Voor de ene schoolleider is het jaarlijkse AVS-congres een moment om even een stap naar achteren te zetten en te reflecteren op de onderwijspraktijk en de eigen rol daarin. Voor de ander is het een gezellige reünie en schoolreisje ineen. Maar voor de meesten van de duizend aanwezigen zijn zowel inhoud als sfeer belangrijk. Een impressie van het AVS-congres 2017 op 17 maart in Nieuwegein.
AVS-voorzitter Petra van Haren schetst in haar welkomstrede een beeld van de ontwikkelingen en uitdagingen waarmee de school van nu zich geconfronteerd ziet: het bijbrengen van vaardigheden aan leerlingen, de nadruk op taal (voorwaarde voor gelijke kansen) maar ook rekenen, leren leren, digitale geletterdheid en burgerschapsvorming. En in plaats van een curriculum bepaald door kerndoelen, krijgt de school van nu de taak om het onderwijs zelf in te richten vanuit een funderende kern, aangevuld met eigen inzichten en accenten. Van Haren: “Dat vraagt om schoolleiders met een onderzoekende instelling, met visie, daadkracht ondernemerschap.” Reden voor de AVS om een leergang Ondernemend leiderschap te starten. Ook wijst Van Haren op het belang van het inrichten van regionale netwerken van schoolleiders en -bestuurders. Ze vraagt om aandacht voor de dreigende lerarentekorten en meer diversiteit voor de klas. De AVS is voorstander van de opkomst van academische pabo’s, maar dan is er wel functiewaardering, tijd en ruimte nodig voor hoogopgeleide professionals, vindt ze. “De huidige budgetten bieden daar te weinig ruimte voor. Het lijkt erop dat schoolleiders keuzes moeten maken, tussen hogere salariëring, meer handen in de klas en kleinere klassen. Dat is onterecht, het moet allemaal gebeuren. In het belang van de kwaliteit en continuïteit van ons onderwijs. We moeten als sector aangeven wat nodig is.”
En wat vindt de sector nodig? Daarover gaat de paneldiscussie, geleid door Joany Krijt, rector van het Comenius College en voormalig bestuurslid van CNV Onderwijs. Op het podium zitten de schoolleiders Judith Sliedregt (basisonderwijs), Reinier Bos (speciaal onderwijs) en Stefan van Haaren (voortgezet onderwijs). Maar de schoolleiders in de zaal laten zich ook horen. Met rode en groene kaartjes reageren zij op stellingen. Op de stelling ‘De belangrijkste pijler voor kansengelijkheid naar mijn mening is taal’ kleurde de zaal gifgroen. Maar zeer oneens is de meerderheid het met de stelling ‘Ik kies voor kleinere klassen als het budget niet toereikend is om alle wensen voor de sector po te vervullen’; vele rode kaartjes wapperen in de lucht. Panellid Reinier Bos is het eens met het eerdere betoog van Petra van Haren, licht hij onder luid applaus toe. “Alle elementen zijn belangrijk, óók het gelijktrekken van het salaris.” Judith Sliedregt geeft aan dat je met het beschikbare budget bijna geen fatsoenlijke klas kunt indelen. “Eén leerkracht staat voor een combinatieklas met meer dan dertig leerlingen, waaronder kinderen die vanwege Passend onderwijs bij ons op school zitten. Dat is bijna niet te doen. Mijn primaire zorg is het staande houden van de leerkracht.” Het publiek in de zaal applaudisseert alsof het niet op een jaarcongres maar bij een demonstratie van een vakbond is. Petra van Haren: “Dit soort bevragingen zijn voor ons als AVS heel belangrijk, en dit is een heel sterk signaal. Er is maar één potje en we willen niet kiezen.”
De sfeer op het congres is dus al bruisend als Jef Staes, expert in business- en cultuurinnovatie, nog moet beginnen. In een hilarisch en tegelijkertijd vlammend verhaal over hoe het komt dat organisaties niet snel genoeg leren en innoveren, pleit hij er in rap Vlaams voor om het onderwijs nú klaar te maken voor morgen. En niet pas in 2032. Sneller leren en sneller innoveren, met de focus op passie voor talenten. “We komen uit een vlak, tweedimensionaal tijdperk”, legt Staes uit. “Het tijdperk van informatie-armoede. Sinds de Industriële Revolutie onderwijzen we leerlingen nog steeds ook met een bord, krijt en een boek. Maar de kinderen van nu groeien op in het 3D-tijdperk. Er zijn sociale media, Whatsapp, er is livestreaming: je kunt overal leren en er is overal informatie. Het onderwijs kan daar een scharnier in zijn, als we durven. Dit is zo’n boeiende transformatie! In het 2D-tijdperk kunnen leerlingen niet versnellen. Dat kan alleen met games. ‘Je moet acht maanden wachten voor je naar het volgende level kunt gaan!’ Dat is toch niet acceptabel! Jullie doen dat! Het onderwijs is gebaseerd op discipline, niet op passie.” ‘Als je hekken om een mens zet, krijg je schapen’, citeert Staes William McKnight. “Elke dag mekkeren!”
Wat volgt is een grappige voordracht die zich nauwelijks na laat vertellen. Jef Staes sprak over schapen (c.q. ‘settlers’, schoolleiders) op een slagveld met rode apen met disruptieve ideeën (‘Zonder slagveld ben je niet aan het innoveren’). Daarbij houdt hij een pleidooi voor passievol leren met een ‘competentieplaylist’. “Hierop staan competenties waar je voldoening van krijgt. Je krijgt er geen diploma voor, de validatie verloopt via sociale netwerken. Real learning only happens when your are in the groove with your talents. Tweet dat.” Bij al dat dierengeweld past een uitstapje naar het oerwoud. Staes: “Daar zie je dat diversiteit ontstaat aan de rand, dus waar het oerwoud kruist met andere ecosystemen. Dáár vindt de innovatie plaats. Dus stop met alleen met andere scholen te praten. Ga eens netwerken bij bedrijven en andere organisaties. Dat levert inspiratie op.”
