Bijna de helft van de basisscholen werkt al met zij-instromers, blijkt uit een AVS-peiling.
Zij hebben andere ondersteuning nodig dan ‘gewone’ startende leerkrachten, vooral op het gebied van klassenmanagement. Maar: “Voor de school is het beslist winst dat er mensen van buiten komen.”
“Al een jaar of vijf, zes, denk ik erover om lerares te worden. Ik hou ervan iets over te brengen, mensen wijzer te maken. Maar tot nu toe heb ik de stap niet durven nemen”, zegt Ellis van ’t Hart, freelance eindredacteur van televisieprogramma’s. “De laatste tijd is het veel in het nieuws, dus ben ik me er weer in gaan verdiepen. Maar ik vind het lastig goede informatie te krijgen over de mogelijkheden. En het salaris valt tegen. Ik ben kostwinner, heb een hypotheek en een studerend kind. Aan de andere kant: het onderwijs trekt wel. Ik ben 55, als ik het wil, moet ik het nu doen.”
Er zijn meer mensen die een carrièreswitch richting onderwijs overwegen. Met een subsidie van OCW kunnen zij aan de slag op een school, terwijl zij tegelijk worden opgeleid tot leerkracht. Op veel scholen zijn zij-instromers welkom, blijkt uit een recente AVS-peiling onder 585 schoolleiders. Maar liefst 93 procent van de respondenten staat positief tegenover het idee; 45 procent werkt al met zij-instromers. Van de schoolleiders zelf is ruim zes procent zij-instromer.
Crash course
Madeleen Ritsema, schoolleider van de IJpleinschool in Amsterdam en opleider op een academische pabo, is enthousiast. De school – 150 leerlingen – telt naast de negen teamleden vier leraren in opleiding (lio’s) en twee zij-instromers. In Amsterdam doen potentiële zij-instromers eerst een Crash Course in Onderwijs, waarin ze elf dagen meelopen op een school. Tijdens deze Crash Course kijkt Ritsema of een kandidaat zou passen op haar school. Belangrijke criteria: soepele interactie met zowel kinderen als collega’s en ‘leerbaarheid’. “Ze moeten goed kunnen samenwerken en nieuwe aanpakken inzetten.”
Goede begeleiding is een belangrijke voorwaarde voor een succesvol traject. Het bestuur zorgt voor een coach, de school voor een mentor. Ritsema plaatst een zij-instromer zeker de eerste maanden in een duo. “Ze gaan samen lessen voorbereiden en nabespreken. En draaien mee in de intervisiegroepen.”
Communicatieadviseur
Voor begeleiding van lio’s en zij-instromers is veertig uur beschikbaar in het taakbeleid, maar dat is niet voldoende. In het begin was daarom niet iedereen enthousiast. “Leerkrachten die er wel voor openstonden, werden mentor. Dat aantal breidde zich vanzelf uit. Zelf kan ik als opleider ook veel tips geven. Voor de school is het beslist winst dat er ‘mensen van buiten’ komen. Eén zij-instromer is communicatieadviseur geweest bij een bedrijf. Er is veel communicatie nodig met ouders en hij heeft veel expertise op dat vlak.” Niet alleen de zij-instromers ontwikkelen zich. Ook de reguliere leerkrachten volgen scholing en studeren bijvoorbeeld onderwijskunde. “Wij willen dat de kinderen zich breed ontwikkelen en leerkrachten ook”, zegt Ritsema. “Dat is ook belangrijk voor het draagvlak onder leerkrachten. We verhogen gezamenlijk de kwaliteit van ons onderwijs.”
Mannen
De Amsterdamse Crash Course in Onderwijs wordt georganiseerd door Het Schoolbureau, een samenwerkingsverband van arbeidsbemiddelaars, coaches en leraaropleiders en heeft helpt mensen die zich willen laten omscholen tot leraar. Initiatiefnemer Vivianne Spruit: “Mijn doel is het onderwijs opener maken. Daarom ben ik dit bureau gestart.” Na de Crash Course volgt een traject van drie maanden in dienst bij Het Schoolbureau. “Scholen willen niet altijd het risico nemen iemand aan te stellen”, aldus Spruit. “Dat ondervangen we zo. Mensen doen praktijkervaring op voordat ze het zij-instroomtraject ingaan. Wij verzorgen de begeleiding. Vooral op het gebied van klassenmanagement hebben zij-instromers ondersteuning nodig. Begin deze eeuw was er ook een periode waarin zij-instroom werd gestimuleerd. Toen ging het vaak mis omdat er geen praktijkcomponent was.”
De gemeente Amsterdam betaalt voor de Crash Course, het werkervaringstraject wordt betaald door de besturen, de kandidaat betaalt een eigen bijdrage. Ongeveer de helft van de kandidaten heeft een academische opleiding gevolgd en ongeveer een derde is man. Dertien procent is van niet-westerse afkomst. Spruit: “Ik hoop dat dat percentage stijgt, dat zou goed zijn voor het onderwijs.”
