Niet iedere zij-instromer beschikt over voldoende pedagogische en didactische vaardigheden om meteen voor de klas te kunnen. Pabo’s en basisscholen kunnen nog nauwer samenwerken, zodat beter maatwerk geboden kan worden en de overstap gemakkelijker gaat. Dat concludeert de Inspectie van het onderwijs in het rapport ‘Zij-instroom in het beroep van leraar in het primair onderwijs’.
De inspectie evalueerde een populaire opleiding voor zij-instromers, de Zij-instroom in beroep (Zib), in opdracht van de Tweede Kamer. In deze opleiding beginnen zij-instromers al meteen drie of vier dagen als leerkracht voor de klas. Op dit moment komt een op de zeven nieuwe leerkrachten in het primair onderwijs van de Zib.
Het geschiktheidsonderzoek wordt vooral gebruikt om de geschiktheid vast te stellen, maar de opbrengsten van het geschiktheidsonderzoek worden vervolgens onvoldoende benut in het vaststellen van de benodigde scholing en begeleiding. Daarnaast blijkt dat de definitie van geschiktheid verschilt tussen uitvoerders van het geschiktheidsonderzoek, waardoor zij-instromers soms te snel zelfstandig voor de klas staan. De inspectie vindt het daarnaast belangrijk dat niet alleen de reken-, maar ook de taalvaardigheid van de kandidaten getoetst wordt.
Ook concludeert de inspectie dat er beter maatwerk op de pabo’s en nauwere samenwerking tussen de pabo’s en de scholen nodig is. Onderdeel daarvan is samen afspreken wanneer een zij-instromer geschikt is om zelfstandig voor de klas te staan, zodat alle zij-instromers passende begeleiding kunnen ontvangen.
Het basisonderwijs verwelkomt jaarlijks honderden nieuwe leraren die eerst een ander beroep hadden via het zogeheten zij-instroomtraject. Het is belangrijk dat de zij-instromers de overstap soepel en met succes kunnen maken. Daarom onderzocht de Inspectie van het Onderwijs hoe dat zij-instroomtraject momenteel verloopt. Er gaat al veel goed, blijkt uit het onderzoek. Maar als pabo’s en basisscholen nauwer gaan samenwerken, kunnen zij beter maatwerk bieden aan de individuele zij-instromers en de overstap nog gemakkelijker maken. Praktisch gesproken betekent dat bijvoorbeeld: vaker samen met de zij-instromer rond de tafel over de voortgang en de verschillende keuzes.
De inspectie wijst op het belang van zij-instromers: “Jaarlijks leveren honderden gemotiveerde nieuwe leerkrachten op deze manier een belangrijke bijdrage aan het verkleinen van het lerarentekort. Ook kwalitatief kunnen deze zij-instromers het lerarenbestand verrijken, dankzij hun uiteenlopende werkervaring en achtergrond.