Op 21 april organiseerden de AVS en de VO-raad een gratis sessie om meer informatie en uitleg te geven over de Staat van de Schoolleider 2021, die op 14 april samen met de Staat van het Onderwijs is gepresenteerd aan inspecteur-generaal Alida Oppers en de OCW-bewindslieden. Het artikel ‘Jouw school, mijn school’ stond centraal.
Onder leiding van gespreksleider Margriet Brandsma vond een talkshow plaats met Luc Sluijsmans, rector van De Nieuwe Internationale School Esprit (DENISE), en Boudewijn van Stuijvenberg, directeur van basisschool De Kwikstaart in Uithoorn en tevens redactielid van de Staat van de Schoolleider. Van Stuijvenberg benadrukt dat de redactie vooral wilde laten zien hoe mooi het vak is. “De schoolleider doet er weer toe”. In de Staat van de Schoolleider zijn vijf artikelen geschreven en diverse cijfers opgenomen (bijvoorbeeld overwerkdruk en tevredenheid, professionalisering en het Nationaal Programma Onderwijs).
In het reportage-artikel ‘jouw school, mijn school’ (zie pagina 10 – 15) in de Staat van de Schoolleider komt de ontschotting tussen po en vo aan bod. Te vroege selectie, de harde knip tussen de basis- en middelbare school, twee cao’s… er is genoeg aan te merken op het funderend onderwijs. Is het huidige systeem nog wel toekomstbestendig en zijn de verschillen tussen po en vo echt zo groot? In het artikel bezoeken po-schoolleider Boudewijn van Stuijvenberg en vo-schoolleider Kees Hoogvorst elkaars school en die van po/vo-schoolleider Luc Sluijsmans. Wat kunnen ze van elkaar leren en hoe werkt het op een school waar po en vo samen onder een dak zitten?
“Op DENISE is een doorlopende leerlijn voor leerlingen van vier tot en met achttien jaar”, vertelt Sluijsmans in het artikel. “Ze krijgen les in het Nederlands en Engels.” De brugklas heet groep 9; er is dus geen harde knip na groep 8. Leerlingen zitten drie jaar in een gemengde brugklas met verschillende niveaus door elkaar. “Alle schooldocumenten, zoals de schoolgids en het toetsbeleid, zijn gebundeld tot één document voor groep 1 tot en met 18. Ook de begroting en formatie zijn één plan.” Op dit moment zitten er ongeveer 800 leerlingen op de school, er is ruimte voor 950 leerlingen.
In de talkshow vertelt Sluijsmans over de kern van zijn po/vo-school, de uitdagingen, wat andere schoolleiders ervan kunnen leren en wat het de docenten, de leerlingen en hemzelf heeft opgeleverd. Kijkers kunnen vragen stellen via de chat of een ander instrument. “Het onderwerp is momenteel ook erg actueel”, geeft Van Stuijvenberg aan. “In Trouw verscheen een artikel over de brede brugklas (‘de brugklas moet 3 jaar duren’ en vervolgartikel ‘besturen steunen brede brugklas, anderen vrezen stelselwijziging’ van 16 april 2021) en het laatste advies van de Onderwijsraad beveelt een driejarige brugklas aan.” Sluijsmans: “Wij hebben één schoollijn, één team, één gebouw, één personeelskamer, één leerlingenraad en ga zo maar door. Daar is wel wat aan voorafgegaan. We hebben nog steeds te maken met twee cao’s, onze po-collega’s geven les in het vo en andersom. Zelf ben ik één schoolleider voor po en vo. De leraren zitten in een van beide cao’s.” Soms is het best ingewikkeld, geeft hij aan. “Wij hebben te maken met vier verschillende inspecteurs. Het is gelukt hen op één dag te laten komen. Dat zijn spannende processen, je moet de juiste tone of voice vinden om de inspecteurs goed te bedienen.” In de chat wordt ook gevraagd hoe Sluijsmans dat inspectietoezicht ervaart. Sluijsmans geeft nog aan: “Het schoolplan is geordend aan de hand van kwaliteitsindicatoren. Er is ook veel overlap: de verschillen tussen po en vo vallen mee.” Hij benadrukt dat iedere dag centraal staat: wat kun je van elkaar leren? “Wel een grote klus, maar het leukste wat er is.”