Salaris struikelblok
Zij-instromers komen in dienst bij een schoolbestuur. De bestuurder moet dus relatief onervaren krachten drie dagen per week een groep kinderen toevertrouwen. “Mensen die werken in een mensgericht beroep of bijvoorbeeld trainer zijn van een jeugdelftal, hebben een goede kans van slagen. Als dat niet het geval is, adviseer ik de gewone deeltijdopleiding”, zegt Rob Bruijnes, directeur bestuur-bureau bij Prisma in Almere (achttien scholen). “In het sollicitatiegesprek begin ik meteen over het salaris, want dat kan een struikelblok zijn. Bij de mensgerichte beroepen is dat meestal minder een probleem.” Bruijnes laat de mensen altijd van tevoren stagelopen. “Dan moeten ze echt meedraaien en de klas af en toe een uurtje overnemen van de leerkracht.”
Als ze na een paar weken nog enthousiast zijn en Bruijnes ook, meldt hij de kandidaat aan voor een geschiktheidsonderzoek. “Dat kost me 1.800 euro, dus ik moet het een verantwoorde gok vinden.” Op elf scholen van Prisma zijn op dit moment zij-instromers aan de slag, op twee na allemaal opleidingsscholen. “Daar is de begeleiding al in orde. Daarnaast ondersteunen we zij-instromers vaak met onderwijsassistenten. We willen dat het slaagt, daarom zetten we alles op alles. We hebben er niks aan als iemand uitvalt.”
Psychologen
Er is veel belangstelling voor zij-instroomtrajecten bij de hogescholen, zeggen Dick Bosch en Lourens van der Leij, coördinatoren van het zij-instroomtraject in het primair onderwijs van Hogeschool Windesheim in Zwolle en Almere. “Ook in de deeltijdopleiding zien we een stijging. Driekwart van de mensen komt uit de sociaalwetenschappelijke sector. Denk aan pedagogen, psychologen, gymleraren, sociaal pedagogische hulpverleners, mensen die de pabo niet hebben afgemaakt. Ongeveer twaalf procent komt uit de financiële wereld of de ict.”
Tijdens het geschiktheidsonderzoek bekijken assessoren of de kandidaat in twee jaar een lesbevoegdheid voor het basisonderwijs kan halen. Vervolgens wordt er tripartiete overeenkomst opgemaakt met het schoolbestuur, de opleiding en de kandidaat, waarvan een scholings- en begeleidingsplan deel uitmaakt. Het bestuur ontvangt de subsidie – per traject 20.000 euro – waarvan opleiding en begeleiding worden betaald.
Kwaliteitsimpuls
Soms maakt het bestuur gebruik van de subsidies Regionale Aanpak Lerarentekort, bestemd voor de optimalisering van begeleiding op scholen. Van der Leij: “Natuurlijk hebben scholen ervaring met begeleiding van startende leerkrachten, maar zij-instromers vragen andere aandacht. Ze nemen enerzijds hun werkervaring van de vorige werkplek mee en kunnen iets toevoegen aan de kwaliteit van de school, anderzijds komen ze uit een andere werkcultuur en hebben ze andere vragen. Daar is nog onvoldoende ervaring mee.”
De begeleiding op de werkplek is cruciaal, weten Bosch en Van der Leij. Bosch: “Zij-instromers worden soms te snel losgelaten. Gaandeweg doen zich bijvoorbeeld ziekte of zwangerschap voor en kan het traject vertraging oplopen of zelfs stoppen. We dringen er bij de zij-instromer altijd op aan proactief te zijn en te vragen om informatie of ondersteuning.” Bosch en Van der Leij benadrukken dat de inzet van zij-instromers een kwaliteitsimpuls is.
Bosch: “Zelfs als er geen lerarentekort was, zou je ze kunnen aantrekken voor de meerwaarde voor je school. We moeten af van het idee dat je alleen via de pabo leerkracht basisonderwijs kunt worden.”
Snelkookpan
Dat betekent niet dat er aan het zij-instroomtraject geen bezwaren kleven. Bruijnes: “Er komt heel veel op zij-instromers af. Niet alleen het lesgeven en het managen van een klas, maar bijvoorbeeld ook contact met ouders. Dat je het nog moet leren, daar heeft een boze ouder geen boodschap aan. En collega’s ook niet. Je bent volwaardig lid van het team.” Ritsema kijkt daar anders tegenaan. “Ik vind het juist goed als mensen er open over zijn dat ze nog veel moeten leren. Ook reguliere leerkrachten zijn soms zoekend, daar is niks mis mee.” Twee jaar voor een opleiding is erg kort, vinden de betrokkenen. Regulier opgeleide leerkrachten hebben vier jaar de tijd om vlieguren te maken voor ze zelfstandig aan de slag gaan. Het is ook geen echte oplossing voor het lerarentekort, al helpt het wel een beetje. Bruijnes: “Dit is een snelkookpan. Carrièreswitchers kunnen beter de deeltijdopleiding doen, dat is rustiger voor iedereen.”
Weten wat de AVS doet voor zij-instromers? En welke rol jij daarin kunt spelen? Kijk op www.avs.nl/zij-instromer.