Ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob (onderwijs) investeren per 1 januari 2018 weer in Nederlands onderwijs in het buitenland. Jaarlijks trekken zij hier structureel 3 miljoen euro voor uit. Hierdoor kunnen wereldwijd ruim 14.000 Nederlandse en Vlaamse kinderen les krijgen in hun moedertaal.

 
Het vorige kabinet besloot in 2013 tot een bezuiniging op het Nederlands onderwijs in het buitenland. De Inspectie van het Onderwijs concludeerde dat door de bezuinigingsmaatregelen een toenemend aantal Nederlandse scholen in het buitenland haar deuren moest sluiten. Met ingang van schooljaar 2016/2017 volgden minder Nederlandse en Vlaamse kinderen in het buitenland les in het Nederlands. Met de nieuwe impuls draait het huidige kabinet dit besluit terug. Door de jaarlijkse investering van 3 miljoen euro wordt de situatie weer hersteld. Het geld wordt ingezet als een subsidiebedrag per leerling. Van Engelshoven: “Duizenden Nederlandse en Vlaamse kinderen gaan naar school in het buitenland. Het is belangrijk dat zij goed onderwijs krijgen in het Nederlands. Deze kinderen komen namelijk vaak weer terug naar Nederland of Vlaanderen, en kunnen dan zo probleemloos mogelijk instromen in het onderwijs.”

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws