De Onderwijsraad stelde onlangs in zijn advies Doortastend onderwijstoezicht dat de Onderwijs-inspectie in de toekomst over meer middelen moet kunnen beschikken dan alleen stimulerend toezicht, om de kwaliteit van het onderwijs nadrukkelijker te kunnen handhaven.
Naast een informerende taak richting de minister en andere groepen die belang hebben bij goed onder-wijs, heeft de Inspectie ook de taak de maatstaven voor goed onderwijs in de verschillende onderwijs-sectoren te verduidelijken, aldus de Onderwijsraad. Onderwijsinstellingen moeten weten aan welke maatstaven ze behoren te voldoen; de Inspectie ziet toe op het naleven ervan. Als blijkt dat een school de gestelde norm (herhaaldelijk) niet haalt (bijvoorbeeld te weinig bevoegde leraren in de school), moet het niet altijd blijven bij een stimulerend advies maar moet de Inspectie ook daadwerkelijk kunnen optre-den, vindt de Onderwijsraad.
De Inspectie moet volgens de Raad meer bevoegdheden krijgen om in te kunnen grijpen met maatrege-len die verder gaan dan het voeren van een `indrin-gend gesprek´ met het bestuur van de instelling of het geven van een openbare waarschuwing om te komen tot verbeteringen. De Onderwijsraad denkt aan meer dwingende maatregelen, zoals zelfs het opleggen van een boete of het alsnog laten verzorgen van onderwijs uren die uitgevallen zijn en waar de leerling volgens het leerplan recht op heeft. De AVS is van mening dat als scholen volgens de Inspectie slecht zouden presteren, dat zij een weer-woord moeten kunnen geven. De Inspectie kan niet adviseren én beoordelen.
AVS voorzitter Ton Duif: “Boetes zijn niet zinnig, omdat dit ten koste gaat van het primaire proces. Zo´n school komt er dan nog slechter voor te staan. Op dit moment spreken de onderwijsorganisaties over een systeem waarin slecht presterende scholen geholpen gaan worden; verbeter het management, reorganiseer het team, doe onder-zoek naar de oorzaken en start dan een verbetertra-ject. Overigens zijn de discussie en de eventuele maat-regelen meer van toepassing op het VO, omdat er in het PO geen lessen uitvallen. En behalve de scholen zelf, zouden ook slecht functionerende schoolbesturen op hun verantwoordelijkheid moeten kunnen worden gewezen.”
Dit artikel stond eerder in: Kadernieuws 6 – februari 2006
Bron
Kadernieuws 6 – februari 2006