Op 23 procent van de Nederlandse basisscholen leren leerlingen minder goed rekenen dan verwacht mag worden, concludeert de Inspectie van het Onderwijs in haar rapport `Basisvaardigheden rekenen-wiskunde in het basisonderwijs´. Deze scholen hebben echter mogelijkheden om hun resultaten te verbeteren door de onderwijskwaliteit te verhogen.
Het aantal rekenzwakke scholen is meer dan het aantal taalzwakke scholen (12 procent). Volgens de Inspectie hebben scholen minder aandacht voor rekenen dan voor taal. De Inspectie heeft vastgesteld dat rekenzwakke scholen op verschillende onderdelen van het onderwijsproces slechter presteren dan rekensterke scholen. Zo zorgen leerkrachten er minder vaak voor een taakgerichte werksfeer, is hun uitleg onduidelijker en betrekken ze de leerlingen minder actief bij de les. De zorg en begeleiding op rekenzwakke scholen blijft achter. Rekensterke scholen besteden ook meer tijd aan rekenwiskundeactiviteiten. Deze constateringen maken het zeer waarschijnlijk dat rekenzwakke scholen door het verbeteren van het onderwijsproces de rekenvaardigheid van hun leerlingen kunnen verbeteren Het rekenniveau op scholen blijkt deels af te hangen van de achtergrond van leerlingen. Leerlingen op scholen met veel achterstandsleerlingen lopen aan het eind van de basisschool gemiddeld een half jaar achter op leerlingen van scholen met weinig achterstandsleerlingen. Tegelijkertijd zijn de verschillen tussen scholen met dezelfde leerlingsamenstelling ook groot: er zijn scholen met veel achterstandsleerlingen waar beter gerekend wordt dan op sommige scholen met weinig achterstandsleerlingen. De school kan dus wel degelijk het verschil maken.
Staatsecretaris Dijksma van OCW wil dat scholen zich bewust worden van de mogelijkheden die ze hebben om het rekenonderwijs te verbeteren. Ze laat naar aanleiding van het Inspectierapport onder andere onderzoek doen naar goed reken- en wiskundeonderwijs. Een commissie gaat nationale en internationale evaluatiegegevens van effectieve rekenmethoden naast elkaar leggen. De studie moet scholen meer inzicht geven in de voor- en nadelen van de diverse lesmethoden. De Onderwijsinspectie zet bijvoorbeeld kanttekeningen bij de `realistische rekenmethode´ die vrijwel alle scholen gebruiken (niet alleen `kale´ sommen, maar met een context/verhaaltje erbij) Dat heeft als effect dat kinderen ook goed in taal moeten zijn om de rekenles te kunnen begrijpen. Ook stellen experts vragen bij de effectiviteit van nieuwe manieren om te vermenigvuldigen of te delen.
Ook trok Dijksma eerder al 1,8 miljoen euro extra uit voor `rekenverbetertrajecten´. De termijn voor het – groepsgewijs – aanmelden hiervoor (subsidieaanvraag) door scholen uit het basis-, speciaal basis- en speciaal onderwijs is verruimd tot 28 november 2008. Een groep van aanvragende scholen moet zowel scholen bevatten die al goed presteren als scholen die beter willen presteren, zodat het leren van elkaar wordt gestimuleerd.
Meer informatie en aanmelden: www.rekenpilots.nl/rekenverbetertraject