‘Als schooldirecteur ben je verantwoordelijk voor een begroting van een paar miljoen’

Ook aan schoolleiders lijkt een steeds groter tekort te ontstaan. Managers uit andere sectoren die omgeschoold worden tot schoolleider, zouden soelaas kunnen bieden. Zo’n opleidingstraject moet goed zijn toegesneden op de praktijk. Onder andere de AVS ontplooit diverse initiatieven op dit vlak.

‘Als je nooit zelf voor de klas hebt gestaan, kun je geen school leiden.’ Het is een veelgehoord argument in de discussie of een manager uit een andere sector, na een gedegen omscholingstraject, succesvol een onderwijsteam kan leiden. AVS-voorzitter Petra van Haren heeft het vooroordeel ook regelmatig gehoord en begrijpt waar het vandaan komt, maar vindt het onjuist. “Twintig, dertig jaar geleden gold dat misschien. Toen vervulden ervaren leerkrachten voor een of twee dagen in de week de functie van ambulant schoolleider. Vandaag de dag ligt er zoveel op het bordje van de schooldirecteur dat het op de meeste scholen een fulltime leiderschaps- en managementfunctie is.” Bovendien ziet Van Haren het vak steeds verder professionaliseren. “Onderwijsteams hebben geen schoolleider nodig die goed kan lesgeven. Ze hebben behoefte aan een schoolleider die goed is in faciliteren, ondersteunen en inspireren.” En dat kan volgens de AVS-voorzitter net zo goed iemand van buiten zijn, al vindt ze wel dat een zij-instromer veel tijd en energie moet steken in het leren kennen van het onderwijs, met al zijn facetten. “Pas dan kun je onderwijspersoneel goed toerusten en faciliteren, en beoordelen tijdens klassenbezoeken.”
 
Zij-instromende manager
Ook Merel van Vroonhoven, tot een half jaar geleden nog voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en nu in opleiding voor leraar in het speciaal onderwijs, benadrukt dat er juist nu, in deze tijd van grote lerarentekorten, behoefte is aan goede, ervaren managers. “Door allerlei zij-instroom- en verkorte opleidingstrajecten die in het leven zijn geroepen om het lerarentekort te bestrijden, komen er veel nieuwe mensen de school binnen. Zij hebben weliswaar veel werkervaring, maar zijn onervaren als leraar. Dat is goed nieuws, maar als die ‘ervaren beginners’ niet goed ondersteund worden, bestaat het risico dat ze zo weer vertrokken zijn. Dan wordt zij-instroom snel zij-uitstroom.”
Is een goede manager in bijvoorbeeld het bankwezen volgens Van Vroonhoven ook automatisch een goede manager in het onderwijs? “Dat ligt echt aan de persoon. Hoe dan ook zal in het opleidingstraject veel aandacht moeten worden besteed aan onderwijskunde, pedagogiek en didactiek, maar ook aan het onderwijssysteem.” Wat ze graag zou willen, is dat er onderzoek komt naar de succesfactoren van zo’n overstap van een andere sector naar het onderwijs. “Er zijn de afgelopen jaren al tientallen managers van buiten ingestroomd, dus zo’n onderzoek is goed uitvoerbaar.”
Van Vroonhoven zegt haar bestuurlijke werk niet helemaal vaarwel. Zo is ze bijvoorbeeld door de ministers van OCW gevraagd om vanuit een onafhankelijke positie als ‘aanjager’ te bezien hoe de aanpak van het lerarentekort versneld en verbeterd kan worden.

Betekenisvol
Waarom heeft Van Vroonhoven eigenlijk niet gekozen voor een zij-instroomtraject tot schoolleider in plaats van leraar? “Ik heb twintig jaar in raden van bestuur gewerkt en heb meer dan 25 jaar leidinggegeven. Ik heb dat met veel plezier en toewijding gedaan, maar kreeg steeds meer het gevoel dat ik leefde op grote afstand van de mensen voor wie ik me inzette. De komende fase in mijn werkende leven wil ik graag meer op individueel niveau betekenisvol zijn. In een baan als leraar in het speciaal onderwijs kan ik die wens in vervulling laten gaan.”
 
Verschil in beloning
Volgens AVS-voorzitter Van Haren moet er in de voorwaardelijke sfeer veel gebeuren om het vak van schoolleider aantrekkelijk te maken voor managers uit andere sectoren. Geld is daarbij een belangrijke factor. “Als managers uit het bedrijfsleven overstappen naar het onderwijs, gaan ze behoorlijk in salaris achteruit. Er zal altijd een verschil in beloning blijven, maar die mag best wat kleiner. Een ander belangrijk punt is dat je als schooldirecteur nauwelijks ondersteuning hebt, iemand die je taken uit handen neemt waardoor jij je kunt focussen op de écht belangrijke zaken.”
 
Opleiding
Om managers van buiten goed klaar te stomen voor zo’n veeleisende baan, is een goede opleiding onontbeerlijk. Schoolleidersopleidingen zijn er voldoende in Nederland, maar voor specifieke zij-instroomtrajecten geldt dat niet. De AVS Academie is bezig met de ontwikkeling ervan. “Na de zomer hopen we met een specifieke opleiding voor managers van buiten te kunnen starten,” vertelt directeur Alien Cnossen. Volgens Cnossen is het geen enkel probleem om een goede opleiding in te richten, de AVS Academie biedt de reguliere schoolleidersopleiding per slot van rekening al jaren aan. “Maar we willen het traject goed toesnijden op de praktijk, met stages en misschien wel een baan in het vooruitzicht, zoals voor zij-instromende leerkrachten. Daarvoor moeten we de schoolbesturen mee zien te krijgen, want die moeten dat gaan bekostigen.”
 
Aanzuigende werking 
Een goed zij-instroomtraject voor schoolleiders zal een aanzuigende werking hebben op managers uit andere sectoren. Maar ook op het gebied van beeldvorming moet er iets gebeuren. AVS-voorzitter Van Haren: “Er zijn nogal wat managers uit andere sectoren die geen idee hebben dat de baan van schoolleider zo uitdagend is. Je bent als schooldirecteur verantwoordelijk voor een begroting van een paar miljoen, je houdt je bezig met 32 beleidsterreinen en je geeft leiding aan tientallen personeelsleden. 
Kortom, een ontzettend aantrekkelijke, complexe baan.” Daarom probeert de AVS onder andere CEO’s en leiders van grote organisaties in contact te brengen met schoolleiders. Dat is al eerder gedaan tijdens de Nationale Schoolleiders Top en krijgt een vervolg.
“Zij gaan dan een dag met elkaar meelopen”, legt Van Haren uit. “Behalve dat je wat doet aan de beeldvorming over het onderwijs kun je zo ook veel van elkaar leren. Hoe geef je leiding aan verandering? Wat kun je doen met een ondernemende houding in het onderwijs?” Ook hoopt Van Haren dat de contacten met het bedrijfsleven leiden tot intensievere samenwerking. “Met het bank- en verzekeringswezen is een convenant gesloten dat de werkgevers zij-instroomtrajecten bekostigen van hun boventallige werknemers die zich omscholen tot leerkracht. Zoiets zouden we ook graag zien voor de zij-instroom van managers. Dan geef je zo’n traject echt een goede kans van slagen.”
 
 
Van manager bij het uwv tot schoolleider
 
‘Wezenlijke bijdrage aan de maatschappij’ 
Toen Yücel Aydemir vier jaar geleden in het primair onderwijs begon, moest hij heel erg wennen. “Als manager bij het UWV was ik gewend om als team samen de verantwoordelijkheid te dragen. Maar in het basisonderwijs zag ik veel eilandjes. Leerkrachten die zich bijvoorbeeld alleen maar verantwoordelijk voelden voor hun eigen groep en niet voor de prestaties van de school.” Toen hij dat wilde veranderen, kreeg hij regelmatig horen: ‘Ja, maar zo doen wij dat hier niet in het onderwijs’. Aydemir: “Wat dat betreft is het onderwijs nogal star. Overal hebben mensen moeite met veranderingen, maar in het onderwijs lijkt dat nog net wat meer te gelden.” Toch werkt Aydemir inmiddels met veel plezier als schoolleider, sinds begin dit jaar op de Da Costaschool Kanaleneiland in Utrecht. Al had hij zich vooraf niet gerealiseerd wat voor een veelomvattende baan het is. “Als directeur ben je als het ware verantwoordelijk voor de inkoop van wc-papier tot een gesprek met de onderwijswethouder. Dat is ook wel weer fascinerend. En het werk verveelt niet snel.”
Dat Aydemir geen onderwijsbevoegdheid heeft, speelt hem geen parten. Ook niet bij beoordelingsgesprekken van leerkrachten. “Als ik een klassenbezoek doe, neem ik altijd de intern begeleider mee. Bovendien kan ik echt wel beoordelen of iets een goede les is, of leerlingen rustig zijn, of er een goede instructie wordt gegeven, of er een veilige leeromgeving is. En ik heb wel veel theoretische kennis.” Aydemir, nu 50 jaar, wil dit werk graag nog jaren blijven doen. “Ik heb, nog meer dan bij het UWV, het gevoel dat ik hier een wezenlijke bijdrage lever aan de maatschappij.”
 
 
Van manager in de woonsector tot kandidaat schoolleider
 
‘Bij sollicitaties leg ik het nog af’ 
Wat ga ik doen tot mijn pensioen? Die vraag stelde Annewil van der Meer uit Deventer zichzelf een paar jaar geleden. “Ik heb altijd iets gehad met onderwijs. Toen ik als kind kon schrijven, wilde ik dat meteen aan mijn jongere broer en zus leren.” Toch koos Van der Meer, die tot 2018 verschillende managementfuncties vervulde in de woonsector, niet voor een zij-instroomtraject als leerkracht. “Als ik 30 zou zijn geweest, had ik dat zeker gedaan. Maar als begin vijftiger leek een complete carrièreswitch me toch te zwaar. Bovendien ligt mijn kracht bij organiseren en faciliteren, en dat zijn zo’n beetje de belangrijkste taken van een schoolleider.” Over haar opleiding tot schoolleider is ze tevreden. Alleen had ze moeite met de stages. “Je loopt dan mee met een schooldirecteur. Dan leer je veel over het vak, maar ben je niet verantwoordelijk en geef je ook geen leiding. Ik zou ervoor willen pleiten om een constructie te vinden waarbij je wat later in de opleiding zelf een team aanstuurt, terwijl een ervaren schoolleider over je schouder meekijkt. Dan doe je écht praktijkervaring op.”
Van der Meer sloot eind vorig jaar de schoolleidersopleiding af en is sindsdien op zoek naar een baan. Maar die vinden is zo eenvoudig nog niet. “Bij sollicitaties leg ik het toch vaak af tegen schoolleiders met ervaring en een onderwijsachtergrond. ‘Je kent het onderwijs onvoldoende’, hoor ik dan. Het klopt dat ik geen onderwijsbevoegdheid heb, maar dat hoeft ook niet om een goede schoolleider te zijn. Bovendien breng ik met mijn frisse blik en onderzoekende houding misschien wel iets mee dat iemand afkomstig uit het onderwijs niet heeft.”