“Het is goed dat er een basiscurriculum komt”, zegt AVS-voorzitter Petra van Haren, “maar respecteer de autonomie van de school. Het is belangrijk dat scholen zelf keuzes kunnen maken, de schoolleider en het team zijn hier aan zet.”
Het voorstel van Onderwijs2032 is dat er drie domeinen aan essentiële kennis komen met thema’s die over de grenzen van de bestaande vakken heengaan. De thema’s garanderen een samenhangend aanbod met een soepele aansluiting van basisonderwijs op het voortgezet onderwijs. Engels en digitale vaardigheden krijgen een plek in het basiscurriculum. Het leren van Engels wordt essentieel vanaf groep 1 van de basisschool. Van Haren: “In de hele context is de afstemming met het voortgezet onderwijs van belang, met het accent op Engels. Engels is van belang als universele taal, ook bij ict.”
In de toekomst blijft kennisoverdracht belangrijk, maar zal die meer in balans moeten worden gebracht met twee andere hoofddoelen van het onderwijs: persoonlijke ontwikkeling en voorbereiding op deelname aan de maatschappij. De leerlingen moeten worden voorbereid op een leven waarin ze permanent zullen blijven leren, de maatschappelijke veranderingen vragen daarom. Persoonlijke ontwikkeling staat centraal in het onderwijs. Vakken als beweging en expressie, sport en kunst en cultuur zijn hierbij van groot belang. Burgerschap krijgt een prominentere rol.
Niet alleen toetsen wat meetbaar is, maar ook wat ‘merkbaar’ is. Dus bij toetsen ook meenemen de ervaringen die de leerlingen hebben opgedaan, de betrokkenheid en de verantwoordelijkheid die ze hebben getoond en het zelfvertrouwen dat ze hebben ontwikkeld. De AVS vindt het een goede ontwikkeling dat er naar het kind als geheel wordt gekeken en niet alleen naar de cognitieve prestaties.