Onderzoek aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling in dertien Veilig Thuis regio’s

Bij ruim vijftig procent van de gezinnen was de thuissituatie anderhalf jaar na melding bij Veilig Thuis, nog alles behalve veilig. Gezinnen waar partnergeweld en kindermishandeling spelen, hebben langdurige en specialistische hulp nodig. Pas als het geweld écht helemaal is gestopt, gaat het beter met ouders en kinderen. Dat blijkt uit meerjarig onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut deed bij 576 gezinnen in opdracht van Augeo Foundation, het ministerie van VWS en dertien Veilig Thuis regio’s. In de Week tegen Kindermishandeling, van 16 tot en met 22 november 2020, wordt extra aandacht besteed aan de aard en omvang van dit probleem.

Bij ruim vijftig procent van de gezinnen was de thuissituatie anderhalf jaar na melding bij Veilig Thuis, nog alles behalve veilig. “Daar maak ik mij grote zorgen om. Want we weten ook steeds beter welke schade dat aanricht bij kinderen: traumaklachten, hechtingsproblematiek en emotionele onveiligheid”,  aldus Prof. dr. Majone Steketee, wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut en bijzonder hoogleraar intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen aan de Erasmus Universiteit. Uit het onderzoek blijkt dat vijftig procent van de kinderen geen hulp krijgt, en dertig procent ook geen steun uit de omgeving ervaart. Bij dertig procent van de gezinnen is het geweld anderhalf jaar na melding bij Veilig Thuis, gestopt. Dit blijkt uit het op 19 november gepubliceerde rapport ‘Kwestie van een lange adem: kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen?’

Het antwoord op deze vraag: “Ja, dat kan, maar huiselijk geweld is een uiterst complex probleem. Er zijn verschillende soorten geweld, fysiek en geestelijk bijvoorbeeld en elke vorm moet anders worden aangepakt. Bovendien is geen gezin hetzelfde”, aldus Steketee. Dat het geweld bij dertig procent van de gezinnen is gestopt, is vergeleken met eerdere metingen een beter resultaat. Maar om gezinnen uit de vicieuze cirkel van geweld te halen blijft maatwerk en een integrale aanpak nodig. “Veiligheid in het gezin is de verantwoordelijkheid van iedereen”, aldus Steketee.

Veelvuldig en ernstig

In de gezinnen die gemeld worden bij Veilig Thuis is sprake van veelvuldige en ernstige vormen van kindermishandeling. De meeste kinderen (91 procent) hebben te maken met mishandeling, verwaarlozing of geweld tussen hun ouders. Er is veel geweld (gemiddeld zo’n 74 incidenten op jaarbasis) tussen (ex)partners onderling. In bijna alle gezinnen (90 procent) komt partnergeweld voor (fysiek, psychisch en seksueel geweld). Het geweld tegen vrouwen is frequenter en ernstiger dan het geweld tegen mannen. Partnergeweld gaat vaak samen met geweld tegen kinderen. Bij de meeste gezinnen was sprake van zowel partnergeweld als direct geweld tegen kinderen (57 procent).

Geweld moet stoppen

Uit het onderzoek blijkt dat het bij afname van het geweld wel beter gaat met de gezinsleden, maar pas als het echt helemaal is gestopt, is het welzijn van ouders en kinderen toegenomen tot bijna het niveau van de algemene Nederlandse bevolking.

Om het geweld te laten stoppen, is het belangrijk dat hulpverleners het geweld durven te benoemen en aan te pakken. “Dat klinkt misschien als een open deur, maar het gebeurt toch te vaak niet. Vooral lokale hulpverleners zijn niet altijd goed toegerust om het geweld aan te kaarten. Zij zouden beter getraind moeten worden in het signaleren en benoemen van huiselijk geweld”, aldus Steketee.

Opeenstapeling van problemen

Uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt ook dat geweld niet het enige probleem is. Het merendeel van de gezinnen heeft te maken met een opeenstapeling van problemen: armoede, werkloosheid, alcoholgebruik, opvoedstress, psychische stoornissen. Dit vraagt om een integrale aanpak, waarbij oog is voor de samenhang tussen de diverse vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld, de aanwezige risicofactoren en de problematiek bij de verschillende gezinsleden.

Afstemming professionals

Dit betekent dat de afstemming tussen de verschillende betrokken professionals goed geregeld moet zijn. Gemeenten kunnen via hun regiovisie en uitvoering van hun beleid die samenhang stimuleren. Dit houdt in dat de professionals met elkaar processen, werkwijze en expertise afstemmen om tot een gezamenlijk plan voor (en met) het gezin te komen voor de problemen die op de verschillende leefgebieden spelen voor de betrokken gezinsleden. In de praktijk is het voor de professionals niet altijd duidelijk wie de regie heeft, en dit geldt zeker voor de ouders. Zij hebben veelal met meerdere hulpverleners te maken waarbij niet duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Een casusregievoerder per gezin is nodig om helderheid te verschaffen naar de gezinsleden.

Augeo Foundation helpt gemeenten en organisaties om verdere stappen te zetten naar aanleiding van dit onderzoek. Als hulpmiddel om het gesprek binnen de organisaties en regio’s te voeren, ontwikkelt Augeo Foundation een gesprekshandreiking die nu al aan te vragen is.

Links

Gerelateerd nieuws