In het programakkoord van het nieuwe college van PvdA, GroenLinks en VVD in Amsterdam worden de normen die voormalig wethouder Lodewijk Asscher vorig jaar introduceerde nog eens herhaald. Zo moeten scholen een gemiddelde Cito-score van 534 halen en moet een kwart naar havo of vwo gaan. De schoolbesturen in Amsterdam willen echter nog steeds hun eigen criteria opstellen. Dit meldt het Parool.
Eerder protesteerden de Amsterdamse schoolbesturen al tegen de zogeheten Asscher-norm, die volgens René Peeters, voorzitter van het Breed Overleg primair onderwijs Amsterdam, van tafel ging na overleg met toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma. Maar Asscher heeft steeds volgehouden dat zijn norm gehandhaafd blijft en dat andere eisen minstens zo streng zouden moeten zijn. De besturen houden zich vast aan een bijzin in het akkoord, waarin staat dat er in overleg met de schoolbesturen een andere norm voor de kwaliteit komt. Die gaat uit van wat leerlingen op de middelbare school moeten weten en redeneert vandaar uit terug naar de eisen die voor de basisschool moeten gelden. Asscher eist dat alle scholen bepaalde prestaties halen, ongeacht de herkomst en achtergrond van de leerlingen. De schoolbesturen vinden dat daar wel rekening mee gehouden moet worden. Volgens Peeters zijn de scholen, in overleg met de gemeente, al heel ver zijn met het opstellen van hun eigen criteria. Peeters: “Asscher gaat nog steeds uit van de verkeerde criteria, die hem zelfs door Dijksma ontraden zijn. Wel waardeer ik het heel erg dat hij maarliefst 19 miljoen extra in het onderwijs wil investeren. We gaan er wel uitkomen, verwacht ik.”