Houding ten opzichte van leren positiever
Leerlingen op Vrije scholen hebben een forse rekenachterstand vergeleken met leerlingen in het reguliere onderwijs. Daarentegen is hun houding ten opzichte van leren aanzienlijk positiever. Dit ontdekte Hilde Steenbergen in haar vergelijkend onderzoek tussen de leeruitkomsten van beide onderwijsvormen in het voortgezet onderwijs. Steenbergen promoveerde onlangs aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Belangrijke verschillen tussen beide schooltypen zijn te vinden op cognitief niveau. Na drie jaar voortgezet onderwijs scoren Vrije scholen lager op Nederlands en wiskunde. Voor wiskunde geldt dat Vrije schoolleerlingen vaak al binnenkomen op het voortgezet onderwijs met fors lagere scores. De achterstand die ze hebben opgelopen op het Vrije school basisonderwijs halen ze in het voortgezet onderwijs niet meer in. Opvallend is dat het academisch zelfbeeld van Vrije schoolleerlingen hoger ligt dan dat van leerlingen in het reguliere onderwijs. En dat terwijl de prestaties over het algemeen dus lager liggen. “Dat kan het gevolg zijn van zelfoverschatting, maar ook van minder faalangst”, meent Steenbergen. “Bijvoorbeeld omdat Vrije scholen niet alleen de cognitieve capaciteiten van leerlingen benadrukken. Daarbij is hun houding ten opzichte van leren duidelijk positiever dan die van leerlingen in het reguliere onderwijs. Daar zie je dat de motivatie om te leren tussen het eerste en het derde jaar echt veel sterker daalt.” Leerlingen op Vrije scholen komen relatief vaak uit gezinnen met een hogere sociaaleconomische achtergrond. “Op basis daarvan wordt vaak aangenomen dat ze uit taalrijke gezinnen komen en dus een voorsprong hebben op dit gebied”, aldus Steenbergen. “Ze scoren echter nagenoeg gelijk op verbale intelligentie en zelfs significant lager als het gaat om symbolische intelligentie.” Dit betekent volgens Steenbergen dat kinderen met een hogere sociaal-economische achtergrond vaker kiezen voor de Vrije school als het gymnasium niet haalbaar lijkt. Vrije scholen laten zich bij de inschrijving van leerlingen namelijk niet leiden door het advies van de basisschool. En misschien wel nog belangrijker: op Vrije scholen blijven de verschillende onderwijsniveaus (vmbo-tl, havo en vwo) bij elkaar.
De volledige titel van het proefschrift luidt: `Vrije en reguliere scholen vergeleken. Een onderzoek naar de effectiviteit van Vrije scholen en reguliere scholen voor voortgezet onderwijs.´