De kracht en dynamiek van zelforganisatie Auteur: Simon Steen (VBS)
De politiek is eindelijk tot het inzicht gekomen dat scholen zich niet ontwikkelen en professionaliseren volgens het spoorboekje van de overheid. Natuurlijk heeft dit gevolgen voor de bestuurlijke verhoudingen in het primair onderwijs. In de beleidsbrief Governance in het onderwijs zijn de verschuivende verhoudingen geschetst, die zich op bestuurlijk niveau tussen overheid, georganiseerd onderwijsveld en de scholen aftekenen. Centraal daarin staat de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur als bevoegd gezag van de school. Scholen zullen zich sterker op basis van eigen missie en visie profileren en onderling meer van elkaar gaan verschillen. Daarbij kunnen richtlijnen van de besturenen schoolleiderorganisaties (zoals de principes van Goed Bestuur) een stimulerend referentiekader vormen voor de beleidskeuzes van scholen. Scholen hebben voor die grotere eigen verantwoordelijkheid extra middelen nodig. Om de overdracht van deze departementale gelden aan het primair onderwijs goed te laten verlopen, roept de minister van Onderwijs in de Koers PO op om te komen tot een Sectororganisatie Primair Onderwijs. Met deze sectororganisatie kunnen door het ministerie van OCW dan bindende afspraken worden gemaakt over de inzet van de innovatie- en ontwikkelingsgelden. Hier ligt het gevaar van centrale regievoering op de loer. Deze keer niet rechtstreeks door het ministerie van OCW, maar via de band van een exclusieve sectororganisatie. Dt beeld van de sectororganisatie ontstaat in ieder geval na lezing van de Kader Primair Special hierover. Een organisatie die onder de noemer van schoolmanagement de belangen van alle schoolbesturen en schoolleiders (van voorzitter van college van bestuur tot adjunct-locatieleider) gaat behartigen. Wordt de agenda van een dergelijke monopolist niet eenzijdig door professionele bestuurders en bovenschoolse managers bepaald? Wie neemt het dan nog op voor de klassieke schoolleiders in het primair onderwijs, waarin een groot aantal npitters samen voor de veelgeprezen pluriformiteit zorgdraagt? Ik geloof in de kracht en dynamiek van zelfbestuur en verbindend leiderschap. Besturen- en schoolleiderorganisaties kunnen daaraan op basis van een onderscheidende missie en visie een ondersteunende bijdrage leveren. Dat zij voor de behartiging van de collectieve schooloverstijgende belangen samenwerken, spreekt vanzelf. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de Werkgeversvereniging Primair Onderwijs, het Platform Innovatie Primair Onderwijs en het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt. Ik zie meer in het doorontwikkelen van deze samenwerking van onderop, dan in het als een deus ex machina ten tonele voeren van een Sectororganisatie Primair Onderwijs. Zeker als dat gepaard gaat met een jarenlange stoelendans, waarbij de vakbond AVS als de muziek stopt op de stoel van werkgeversorganisatie hoopt te zitten.
Verder in dit nummer
Kader Primair 6 – Februari 2006