Op 1 januari 2007 is de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) ingevoerd. Veel schoolleiders bezochten de regionale bijeenkomsten, georganiseerd namens alle onderwijsorganisaties door het projectbureau WMS. Van hen organiseerden of organiseren velen een training voor ´hun´ MR-en en de GMR en zijn inmiddels bezig met een nieuw reglement, al dan niet gebruik makend van het voorbeeld dat is te vinden op www.infowms.nl. Er wordt nagedacht over de vraag of het nodig en handig is om een deelraad, een themaraad of een groeps-GMR in het leven te roepen. Maar wat betekent dit alles voor de positie en het werk van de bovenschools manager/ verenigingsdirecteur en de directeur van een éénpitter? Wie voert bijvoorbeeld overleg met de MR en de GMR?

Wie overlegt met MR en GMR?
Laten we eerst eens kijken naar het `klassieke model´: een schoolbestuur als bevoegd gezag en een of meerdere schoolleiders. Bij éénpitters hebben we alleen te maken met de MR. Een GMR is hier niet aan de orde. Het is aan het bestuur van de school om overleg te voeren met de MR. Maar, de praktijk leert dat het meestal de directeur is die door het bestuur is gemandateerd om namens het bestuur overleg te voeren met de MR. Dit is, als het goed is, neergelegd in het managementstatuut. Ook wanneer er sprake is van een bestuur dat meerdere scholen beheert, mandateert het bestuur het overleg met de MR-en meestal, indien vastgelegd in het managementstatuut, aan de directie. Vaak gaat het dan om bovenschools management, een algemeen directeur of een verenigingsdirecteur. Ook het overleg met de GMR is dan meestal een taak van de (bovenschoolse) directie. Maar het kan ook zijn dat het klassieke model is verlaten en dat er sprake is van een Raad van Toezicht (zie hiervoor ook de brochure `Goed onderwijsbestuur Primair Onderwijs´ van de AVS en VOS/ABB, die half januari naar alle leden werd gestuurd). Dan geldt dat er sprake is van een college van bestuur dat zelf het overleg voert met de GMR en de MR-en. Het college van bestuur is in dit model het bevoegd gezag. Voerde in het klassieke model het management overleg met de (G)MR namens het bevoegd gezag, daarvan is bij een model met een Raad van Toezicht geen sprake. Het college van bestuur is dan immers het bevoegd gezag. Eigenlijk kunnen we stellen dat de Raad van Toezicht en de (G)MR geen relatie hebben met elkaar.

Duidelijkheid
Hoe het ook zij, een aantal dingen ligt vast in de WMS:

o Directieleden die zijn gemandateerd om namens het bevoegd gezag overleg te voeren met de (G)MR kunnen geen lid zijn van de (G)MR;
o Als men in het schoolbestuur zit, kan men evenmin lid zijn van de (G)MR;
o In het verlengde hiervan geldt dat leden van het college van bestuur, indien er sprake is van een Raad van Toezicht, geen lid kunnen zijn van de (G)MR.

Bron
Kader Primair 6 – februari 2007 – Iedere maand

Meer informatie
Tekst Carine Hulscher-Slot

Meer weten?
Voor meer informatie en voor aanbod op gebied van scholing kunt u terecht bij http://www.infowms.nl/ en natuurlijk bij de AVS.

 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws