De collegiale visitatie, die de afgelopen maanden in het kader van het Ziezo-project van Q*Primair op een aantal scholen heeft plaatsgevonden, is succesvol verlopen. Na het afsluiten van de eerste fase van het project, de zelfevaluatie, was deze tweede fase aan de beurt. De zelfevaluatie had veel gevraagd van de deelnemende scholen, de collegiale visitatie zou wat minder theoretisch en meer praktisch gaan worden.

Een collegiale visitatie heeft tot doel het inzicht en de kennis van de eigen kwaliteit van een school te vergroten en inzichtelijk te maken wat de school concreet doet op het terrein van kwaliteitszorg. Daarbij let men op de themas die de school zelf belangrijk vindt. De externe collegas geven vervolgens een oordeel over de toetsing van die kwaliteit. Een visitatie duurt in principe een hele dag en bestaat uit twee onderdelen: de presentatie door de school en de bespreking door de visitatiecommissie. De opbouw van de dag kan verschillen en is per visitatie vooraf ingevuld. Daarbij hebben gastsschool en commissie ruimte om zelf vorm en inhoud te geven aan de visitatie. Kader Primair sprak met directeur Marie Jos Duijsings en intern begeleider Inge Veugen, van de St. Martinusschool in Gronsveld: n van de deelnemende scholen aan het Ziezo-project. Zij kregen bezoek van collega-directeuren uit Born, Panningen en Hulsberg en brachten deze directeuren ook een tegenbezoek. Bij n van deze bezoeken was als gast ook een inspecteur voor het primair onderwijs aanwezig.

Positieve ervaringen
Voor Duijsings en Veugen was deze fase van het project bijzonder bevredigend. Het bezoek van de visitatiecommissie en het rapport dat daarna werd uitgebracht, bevestigde hun gevoel dat ze op de goede weg zijn. De aanbevelingen die door de commissie gedaan werden, liggen in het verlengde van hetgeen de school zich voorgenomen heeft: er wordt even pas op de plaats gemaakt. Komend schooljaar wordt gebruikt om wat meer rust te nemen, de vernieuwingen de kans te geven om te beklijven en te genieten van wat al bereikt is. Zowel directeur Duijsings als intern begeleider Veugen hebben het bezoek van de commissie als heel plezierig ervaren. De voorbereiding door de begeleidende organisaties was voldoende. Daarbij werd onder andere nadrukkelijk aangegeven dat alle deelnemers aan zon visitatie zich veilig moesten voelen, waaraan tijdens de voorbereiding dan ook de nodige aandacht is besteed. Ook de vraagstelling werd alvast voorbesproken. Wat vraag je aan de bezoekende collegas? Duijsings: Je kunt je daarbij het beste focussen op n onderwerp. De visitatie kan alleen maar slagen als je heel helder weet wat je wilt vragen. Wat Duijsings en Veugen betreft, zou er bij de voorbereiding nog wat meer nadruk mogen liggen op het leegmaken van je hoofd: Wil je optimaal kunnen functioneren tijdens een collegiale visitatie, dan moet je je eigen mentale model los kunnen laten. Dat is niet altijd gemakkelijk. Niet alleen voor directeur Duijsings maar ook voor het team was de collegiale visitatie een spannende aangelegenheid. Er is door het team keihard gewerkt en iedereen was benieuwd of de gasten zouden (h)erkennen dat er sprake is van een duidelijke verbetering op de school. Het visitatierapport is dan ook met belangstelling gelezen en de positieve woorden zijn uitgebreid met het team gevierd. Duijsings en Veugen benadrukken nog eens dat niet alleen het team, maar ook de ouders en het bestuur moeten weten waarom de school meedoet aan zon visitatie. Je moet ze er daadwerkelijk bij betrekken. Duijsings stelt verder dat het wat haar betreft van essentieel belang is om externen te betrekken bij het veranderingsproces. Ze heeft dan ook voor haar school een permanente vorm van collegiale consultatie georganiseerd. Er is een commissie samengesteld die elke twee jaar wisselt van samenstelling. Aan die commissie wordt steeds een lid toegevoegd dat deskundig is over het onderwerp dat op dat moment aan de orde is. Ook binnen de SKO Mergelland, de stichting waartoe de St. Martinusschool behoort, wordt de komende jaren uitvoerig aandacht besteed aan kwaliteitszorg en zal er gebruikt gemaakt gaan worden van zelfevaluatie en collegiale consultatie. Het bezoek aan de collega-scholen leverde voor de St. Martinusschool veel herkenning op. Veugen geeft aan: Bij alle bezoeken blijkt dat hoe verschillend de scholen ook zijn, het altijd duidelijk n geheel is. Werken vanuit de eigen visie, de doelstelling vasthouden en van daaruit het onderwijs vormgeven. En voor alle scholen geldt: veranderen gaat in kleine stappen.

