In Kerkrade werd een ambitieus bouwbeleid de katalysator van een nieuwe kijk op leren, zonder dat dit het nieuwe leren is. Mede dankzij de inzet van wethouder Bosch en schoolbestuur Movare, heeft SBO Arcadia voorheen De Cirkel over een half jaar een nieuw gebouw en een nieuw meer passend onderwijsconcept. Vijf vragen aan directeur Jos Hamerlinck. Bron Meer informatie
Waar komt uw concept vandaan?
“Onderwijs begint altijd met een helder pedagogisch en didactisch concept. Wij hebben onszelf de volgende vragen gesteld: Wat moeten we leren? Aan wie bieden wij dit aan? Wanneer leren de kinderen? En hoe leren de kinderen? Vooral een sbo-school moet zorgvuldige afwegingen maken over het gebruik van onderwijstijd en de keuze van de leeractiviteiten. In hoeverre kan er sprake zijn van zelfstandig en coöperatief leren en wat betekenen al deze facetten voor de inrichting van het gebouw en de leerwerkplekken? We kiezen voor uitdagend leren.”
U zegt dat het nieuwe gebouw uitdagend leren op maat mogelijk maakt. Wat bedoelt u daarmee? “Uitdagend leren betekent onderwijs en begeleiding die passen bij de mogelijkheden van onze leerlingen. Het betekent ook dat leren niet alleen maar moeilijk is, maar dat leerkracht en leerling samen zoeken naar andere mogelijkheden om kennis op te doen, vanuit wat het kind al kan. Vanuit dat startpunt gaat de school op zoek naar de grenzen van de mogelijkheden van het kind. De leerling is daardoor medeverantwoordelijk voor het leerproces en bereikt met trots nieuwe mijlpalen.”
Hoe helpt het gebouw daarbij? Na de instructie is er de stimulans om zelfstandig te gaan samenwerken binnen de stamgroep of op de leerwerkplekken, begeleid door leerkrachten en onderwijsondersteuners. Leerkrachten werken bij het lesgeven samen. Er is sprake van bouwgebonden teamteaching. De muren van de verschillende stamgroepen zijn door fl exibele wanden naar elkaar te openen, waardoor er één grote leerruimte ontstaat voor meer leerlingen en meer leerkrachten. Aansluitend liggen de leerwerkplekken voor coöperatief zelfstandig leren. De ateliers aan de overkant van de lesruimtes en leerwerkplekken bieden mogelijkheden om te leren door te doen. Ook het buitenterrein vervult een functie als leerplek; zelfs de tuin en de speelomgeving rond de school worden zodanig ingericht dat daar veel leermomenten kunnen plaatsvinden.”
Hoe zit het met uitdagend leren?
“We plaatsen het uitdagend leren in de context van het oude leren en het nieuwe leren. Het oude leren is consumeren. De leerstof in hapklare brokken: happen en slikken. Het nieuwe leren is sociaal construerend leren, een mooie manier voor de kinderen die ook de competenties hebben om dat te doen. Uitdagend leren betekent dat de leerlingen na instructie in staat zijn tot zelfbewust en coöperatief zelfstandig leren. Hierbij ontstaat leren als een passende balans tussen instructie en zelfontdekkend leren, tussen abstract leren en al doende leren.”
Wat is uw mening over het uiteindelijke bestaansrecht van het sbo?
“Er zal altijd een plek nodig blijven voor kinderen die het niet redden in het reguliere onderwijs, al is het maar tijdelijk. Maar eigenlijk wil ik niet praten in termen van onderwijsstructuren zoals de WEC of het sbo. Passend onderwijs is er ook altijd al geweest, ik zou het alleen graag meer passend maken, voor élk individueel kind in welke schoolomgeving dan ook. Dat kan door bestaande regelingen te ontschotten, ontbureaucratiseren en ontjuridiseren. Wat onze school betreft, die hebben we zo gebouwd dat hij nog heel lang bruikbaar is als voorziening voor zorgleerlingen, in welke vorm dan ook.
Kader Primair 7 – Maart 2007
Tekst René van Eijk