Deel scholen vindt integratie mislukt

Po- en vo-scholen denken verschillend over de vraag of de integratie op hun school gelukt is. In het primair onderwijs vindt 27 procent van de schoolleiders en leraren dat de integratie een beetje of helemaal is mislukt. In het voortgezet onderwijs vindt 39 procent dat. Maar een groter deel (48 procent in po en 46  procent in vo) herkent dit beeld juist helemaal niet. Dit blijkt uit de rapportage Integratie op school van DUO Onderwijsonderzoek onder ruim 2200 schoolleiders en leraren in het basis- en voortgezet onderwijs.

In de vier grote steden wordt dit beeld door meer dan de helft van de schoolleiders en leraren herkend. Verder blijkt dat een ruime meerderheid van de ondervraagden (po 66 procent, vo 70 procent) de toenemende segregatie in de samenleving als een grote zorg ziet. Verder blijkt uit het onderzoek dat de betreffende schoolleiders en leraren verschillen tussen westerse en niet-westerse waarden en normen als de belangrijkste oorzaak zien van de toenemende segregatie op de eigen school (po 62 procent, vo 57 procent).

Andere veelgenoemde oorzaken van de toenemende segregatie op de eigen school zijn volgens de ondervraagden:

  • De ‘onwil’ om te integreren (vast willen houden aan eigen waarden en normen): po 43 procent, vo 44 procent;
  • Verschillen in maatschappelijke status: po 40 procent, vo 45 procent;
  • De rol van religie: po 43 procent, vo 39 procent.

Taak ouders en rol politiek
Het merendeel van de betreffende schoolleiders en leraren (po 58 procent, vo 58 procent) vindt dat het vooral een taak is van de ouders van kinderen van allochtone afkomst om iets te doen aan de mislukte integratie/de toenemende segregatie op hun school. Ook worden de politiek (po 40 procent, vo 46 procent), ouders van kinderen van autochtone afkomst (po 39 procent, vo 38 procent) en de school zelf (po 44 procent, vo 30 procent) veel genoemd als partijen die er volgens de ondervraagden iets aan moeten doen. De respondenten die aangeven dat de integratie een beetje of helemaal mislukt is, geven onder andere aan dat het huidige politieke klimaat ertoe bijdraagt dat bepaalde leerlingen zich achtergesteld of gediscrimineerd voelen.

Beladen onderwerpen
Een klein deel van de ondervraagde schoolleiders en leraren (po 4 procent, vo 11 procent) geeft aan dat op hun school bepaalde onderwerpen niet meer met de leerlingen kunnen worden besproken als gevolg van de toegenomen segregatie op school. Maar het overgrote deel geeft aan dat beladen onderwerpen als terrorisme, het slavernijverleden van Nederland en homoseksualiteit wel besproken kunnen worden (po 83 procent, vo 73 procent).
 
Maatregelen en ideeën
Ideeën die de scholen zelf aangeven om de toenemende segregatie op de eigen school tegen te gaan:

  • in gesprek blijven met elkaar en met de leerlingen;
  • de ouders van leerlingen meer betrekken bij het onderwijs;
  • aandacht blijven besteden aan de verschillen in elkaars opvattingen, normen en waarden;
  • blijven praten over en werken aan verdraagzaamheid en respect;
  • (nog) meer aandacht besteden aan voldoende beheersing van de Nederlandse taal ten behoeve van vergroting van wederzijds begrip;
  • meer projecten op school waarin leerlingen met verschillende achtergronden samenwerken;
  • (veel) meer aandacht besteden aan de positieve kanten van verschillend zijn.

Een deel van de schoolleiders en leraren denkt dat de integratie kan worden bevorderd door te stoppen met het verzuilde onderwijs en alle scholen openbaar te maken. De politiek en de media kunnen een bijdrage leveren door niet meer stelselmatig negatief over segregatie te berichten. Volgens de ondervraagden zorgen wederzijds respect, openstaan voor elkaars geloof en cultuur en beter informeren over verschillen en overeenkomsten voor meer onderling begrip.
 

 

 

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.