Proportioneel toezicht
Nu de fase van collegiale visitatie is afgesloten, breekt de laatste fase aan: het proportioneel toezicht. Daaruit moet blijken of alle inspanningen die de scholen geleverd hebben ook resulteren in een aangepast toezicht door de Onderwijsinspectie. De St. Martinusschool heeft daar alle vertrouwen in, omdat de inspectie van meet af aan bij het project betrokken is geweest. Duijsings: Ik hoop dat de inspectie op een positieve en opbouwende manier naar het proces van zelfevaluatie en collegiale consultatie zal kijken. Het is belangrijk dat eerst benoemd wordt wat goed is, zodat mensen beloond worden voor al hun inspanningen. Daarna kan aangegeven worden wat nog voor verbetering in aanmerking komt. Het bezoek van de inspectie moet motiveren en stimuleren om nog beter te gaan presteren. Ook aan deze laatste fase zal Kader Primair aandacht besteden. De AVS zal het komend jaar in overleg met Q*Primair en mogelijk andere organisaties het project herhalen. We houden u van onze plannen op de hoogte. Wilt u beschikken over het laatste nieuws en op de hoogte blijven van de actuele stand van zaken, dan kunt u zich aanmelden voor de nieuwsbrief van Q*Primair…

Verder in dit nummer
Kader Primair 1 – September 2005

Ziezo project
In januari 2004 is het project Ziezo (Zelfevaluatie: Investeren in Een Zichtbare Onderwijskwaliteit) van start gegaan. Hierin werken 29 scholen twee jaar aan een methodiek voor zelfevaluatie en collegiale visitatie, gekoppeld aan proportioneel toezicht door de Onderwijsinspectie.

Bij collegiale visitatie komt een groep collegas van een of meerdere scholen op een gestructureerde manier kijken naar de kwaliteit die wordt geboden op de te bezoeken school. Collegiale visitatie volgt op een fase van zelfevaluatie. Eerst beoordeelt de school zelf hoe het met de kwaliteit is gesteld. Het zelfevaluatierapport geeft richting aan de collegiale visitatie en de visitatiecommissie toetst de bevindingen uit het rapport. Collegiale visitatie dient een antwoord te geven op de vragen. Vinden collegas dat ons oordeel klopt? Vinden zij dat wij de goede dingen doen en dat we dat ook op een goede manier doen? Collegas komen over de schouder meekijken naar de kwaliteit die de school biedt. Het zijn critical friends.

Visitatieproces in vijf stappen:

Stap 1
Bepalen van de werkwijze. Aan de hand van de zelfevaluatie wordt gekeken waar de visitatie op gericht moet zijn. Verder is het nodig rollen en taken te verdelen en afspraken te maken over de communicatie en de schriftelijke informatie, die nodig is om de visitatie uit te voeren.

Stap 2
Voorbereiden van de collegiale visitatie. Alle schriftelijke informatie moet worden verzameld, gelezen, geanalyseerd en besproken. De vragen die tijdens de visitatie aan de orde komen, moeten worden geformuleerd.

Stap 3
Uitvoeren van de collegiale visitatie. Voeren van de gesprekken, onderling beraad en een voorlopig mondeling verslag.

Stap 4
Opstellen van het visitatieverslag. Schrijven en bespreken van conceptverslag en het vaststellen van het definitieve verslag.

Stap 5
Afronden van de collegiale visitatie. Het vaststellen van mogelijke verbeterpunten en het formuleren van een plan van aanpak om de verbeterpunten te realiseren.

 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws