Formatieprobleem op scholen blijft gelijk

De herfstvakantie zit erop, de R zit in de maand en Corona gaat weer rond. AVS heeft een flitspeiling uitgezet onder schooldirecteuren, omdat er zorgen waren dat het formatieprobleem in het griepseizoen groter zou worden. Uit de peiling van deze week (n=573) blijkt dat op 35% van de scholen nog FTE openstaat. Aan de start van dit schooljaar had 41% van de scholen de formatie nog niet rond, in juni was dat 60%. Daar komt nu bij dat van de leerkrachten gemiddeld 7% ziek thuis zit. Van de thuiszitters heeft 27% corona gerelateerde klachten. “Het bemensen van de groepen kost schooldirecteuren veel tijd. Dit gaat mogelijk ten koste van onderwijskwaliteit. Het is en blijft een helse klus om elke dag alle groepen van een leerkracht te voorzien. We maken ons zorgen, hoe lang kunnen schooldirecteuren dit nog overeind houden?”, aldus Karin Straus, voorzitter AVS. 

Als we deze cijfers vergelijken met vorig jaar november dan staan we er een stuk gezonder voor. Toen zat het dubbele aantal ziek thuis (14% ten opzichte van 7% nu), waarvan destijds 68% corona gerelateerde klachten had en dat is nu 27%. Het grootste deel van de schoolleiders (79%) vindt het onderwijs nog redelijkerwijs te organiseren, maar merkt wel dat de rek eruit is. Alle tijd en energie gaat naar het opvangen van de formatietekorten. Problemen worden met name ondervonden vanwege personeelstekort en het niet kunnen vinden van invallers. Hierdoor maken schoolleiders zich zorgen over de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs. Het probleem blijft daarmee acuut. Uit onderstaande grafiek blijkt dat 65% een gat heeft van meer dan 1 fte. Omdat de meeste leerkrachten deeltijd werken, kan je spreken van 2 of meer vacatures voor meer dan de helft van de scholen met een tekort. En dat is fors. Bij de andere scholen (38%) is het tekort nog groter. We zien meerdere noodkreten terug in de antwoorden. “De spoeling is zo dun bij ziekte. Help!” of “De bezetting is weliswaar rond, er staat geen fte open op dit moment, maar het is zo wankel als een kaartenhuis. Als er iemand uitvalt, hebben we echt een groot probleem omdat er geen vervanging te vinden is”.  

Bij uitval van personeel wordt vooral geprobeerd dit intern op te lossen door middel van ambulant personeel zoals onderwijsassistenten (17%) en ander onderwijsondersteunend personeel (8%) voor de klas te zetten. Ook staan IB-ers (3%), remedial teachers (1%) of de schooldirecteur (5%) zelf regelmatig voor de klas. Mocht dit geen baat bieden, dan worden groepen samengevoegd of verdeeld (28%). Als dit allemaal niet werkt, wordt geprobeerd thuisonderwijs (16%) te verzorgen of in het uiterste geval de groepen toch maar naar huis te sturen (25%). 

Karin Straus zegt: “Schooldirecteuren hebben door het formatieprobleem te weinig ruimte voor hun strategische taken, zoals het bouwen aan een goed team voor betere onderwijskwaliteit. Ik heb groot respect voor deze beroepsgroep die continu de gaten dichtloopt. Het is zaak dat besturen, OCW en de vakbonden voor leerkrachten hier ook hun waardering over uit gaan spreken.” 

Ventilatie en coronamaatregelen op school 

Bij 71% van de scholen is de ventilatie (inmiddels) op orde. Bij de scholen waar dit niet het geval is, komt dit vooral door: oud schoolgebouw / op handen zijnde renovatie (27%), systeem functioneert niet goed (18%), leveringsproblemen van materiaal en apparatuur (13%) of budgetproblemen (11%). Dit is een verbetering, want voor de zomervakantie had slechts 41% de ventilatie goed geregeld. 

Daarnaast heeft 91% van de schoolleiders het draaiboek corona op orde. In 93% van de gevallen is dit draaiboek met instemming van de MR gerealiseerd. Bij de schoolleider waar het draaiboek nog niet is gerealiseerd, komt dit met name door gebrek aan tijd, het moeten wachten op feedback van bovenschools management of MR. Bijna alle schoolleiders (90%) hebben vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheden met betrekking tot de coronamaatregelen, omdat ze hier inmiddels al 2 jaar ervaring mee hebben en het klappen van de zweep nu wel kennen. Ze vinden het fijn dat ze meer regie hebben en het draaiboek specifiek op de wensen en behoeften van de eigen school kunnen richten. De schoolleiders die er minder vertrouwen in hebben, zien liever een centraal draaiboek dan dat zij zelf de beslissingen moeten nemen. Zij wensen die extra verantwoordelijkheden niet te hebben en vinden dat er ook nog veel onduidelijkheid is.