Er zijn deze week fors minder leerlingen op school dan een week geleden. De besmettingen bij leerlingen zorgen ervoor dat veel meer scholen afgelopen week klassen naar huis moesten sturen. Dat blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) onder ruim 900 schooldirecteuren. Voorzitter Ingrid Doornbos ziet de uitdagingen voor schoolleiders toenemen: “Schoolleiders zijn blij dat de scholen weer open zijn, tegelijkertijd zien we de besmettingen toenemen en is het onderwijs met de huidige maatregelen vaak lastig te organiseren. Er is een grote behoefte aan duidelijke kaders om lokaal beslissingen te nemen. De AVS roept het OMT en het kabinet namens de schoolleiders op de huidige maatregelen nog eens goed tegen het licht houden”.
Gemiddeld is 24 procent van de leerlingen deze week niet op school, waarvan ruim twee derde corona gerelateerd. Vorige week was dat nog 8 procent. Op slechts 2 procent van de scholen zijn alle leerlingen op school in de tweede week na de kerstvakantie. Op 80 procent van de scholen ontbreken één of meerdere leraren, gemiddeld is 18 procent deze week afwezig waarvan twee derde wegens corona. De afwezigheid van leraren komt bovenop het reguliere personeelstekort en het benodigde personeel voor het Nationaal Programma Onderwijs. Daardoor bleek dat in de eerste week na de kerstvakantie al dat de helft van de scholen geen vervangers meer kan vinden.
Mede daardoor moest 62 procent van de scholen deze week klassen naar huis sturen. Gemiddeld gaat het om 2 klassen per school. Vorige week was het tekort aan leraren (90%) de reden om leerlingen naar huis te sturen, nu is dat 53 procent. Deze week zijn besmettingen bij leerlingen in 76 procent van de gevallen een reden om een klas naar huis te sturen, dat was vorige week nog 7 procent. Slechts 1 procent van de scholen moest de hele school sluiten, vorige week was dat bij geen van de respondenten het geval. Ingrid Doornbos: “Met de huidige set maatregelen waarbij klassen naar huis eerder regel dan uitzondering is, verschuift de aandacht van onderwijskwaliteit naar organiseren en regelen. En de schooldirecteuren zijn de crisismanagers, terwijl de focus op onderwijs juist nu zo belangrijk is.”
Op 81 procent van de scholen wordt afstandsonderwijs geboden voor afwezige leerlingen of de hele klas om het onderwijs zoveel mogelijk door te laten gaan. Met het organiseren van afstandsonderwijs neemt de werkdruk in het onderwijs wederom toe. Toch zegt 62 procent van de schoolleiders het onderwijs met de huidige coronamaatregelen en oplopende besmettingen nog redelijkerwijs te organiseren is. Maar voor de andere 38% is de rek er helemaal uit. “Er wordt door de schoolleiders en hun teams keihard gewerkt om het onderwijs overeind te houden. Het hybride onderwijs en soms noodopvang bieden is pittig, zeker met het bestaande personeelstekort.”
Een meerderheid van de schoolleiders (65%) wil dat het OMT de huidige maatregelen voor het onderwijs nog eens goed tegen het licht houdt. Een verruiming van de quarantainemaatregel of het afschaffen van de klassenquarantaine kan helpen, maar het moet ook veilig kunnen vinden de directeuren. “Duidelijke richtlijnen zijn nodig, daar hebben schooldirecteuren behoefte aan. Nu wijzigen de regels te vaak. Maar daarbinnen moet een school een eigen afweging kunnen maken, in samenspraak met de GGD”, aldus Doornbos. “Iedere school is anders, dit vraagt om maatwerk. Hierbij moet het uitgangspunt zijn hoe de scholen open kunnen blijven. En niet zoals nu, wanneer gaan klassen naar huis of wanneer sluit een school. “
Volgens 88 procent van de schoolleiders is een langetermijnvisie nodig voor corona op scholen, waarvan 72 procent geen centrale sluiting meer wil. Zij willen vooral lokale beslissingen nemen. Er zijn regionaal vaak ook grote verschillen wat betreft de aanwezigheid van leerlingen en het aantal klassen dat naar huis wordt gestuurd. Zo stuurden in Zeeland slechts een derde van de scholen, maar in Utrecht bijna driekwart van de scholen één of meerdere klassen naar huis.
Eerder riep de AVS ook op om snel actie te zetten op tot een langetermijnvisie voor het onderwijs om schoolsluiting te voorkomen en om onder meer de ventilatie op scholen te verbeteren en om het personeelstekort aan te pakken.
Provincies | Scholen die klassen naar huis stuurden |
Zeeland | 33,33% |
Friesland | 42,31% |
Drenthe | 46,67% |
Overijssel | 47,06% |
Gelderland | 49,40% |
Limburg | 50,00% |
Groningen | 64,00% |
Noord-Brabant | 64,36% |
Flevoland | 69,23% |
Noord-Holland | 70,49% |
Zuid-Holland | 71,30% |
Utrecht | 73,33% |
Nederland | 61,55% |
Provincies | Leerlingen afwezig |
Drenthe | 16% |
Limburg | 18% |
Overijssel | 19% |
Gelderland | 20% |
Friesland | 20% |
Zeeland | 22% |
Groningen | 23% |
Zuid-Holland | 24% |
Noord-Brabant | 25% |
Utrecht | 26% |
Noord-Holland | 27% |
Flevoland | 28% |
Nederland | 24% |
Provincies | Leraren afwezig |
Drenthe | 12% |
Friesland | 13% |
Utrecht | 16% |
Overijssel | 17% |
Noord-Brabant | 17% |
Zuid-Holland | 18% |
Limburg | 19% |
Gelderland | 19% |
Zeeland | 20% |
Noord-Holland | 22% |
Groningen | 25% |
Flevoland | 22% |
Nederland | 18% |