Op De Ring van Putten, een middelbare school voor mavo, havo en vwo in Spijkenisse, stellen leerlingen zelf een deel van hun lesprogramma samen. Er is veel aandacht voor informatica, logisch nadenken en analyseren. Zelf beslissen wat je doet, is een belangrijk onderdeel van dit toekomstbestendige onderwijs.
Toen Jeroen Werleman een paar jaar geleden rector werd van De Ring van Putten had de school een vrij traditionele manier van werken met beperkte mogelijkheden om af te wijken van de ‘vakkenpakketstructuur’. “Het waren volle dagen van half negen tot half vier waarin het moest gebeuren. We stimuleerden wel dat er gedifferentieerd werd, maar merkten ook dat we beperkt werden door de structuur die we hadden.” In het nieuwe onderwijsconcept neemt de leerling veel beslissingen zelf. Meer toekomstgericht onderwijs betekent meer gepersonaliseerd onderwijs en een meer actievere houding van de jongeren.
Werleman: “Leerlingen leren keuzes maken. Dat is een belangrijke vaardigheid waaraan we veel aandacht besteden. Het onderwijs moet leerlingen niet overkomen, maar ze moeten er zelf een aandeel in hebben. Keuzes maken is een vaardigheid die ze na de middelbare school nodig hebben. De wereld wordt complexer, veranderingen volgen zich in een relatief hoog tempo op ten gevolge van technologische ontwikkelingen, zoals robotisering en kunstmatige intelligentie. Nu bekende beroepen bestaan straks niet meer en leerlingen werken niet meer 40 jaar bij dezelfde baas. In dat landschap moeten toekomstige volwassenen zich staande houden. Weten hoe je doelen kan stellen en hoe je jezelf blijft ontwikkelen zijn belangrijke vaardigheden om succesvol deel te nemen aan de samenleving.”
Zeker de helft van het team was betrokken bij de vernieuwing. “Door veel mensen een bijdrage te laten leveren, hebben we een deel van de vrees weg kunnen nemen en praktische bezwaren mee kunnen nemen. Ieder heeft vanuit zijn eigen perspectief gekeken naar wat er nodig is om toekomstgericht onderwijs te realiseren en beter gebruik te maken van de professionaliteit van leraren.” Flexibiliteit werd het toverwoord. “Wij wilden wendbaar zijn zonder een heel nieuwe organisatiestructuur op te zetten. Zo kwamen we uit op het flexrooster. Elke dag bestaat uit een aantal vaste lesuren van 80 minuten en een aantal lesuren, die de leerlingen zelf mogen kiezen. Denk aan talenturen waarin leerlingen kennis kunnen maken met uiteenlopende onderwerpen van 3D-printen tot sporten. Een andere optie is het volgen van extra lesuren voor vakken die een leerling moeilijk vindt of waarover hij meer wil weten. Daarnaast kunnen deze jongeren ook onder begeleiding huiswerk op school maken.”
Kiezen moet je leren, benadrukt Werleman. “Coaches (docenten, red.) helpen leerlingen met het maken van de juiste keuzes het uitstippelen van de juiste routes. Voorheen had een leerling als het goed ging, nul gesprekken met de mentor. Dat is nu onmogelijk. Iedereen krijgt aandacht en dat is voor beide partijen belangrijk. Leerlingen weten zich meer gezien en ervaren dat ze ertoe doen. Dat is goed voor hun welbevinden. Coaches ontdekken soms talenten of aspecten van leerlingen die ze anders nooit ontdekt hadden; het verrijkt de relatie en de betrokkenheid.”
Interessant?
Dit artikel stond in Kader, het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden maandelijks ontvangen. AVS komt op voor de belangen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs. Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan iedere maand een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.