Vlak voor de verkiezingen kwam het demissionaire kabinet opeens met een grote zak geld om de coronaschade aan het onderwijs mee te repareren. Maar het lerarentekort, de hoge werkdruk, kansenongelijkheid en de loonkloof po-vo worden met een eenmalige gift niet opgelost, betoogt Frank Wassenberg, de nieuwe woordvoerder onderwijs van de Partij voor de Dieren.

De verkiezingen van afgelopen maart hebben veel verschoven. Van de 150 Kamer­leden zijn er 69 nieuw – bijna de helft. Dat betekent veel nieuwe woordvoerders. Ook bij Kamerleden die terugkeren in de Kamer verandert er veel. Fracties zijn gekrompen of juist gegroeid. Dat betekent dat veel Kamerleden andere woordvoerderschappen krijgen. Dat is ook bij de Partij voor de Dieren het geval. Daar neem ik het woordvoerderschap onderwijs over van Lammert van Raan.

Hoewel ik zelf niet afkomstig ben uit het onderwijs, kom ik uit een echte onderwijsfamilie. Met ouders die beiden als docent werkten en een opa die lesgaf op een Rijks Kweekschool heb ik mij altijd verbonden gevoeld met het onderwijs. Het is een gebied waar de overheid nu echt in zou moeten investeren, ook los van de coronapandemie. Corona heeft voor veel problemen gezorgd, in het onderwijs en daarbuiten. Maar in het onderwijs zaten veel problemen dieper. Het lerarentekort, de hoge werkdruk zijn niet veroorzaakt door corona. Ook vóór corona waren er problemen die om een oplossing vroegen.

Vlak voor de verkiezingen leek die oplossing te komen. Het kabinet kwam opeens met een grote zak geld om de coronaschade mee te repareren. Het Nationaal Programma Onderwijs was geboren. De impliciete boodschap aan de kiezer: “Kijk ons eens investeren in het onderwijs!” Toch kleven er aan dit plan nadelen en risico’s. Want wanneer een school structurele oplossingen zoekt – zoals het aannemen van extra personeel – moet er uitzicht zijn op een structurele financiering. En die structurele financiering ontbreekt. Het lerarentekort, de hoge werkdruk, kansenongelijkheid en de loonkloof po-vo worden met een eenmalige gift niet opgelost. Samen met de SP, PvdA en GL vraagt de Partij voor de Dieren al jaren om structurele investeringen om structurele problemen op te lossen.

Ook de besteding van het beschikbare geld is een punt van zorg. Dat moet in slechts tweeënhalf jaar worden uitgegeven. De tijd ontbreekt om goed doordachte plannen te maken. Tegelijk staan veel commerciële bijlesbureaus te trappelen om een graantje mee te pikken van de miljarden die klaarliggen. Het geld dreigt zo naar marktpartijen weg te lekken en wordt dan niet besteed in het onderwijs. Wat de Partij voor de Dieren betreft moet het geld echt op de scholen en in de klassen terechtkomen. Bijvoorbeeld door de bestaande onderwijsteams op school te versterken en uit te breiden. Het Nationaal Programma Onderwijs kan daarvoor een belangrijke eerste stap zijn, maar niet meer dan dat.

De komende weken en maanden vinden formatiebesprekingen plaats die moeten resulteren in een nieuw kabinet. Bij die besprekingen moet verder gesproken over een structureel en langjarig verbeterplan voor het onderwijs. Daar hoort ook geld bij. En aandacht voor het mentale welbevinden van de leerlingen. LAKS wijst in dat opzicht ook op de doorgeslagen toetscultuur in het onderwijs. Er is gelukkig geen Nationaal Programma Onderwijs voor nodig om het idee los te laten dat we de ontwikkeling van een kind uitsluitend in cijfers zouden kunnen uitdrukken. _

Reageren: mail naar frank.wassenberg@tweedekamer.nl

Interessant?
Dit artikel stond in Kader, het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden maandelijks ontvangen. AVS komt op voor de belangen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs. Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan iedere maand een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.

Gerelateerd nieuws