In de notitie `Aanpak opbrengstgericht leiderschap´, die voormalig staatssecretaris Dijksma in december 2008 aan de Tweede Kamer stuurde, is één van de actielijnen het aanpakken van de administratieve lasten voor schoolleiders, zodat zij meer tijd en energie kunnen steken in opbrengstgericht leiderschap. Daarom werd de `Kafkabrigade´ in het leven geroepen. Vorige maand bood Dijksma het eindrapport van deze brigade aan de Tweede Kamer aan. In deze rubriek speciale aandacht voor de conclusies en aanbevelingen rondom de relatie tussen schooldirecteuren en bestuurders.
Tekst: Carine Hulscher-Slot
De Kafkabrigade ging in het onderzoek steeds uit van concrete praktijkvoorbeelden, waarbij een persoon of een team vastloopt in onnodige bureaucratie. In samenspraak met de begeleidingscommissie van het ministerie van OCW – bestaande uit twee vertegenwoordigers van de directie po van het departement en een beleidsmedewerker van de PO-Raad – selecteerde de Kafkabrigade acht voorbeelden en ging vervolgens op zoek naar schooldirecteuren die aan het onderzoek wilden meewerken. In het onderzoek onder schoolleiders stonden vier onderwerpen centraal: 1) Arbo-wet en Wet Poortwachter; 2) Aanvraag en verantwoording gemeentelijke subsidies; 3) Horizontale en verticale verantwoording; 4) Veiligheidseisen. Tijdens de interviews met schoolleiders bleek dat dit niet de meest `overlast´ veroorzakende onderwerpen zijn. In alle gesprekken werden als lastig aangemerkt: de relatie met het bestuur, de relatie met de gemeente en alle procedures rond zorgleerlingen. Daarom werd aan deze zaken een serie afzonderlijke gesprekken gewijd. Daarin kwam prominent het gebrek aan vertrouwen aan de orde. Schooldirecteuren geven bijvoorbeeld aan er niet op te vertrouwen dat de bestuurders hun verhaal goed overbrengen bij de onderwijsinspectie. Daar tegenover staat dat zij het gevoel hebben dat de bestuurders hun schoolleiders onvoldoende vertrouwen in het waarborgen van kwaliteit.
Lusten en lasten
Een van de meest besproken thema´s was `de lasten en lusten´ die schooldirecteuren ervaren van hun bestuurders. Vooral directeuren die werken bij een groot bestuur vinden dat er sprake is van een extra bureaucratische laag. Bij kleinere besturen is de – positieve – ervaring dat deze alleen de administratieve werkzaamheden van de schoolleider overnemen. Regelmatig kwam in de gesprekken aan de orde dat schooldirecteuren geen zicht hebben op wat een bestuur op eigen initiatief van de directeuren vraagt en wat nodig is op basis van wet- en regelgeving. Deze onduidelijkheid is voor schoolleiders frustrerend, zo melden de onderzoekers, en levert het gevoel op dat zij onnodig veel informatie aan het bestuur moeten geven. De onderzoekers bevelen daarom aan meer openheid over de verantwoordingslast van besturen te scheppen. Dan wordt duidelijk wat voor de autonomie van het bestuur echt nodig is en wat niet.
Bemoeizucht
Een aantal geïnterviewde schoolleiders geeft aan last te hebben van de zucht naar uniformiteit binnen besturen met veel scholen. De Kafkabrigade constateert naar aanleiding hiervan dat er spanning bestaat tussen uniformiteit en pluriformiteit: “Aan de ene kant is het van belang de onderwijskwaliteit te monitoren. Aan de andere kant moet er ook ruimte voor verschillen zijn. Hoe kan een bestuur goed toezicht houden zonder al haar scholen, bewust of onbewust, in dezelfde beleidsrichting te willen duwen?”
Een van de gespreksdeelnemers zegt hierover dat er meestal geen sprake is van opzettelijk beleid, oftewel bemoeizucht. Vaak wil de bestuurder, binnen de wettelijke kaders, zoveel mogelijk ruimte geven aan scholen. Maar toch, het knelt. Daarom stellen de onderzoekers dat bestuurders ernaar moeten streven minder `accountantterreur´ toe te laten. Ook bestuurders ervaren dat er veel `onzinnige regelgeving´ bestaat. De Kafkabrigade: “Om de schooldirecteuren minder onnodige bureaucratie te laten ervaren zou het helpen als niet alleen zij, maar ook hun besturen minder gehoorzaam zijn en niet overal gehoor aan geven. De regels die aan scholen worden opgelegd zijn zo veelvoudig dat de mazen van de wet soms moeten worden opgezocht om te kunnen blijven functioneren.”
Het eindrapport bevat een aantal voorstellen voor het vervolg van het Kafkabrigadetraject. Los van de vraag hoe een nieuw kabinet dit onderwerp gaat aanpakken, springt één aanbeveling op een positieve manier in het oog. Het idee is om met de aanbevelingen uit het rapport aansluiting te zoeken bij de Nederlandse Schoolleidersacademie (NSA), of een andere organisatie die zich bezighoudt met het opleiden van schoolleiders. Dit om de lessen van de Kafkabrigade uit te werken in een lesmodule `Schoolleiders, lasten en verantwoordelijkheden´. Het onderwerp is inmiddels door de Tweede Kamer als controversieel aangemerkt, wat betekent dat het nieuwe kabinet pas de beleidsreactie op het rapport zal formuleren. Daarbij is het interessant hoe de nieuwe bewindslieden zullen reageren op de suggestie voor het gebruik maken van de mazen van de wet.
Meet weten?
Het eindrapport van de Kafkabrigade is te vinden op www.minocw.nl/documenten/19640a.pdf