De bevriezing van de vervangingspools wordt vanaf schooljaar 2009/2010 opgeheven. Hierdoor kunnen besturen, zelfstandig of samen met andere schoolbesturen, een door het Vervangingsfonds bekostigde pool aanvragen. o de maximale omvang van de pool is op 4 procent van de totale formatie (alle in dienst zijnde personeelsleden exclusief de vervangers) van het deelnemende bestuur of van de deelnemende besturen gesteld. Het uitgangspunt dat alleen leerkrachten/onderwijsassistenten/ leraarondersteuners als pooler benoemd kunnen worden is hiermee losgelaten; o personeel benoemd in de pool moet voor minimaal 98 procent van de beschikbare tijd worden ingezet voor vervangingswerkzaamheden. Bij een inzet voor vervanging die lager ligt, dient het bevoegd gezag aan het einde van het schooljaar een deel van de gedeclareerde kosten terug te betalen (het verschil tussen 98 procent van de netto-loonkosten van de poolers en de netto-loonkosten gemoeid met de feitelijke vervangingswerkzaamheden); o verantwoording van de inzet van de poolers dient te geschieden via de door het Vervangingsfonds ter beschikking gestelde pooltool, of een daaraan vergelijkbaar systeem dat digitale aanlevering van de gewenste verantwoordingsgegevens mogelijk maakt. Voor de bestaande pools betekent deze reglementswijziging dat uitbreiding mogelijk is tot maximaal 4 procent van de totale formatie van het deelnemende bestuur of de deelnemende besturen. De minimale inzet voor vervanging voor de bestaande pools wordt komend schooljaar gehandhaafd op 95 procent. Het onderzoek zal uitgevoerd worden door Ernst & Young Accountants. Om één en ander te kunnen beoordelen zullen onder meer schoolleiders, schoolbesturen, administratiekantoren en salarisverwerkers worden benaderd.
De volgende voorwaarden zijn hieraan verbonden:
Onderzoek
Het ministerie van OCW laat ook een onderzoek verrichten naar de wet- en regelgeving en de systematiek die wordt gehanteerd bij vervanging van afwezig personeel. Het onderzoek moet duidelijk maken of (en zo ja, in hoeverre) onrechtmatigheid binnen de declaraties bij het Vervangingsfonds veroorzaakt wordt door het beleid van de vervangingsbekostiging, de wet- en regelgeving en de gekozen systematiek. Het doel is te komen tot meer heldere en minder foutgevoelige regels. Het aantal richtlijnen dat samenhangt met het (huidige) declaratiestelsel bij vervanging kan ten grondslag liggen aan bepaalde fouten. Daarnaast kunnen ook in het proces, dat begint bij de melding van afwezigheid van een leerkracht en dat loopt tot en met de declaratie van de kosten van de vervanger bij het Vervangingsfonds, fouten gemaakt worden. Binnen het onderzoek zal onder andere, gegeven de kaders van de huidige vervangingssystematiek, de regelgeving beoordeeld worden op nut en noodzaak. Ook zal worden bekeken of onderdelen van de regelgeving leiden tot administratieve problemen.