Sinds 1 juli kunnen arbeidsongeschikte werknemers bij overheid en onderwijs een ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen (AAOP) aanvragen. Dit nieuwe pensioen vervangt het invaliditeitspensioen. De naamswijziging onderstreept de veranderingen die werkgevers en vakbonden hebben afgesproken. De voorwaarden om voor ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen in aanmerking te komen, zijn veranderd.
Uitgangspunt voor de veranderingen is de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Deze wet wil werken stimuleren voor wie dat naast zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid nog kan. Werkgevers en werknemers hebben daarom afgesproken dat een werkgever zich in zal spannen om een gedeeltelijk arbeidsongeschikte aan het werk te houden. Om werken te stimuleren kent het AAOP daarnaast nog een bonus-regeling. Een gedeeltelijk arbeidsongeschikte die na de eerste periode van arbeidsongeschiktheid voor minstens de helft van zijn mogelijkheden werk vindt, krijgt van ABP een bonus uitgekeerd. Hoe sneller een baan wordt gevonden, hoe hoger de bonus. Maximaal worden zes maandsalarissen uitgekeerd.Als dat niet lukt zorgt de combinatie van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en werkloosheid voor een daling van het inkomen. Het ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen kan dan na 10 jaar eindigen. Met de wijzigingen past het AAOP bij de nieuwe wet WIA. ABP informeert alle werknemers van overheid en onderwijs per brief.
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.