De schoolleiders die vervolgens gekozen hadden voor de plenaire sessie over Iedere Dag Beter, kunnen daar gelijk mee beginnen. Want daar staat Marcel Holtmaat, regiomanager bij Albert Heijn, met Judith van Wijngaarden, directeur van de Mariaschool in Rotterdam. Samen vertellen zij over hoe zij met het ‘Iedere Dag Beter’-programma hun supermarkt en school verbeteren. “Jongeren zijn vaak met fantastische ideeën aan het werk. Daar moeten we naar vragen, ook al zijn het vakkenvullers. Vervolgens gaan we in de actiestand. Samen zetten we kleine stapjes. Iedere dag weer. Al is het maar een oplossing vinden voor de bezem van de broodafdeling, die altijd zoek is.” Holtmaat legt uit hoe Albert Heijn in steeds meer filialen met dit verbeterprogramma werkt. De Mariaschool (een leerKRACHT-school) heeft een vergelijkbare methodiek, waarbij zowel in de lerarenkamer als in de klas korte praatsessies bij een bord worden gehouden. Door daar gezamenlijke doelen en struikelblokken te bespreken, wordt de kwaliteit van de school steeds hoger. Van Wijngaarden legde uit hoe veranderingen niet van bovenop worden opgelegd. “Heel belangrijk is het eigenaarschap van de leerkrachten. Zij zijn betrokken bij het leerproces in de hele school. En ook voor de leerlingen is het belangrijk dat zij een stem hebben over wat belangrijk is.” Een inspirerende sessie, vindt ook Astrid Reijnen, die opvang- en onderwijsorganisaties ondersteunt bij IKC-vorming. “Het onderwijs wil niet nóg meer checklists, dus zo’n bord moet geen verplicht instrument zijn. Maar op die Rotterdamse school is het een trekpleister. De bordbespreking helpt om naar boven te halen wat er leeft op school. Ik vind het mooi dat de directeur de vergaderingen heeft kunnen afschaffen, in het vertrouwen dat mensen elkaar opzoeken als dat nodig is.”
In het Amfitheater vinden diverse interactieve praktijksessies plaats. Schoolleiders, -bestuurders en ander organisaties krijgen voor tien minuten de vloer om een initiatief te delen. Zo houden Geert Broekhuizen en John Mulder, clusterdirecteuren bij Stichting Voila, een sessie over het Generatiepact. Een instrument waarmee oudere leraren minder kunnen werken zonder dat het bestuur voor extra kosten komt te staan. Gert de Wit, directeur van kbs St. Joseph in Hooglanderveen, vindt de praktijksessies prettig, kort en informatief. “Vanochtend heeft Jef Staes me al lekker wakker geschud door me net even op wat andere gedachten te brengen. Ik ben ook op de informatiemarkt geweest, daar vind ik altijd nieuwe dingen.”
De sessie van Erno Mijland, publicist en innovatiemanager bij Innofun, zit bomvol. Met een spervuur aan beelden en grappen prikkelt hij de zaal om na te denken over het 21e eeuwse leren en ‘verderkomstrategieën’ om dat te organiseren. “Er wordt steeds meer geëxperimenteerd met alternatieven voor het leerstofjaarklassensysteem. Dat woord past niet eens in Scrabble, dus daar moeten we vanaf. We kunnen ook meer gebruikmaken van kennis over het brein. We weten dat de hersenactiviteit toeneemt na bewegen. Hoe zouden we die kennis kunnen toepassen?” Toehoorders merken na Mijlands sessie op: “Veel dingen die je al weet, zijn toch weer even aangeraakt.” En: “Hij legt de verbinding tussen hoe we vroeger naar onderwijs keken en nu. Er vindt echt een revolutie plaats.”
Tijdens de afsluitende keynote, gevolgd door een spettende afsluiting door dansgroep BreakSquad, daagt onderwijsinnovator Zachary Walker de schoolleiders met twaalf vragen nog één keer uit om zichzelf en hun leiderschap kritisch onder de loep te nemen. Besteed vooral geen aandacht aan die paar chagrijnige teamleden en baseer je beslissingen niet op hen, was zijn devies. “Kinderen lachen gemiddeld vierhonderd keer per dag, volwassenen twaalf. Hoe is het mogelijk dat sommige leraren zo negatief zijn en maandag al uitkijken naar het weekend?” Met prikkelende voorbeelden laat hij zien hoe het óók kan. Zoals een vrolijke schooldirecteur die regelmatig een klas binnenloopt, een selfie met de kinderen maakt en weer vertrekt: geliefd bij de leerlingen en zijn team. En de Amerikaanse wiskundelerares Mary Ann Kaiser die ondanks haar bijna pensioengerechtigde leeftijd een coole rap opneemt om een wiskundig probleem uit te leggen. “Ze bouwde het wekenlang op: ‘Kennen jullie de rapper M.A.K? Nee?’ Toen de leerlingen de clip uiteindelijk zagen, vonden ze het geweldig.” Zelfs de schapen van Staes kwamen nog even langs in de sessie van Walker. “450 schapen sprongen in Turkije van een klif. Omdat het kuddedieren zijn, volgden ze elkaar.” De boodschap van de dag is helder: wees geen schaap.
In 2018 vindt het AVS-congres plaats op 16 maart.