uit het rapport liggen bij het nieuwe kabinet.
U kunt het sturingsadvies `Groeistuipen in het speciaal onderwijs´ downloaden
Actueel
Kader Primair 5 – Januari 2007