Eerste klus nieuwe Kamer: onderwijs-salarissen redden

De nieuwe leden van de Tweede Kamer hebben de belangrijke taak om ervoor te zorgen dat het onderwijs niet met achterstand begint aan een nieuwe kabinetsperiode. De gezamenlijke onderwijsbonden AVS, AOb, CNVO, CMHF en Abvakabo hebben hen dan ook opgeroepen de onderwijssalarissen te redden. De bonden willen dat de Kamer nog voor het zomerreces in een apart debat hierover demissionair minister Rouvoet ter verantwoording roept.

Het huidige demissionaire kabinet heeft voorgesteld de salarissen van onderwijspersoneel in 2010 te bevriezen. Dit terwijl de salarissen in de markt wel bescheiden groeien en het de afspraak was de lonen mee te laten stijgen met de markt. En leerlingen hebben behoefte aan meer nieuwe topdocenten, onderwijsondersteuners en schoolleiders. Deze nullijn jaagt personeel weg uit het onderwijs en schrikt nieuw personeel af, aldus de bonden. Vooral het personeel in het basis- en voortgezet onderwijs (bijna 300.000 werknemers) gaat dit direct merken. Maar als het demissionaire kabinet zijn zin krijgt wordt het personeel nu al op achterstand gezet. Een ruime Kamermeerderheid nam echter op 22 april van dit jaar de motie Azough aan die zich uitspreekt tegen dit plan. Na de verkiezingen is de meerderheid voor die motie alleen nog maar gegroeid.

Vastlopende caoonderhandelingen
Het basisonderwijs kan niet beginnen met onderhandelen als het kabinet vasthoudt aan de nullijn. Dat betekent voor ruim 175.000 werknemers geen nieuwe cao, dus een grotere salarisachterstand. In het voortgezet onderwijs komen de bonden en de werkgevers er ook niet uit.

De bonden willen dat de Kamer de onderwijsparagraaf van de maatregel uit de Voorjaarsnota in een apart debat behandelt en een goede oplossing zoekt voor de lerarensalarissen. Bonden vragen een loonstijging van 1,25 procent. Daarvoor is het beloofde budget voor 2010 nodig. De bonden: “Als de nieuwe Kamer de ambitie om naar de top 5 van kenniseconomieën te komen serieus neemt, is dit gelijk het moment om te laten zien dat het ze menens is.”
 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.