Een brede brugklas van drie jaar, moeten we dat dus gewoon doen, vraagt gespreksleider Brandsma. “Ik zie daar voordelen in. Je moet wel draagvlak van personeel hebben om zo’n school tot ontwikkeling te kunnen brengen. Je voorkomt er wel mee dat kinderen te snel in hokjes worden geduwd, een vorm van segregatie”, aldus Van Stuijvenberg. Op de school van Sluijsmans selecteren ze kinderen pas op hun vijftiende.
Via de chat wordt ook gevraagd of leerlingen op de school van Sluijsmans ook gedifferentieerd kunnen afstuderen. “Leerlingen in vmbo-t dagen we soms uit in bijvoorbeeld een taal op een hoger niveau. Dan krijg je een kanttekening op je diploma.”
Op het geld dat vrijkomt via het Nationaal Programma Onderwijs zijn de heren iets minder enthousiast. Van Stuijvenberg: “Er wordt steeds maar gesproken over achterstanden en dat daar geld voor nodig is. Wij zitten nog best mooi op hetzelfde niveau. Er is voornamelijk mankracht nodig. Zelf ben ik een beetje sceptisch over het bedrag dat er nu naar onderwijs gaat.” Sluijsmans vult aan: “Het is wel incidenteel geld. Ik kan tijdelijk extra ondersteuning krijgen en samen met mijn team mooie plannen maken. Maar wat komt er in de plaats van het incidentele geld? “
Na deze boeiende talkshow gaan de deelnemers in break-out sessies uiteen waar ze onder leiding van een redactielid in gesprek met elkaar gaan aan de hand van stellingen. Per artikel van de Staat zijn er stellingen als ‘De schoolleider is van grote invloed op de kwaliteit van de school’ (artikel 1), ‘De verschillen tussen po en vo zijn helemaal niet zo groot’ (artikel 2), ‘We kunnen niet zonder fysiek onderwijs’ (artikel 3), ‘Door corona is de kansenongelijkheid toegenomen’ (artikel 4) en ‘Corona heeft het vak meer op de kaart gezet’ (artikel 5).
In één break-out sessie kwam de vraag aan bod: ‘Is de rol van de schoolleider veranderd door corona?’ Een deelnemer vertelt dat hij meer ‘leiding’ kon nemen. “Dit is het systeem en hier gaan we mee werken. Normaal staat alles ter discussie, maar toen niet.” Een ander geeft aan dat zijn rol meer een ‘crisismanager’ is geworden. De deelnemers zien ook verschillen tussen de situatie in de eerste en tweede lockdown. “In de eerste lockdown was ik heel erg handelend. Er was veel verwarring. Daarna heb ik een ‘vertraging’ in de communicatie ingebouwd. Ik communiceerde pas als alles duidelijk was.” Een andere deelnemer: “Eerst was ik heel directief. Bij 2e lockdown werd ik meer een ‘gespreksleider’.”
Heeft corona het vak van schoolleider meer op de kaart gezet? “Er is meer waardering gekomen. Het vak zelf is op zich niet veranderd”, geeft een deelnemer aan.
En hoe denken de deelnemers over de stelling: soms ligt de nadruk teveel op kansenongelijkheid. Is het een hype? Een deelnemer vraagt zich af wat onder ‘kansenongelijkheid’ wordt verstaan. Het is een breed begrip. Gaat het om de aandacht van elk individu? Iedereen heeft daar een ander beeld bij.” Een andere deelnemer, die op zijn school te maken heeft met een andere populatie (vluchtelingen, diverse nationaliteiten), vindt die aandacht juist fijn. “Als je net in het verkeerde wiegje geboren bent, kom je toch vaak op een lager niveau uit. Hier moet je tijd, geld en middelen voor hebben. Veel ouders kunnen schaduwonderwijs niet betalen!”
De Staat van de Schoolleider is als interactieve pdf uitgegeven (dwz dat links klikbaar zijn). Er is ook een printuitgave te bestellen.